Bedoelde u soms?
wildenweer | wilenaer | willeneer | wilneer | wyleneer

15 resultaten

Speelman | 1410~

Leenregister Culemborg fol 106
Achternamenindex

leenregister Culemborg: de eigen erven en land van de heer van Culemborg, - 2 morgen en 2 hont gelegen achter de hofstat die van wileneer Speelmans was

1489-03-18 |

Ms Opstraeten III fol 1282/Gaasbeekse Lenen II fol 81
Jaartallenindex

beleent Anna Engbertsdochter van Suijlen dat huys ende die hofstad van Blieckenborch met 20 morgen lants, gelegen tot Zeijst in den gerechte dat wileneer toebehoort heeft Henrixdochter uten hamme, belend boven: die nonnen van t Vrouwencloester, beneden: die papelike prove tot Zeijst, en Scorrenbosch, soo Jacob van Suylen van Blieckenborch des utgegeven is. Ende voor Anna heeft gehult haer vader Engbert van Suylen (vgl 1459-10-03)

present: Jan van Hemerten, Beernt uten Enge, Jacob van Gaesbeeck

Hornes, van | 1350

De Raadt II p 111, 220/Düss Bedbur no 32
Achternamenindex

Thierry de Hornes en zijn broers Jean en Godefroid, zegelen een acte van hun moeder Irmgard de Cleve vrouwe Wileneer van Hornes; Ermgaert van Cleve dote le convent de Bedbur de l'aveu de ses fils Thierry, Jean et Godefroid

Cleve, van | 1350

De Raadt II p 111, 220/Düss Bedbur no 32
Achternamenindex

Thierry de Hornes en zijn broers Jean en Godefroid, zegelen een acte van hun moeder Irmgard de Cleve vrouwe Wileneer van Hornes; Ermgaert van Cleve dote le convent de Bedbur de l'aveu de ses fils Thierry, Jean et Godefroid

1380-03-26 |

Abdij Egmond Legger dd 1358 fol 89v, 90
Haarlem Algemeen

Jan, abt van Egmond, beleent ten rechten leen Wouter van Bekesteijn met 13 ½ made lants die Dirc Haghen wileneer van onsen goedshuse te leene hilt, die ghelegen sijn in den groten Waert bi Haerlem. Bij de volgende brief van dezelfde datum, doet Wouter afstand van al zijn aanspraken op dit land en erkent hij dit ten rechten leen ontvangen te hebben

medebezegeld door Claes Jansz en Willem van Akendam, leenmannen van de abdij

1380-03-26 |

Arch Abdij Egmond Inv no 351
Haarlem Algemeen

Wouter van Bekensteijn oorkondt dat hij kwijtscheldt aan here Jan van Hilleghem, abt van Egmond, alle recht of antalinghe die ic van ouds mochte hebben an 13 ½ made lants of daer bi legghende in den Groten Waert bi Haerlem ende Dirc Haghen wileneer van den goedshuse van Egmond te lene hilt. Hij ontvangt dit land vervolgens uit gratie weer in leen, alleen te versterven op zijn oudste zoon. Hij verzoekt leenmannen van de abdij tezamen met hem te zegelen

bezegeld door: Wouter van Bekesteijn (klimmende leeuw met een stok er horizontaal over heen), Claes Jansz (7 mereltjes), Willem van Akendam (3 dwarsbalken, beladen resp. met 4, 3 en 2 St Andrieskruisjes)

1376-03-15~ | Steloe

Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 II fol 97v/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex

Steloe, erfrog. "Den brief van drie zester rogs die ons gaf die here van Oisterhout heren Willemsz van Duvenvoirde op 16 morgen lants, naar inhout van de 4 navolgende brieven, en Geenken Gheritsz op woont te Steloe". Schepenen in Oesterhout oorkonden dat Robbrecht Robbrecht Smeetsz met zyn gecoren voogd erkende dat hij vercoft heeft Bouden Ghysbrecht Smeetszone, zyns broeders kint en zyn neve, 3 sester rogs sjaars die Robbrecht voirn. wileneer cocht jegens Jannes Bouden Ydenz.z. Onderpand: die huysinge die op ten goede staet tot Steloe ende ¾ van der hove die Claes Braemssoens was ende Aernt Haghens te wesen placht. Bezegeld met onsen zegelen anno 1376 des Woensdages voor St Gheertruidendach in Maert (fiche zonder datum)

Jan van Loven en Jacob Woutersz, schepenen

1451-05-05 | Castricum

R.A.H. 86 fol 221
Jaartallenindex

hertog Philips oorkondt dat hij overmits rebellicheyt die de gemene Kermeren tegens ons seeckere tijt geleden hanticeren onsen ondersaten ende bueren van Castrikem gelyck den anderen Kermeren hoir brieven ende hantvesten van seeckere erfpachte an tienden in onsen dorpe van Castrikem gelegen, die hoir voirvorders wileneer in den jare 1307 van Willem van Haerlem en Heinrick van Diepen[heim] vercregen hadden, dieselve brieve ende handvesten in onser sententie om dier bruecke wille, dede casseren ende to niet doen. Om ootmoedige bede van die van Castricum geeft de hertog hun nu weer in erfpacht de tienden in den dorpe aldaar, tegen uitreiking aan den rentmeester op den H. Paeschdag 400 lopel gersten, elke lopel houdende een half achtendeel Haerlemscher mate. In voochtschoude zullen zij op den zelfden Paeschdag jaarlijks geven 24sc

1492-01

folio 139v CXXXVII 1489-1492
Transportregister Haarlem

Jan van der Meer Berthelmeusz lijt vercoft te hebben den gemene priesteren wonende in den huijse van heren Huyge de Goutsmit in St Jansstraat, een rente van 29 sc Holl sjaars die hij heeft op een huis en erf in St Anthonystraet, an d'een side: Geryt die calckbarner, an d'ander: Duyff Jansdochter, streckende after an Crayenestergraft. Ende dat voor de lossing van zulke pacht als t voirs h.h. voortijts ende noch toe staende gehadt heeft op ten huis en erf wileneer Bartelmeus van der Meer toebehorende, dat nu toebehoert Matheus Boudensz, staende in de Cleyne Houtstraet, an d'een side: Pieter Auwel, an d'ander zide: Ymme Jan Vlamincs, after streckende an Pieter Auwel voirs

1441-06-25 |

G.A. Monnikendam Inv 154 fol 21/Diversorium Galileaconvent
Jaartallenindex

schepenen in Purmereyndt oorkonden dat Jan Claesz erkende verkocht te hebben aan Jan Jansz van der Beets, scout van Purmereyndt, 4 deymat lants gheleghen binnen die banne van Oesthusen in den koeck (!) after Zibart Volkertz huus, welk lant hem van Alijt syns wijfs weghen te erve ghevallen is van Allart Melijsz, die dat wileneer ghecoft hadde van den zelven Zyvert voers. Onder voorwaarde dat dit land op dezelfde condities als te voren verhuurd zal blijven aan Zyvert voorn. Daar schepenen zelve geen zegel hebben, soe hebben wij ghebeden in tegenwoerdicheyt Pouwels Heijnesz ende Florijs Claesz, burghemeysteren der stede van Purmereynde, die daer mede bi waren, Jacob van Oesterwyck voers. [!], casteleyn van den huse tot Purmereijnd, desen brief over ons te bezeghelen aan welk verzoek Jacop casteleyn voers. voldoet. Ende om die meerre vasticheijt ende zekerheyt wie soe heb ic Jan Claesz [de schepen Jan Claesz is dus een andere persoon, daar hij geen zegel heeft en deze Jan Claesz, de verkoper, wel] voers desen brief mede bezeghelt mit myns selfs zeghel hier beneden ghehangen (vgl 1438-11-02, 1496-02-16)

Dirc Ysbrantsz, Beer Tymansz, Pieter Cruve, Aernt Vinck, Dirc Ubbelsz ende Jan Claesz, schepenen