10 resultaten
smid, de | 1302-07-08
Van Mieris II p 23
Achternamenindex
graaf Willem geeft enige hofsteden te Beverwijk in erfhuur uit: Willams den smit de hofstede van de Wanthuuzen, 15 sc per jaar
Jonge, de | 1403
Cat Arch Kleine Kapittels en Kloosters no 1021
Achternamenindex
eigendomsopdracht van 2 morgen land te Tynoudewater [bij Lischoten] door Dirc Willams Jonghenzoon opgedragen aan het convent St Stevensabdij te Oudwijk, waarna hij het weer in erfpacht neemt
Poelgeest, van | 1394
Rek Baljuw Rijnland fol 3, p 48, fol 7 p 53
Achternamenindex
ontvangen aan de noordzijde van de Rijn, Koudekerc: ambacht van Dirc van Poelgeest, scout Jacob heren Jansz niet; Hoemade: ambacht Dirc van Poelgeest, scout Jacob heren Jansz niet; uitgaven: Willams zoon van Poelgeest als die quitantie inhoudt, 40 Dordr gld, maakt 26 £ 14sc
Ballinc | 1302-07-08
Van Mieris II p 23
Achternamenindex
graaf Willem geeft enige hofsteden te Beverwijk in erfhuur uit: - Didirck balling zijn hofstede voor 15 sch Holl per jaar; - Claeyse van den Houcke voor 18 sc; - Didde Aleydenz zijn hofstede voor 18 sc per jaar; - Willams de smit de hofstede van de Wanthuuzen, voor 15 sc; - Willame Pijt (noot: v.l. Pijl) hofstede 18sc
1399-11-28 | Schoten
R.A.H. Coll Aanw 100 fol 9v (originele paginering)
Jaartallenindex
graaf Willem oorkondt dat Willem die Kuser, onse neve, ons opgedragen heeft van synen eyghelycken goede, syn huys te Schooten, dat Aernt die Wilden was, mit allen den erven datter toebehoort, liggende te Schooten, en belend zuid: Jacob van Bakenesse, noord: Claes moeder van Bakenesse, oost: de Brede Wech, west: die Veenwatering. Tot een vrij eigen. En dat hij hem daarmede vervolgens beleend heeft tot een erfleen, na zijn dood te komen op zijn oudste zoon die hij hebben sal bij zijn vrouw jvr Mechtilde Reyniersdochter van Heemstede. Heeft hij bij haar geen zoon of dochter dan zal dit goed komen op zijn zoon Coen of op Coenen kinderen. Ende gebrake Coene zonder witachtige geboorte, soo sout comen op Willams voirs. jongste dochter, die wairlick [wereldlijk] waren, en die hij hadde bij Yde heren Coenen dochter van Oesterwyck. Boven staat: dese brieven syn hierinne geregistreert overmits dat se begripen alle die goede die de heer van der Vere vercregen heeft jegens die joncvrouwe van Cleve en van der Marck [zie ook volgende akten]
presentibus: J. de Polanen, Arn. de Heemstede [te lezen: Haemstede ?], G. R. Vlet [te lezen: Vlec ?]
Oegstgeest, van | 1364-02-16 (1365-02-15))
Van Mieris III p 172
Achternamenindex
Floris Willemsz van Oegstgeest getuigt over de watering van Oude Claslagen en Nieuwveen naar Amstelveen. Het oorspronkelijke handvest was gezegeld door de proost van St Jan, de heer van Amstel, zijn broer, en Willem van Egmond; "voort zoe kenne ick dese voors heeren ende ick was her arme maech des heren van Amstel ende des proost Willams ende myn vadere waren moijen kinderen, ende die borchgrave Hendrick van Leyden was mijn oom"
daar Floris zijn zegel verloren heeft, zegelt zijn neef Gerrit Jan Coptenz voor hem
Cuyk, van | 1365-02-15
Van Mieris III p 172
Achternamenindex
Florens Willemsz van Oistgeest getuigt dat die van Oude Calslagen en Nieuwveen een vrije watergang tot Amstelredam uit zonder dijken gekocht hadden van proost Willem en zijn broer de heer van Amstel, bij rade van Hendrik burggraaf van Leiden en Willem van Egmond. "Voort zoe kenne ick dese voirs heeren ende ick was her arme maech des heren van Amstel ende des proost Willams ende myn vadere waren Moyen kinderen ende die borchgrave Hendrick van Leiden was mijn oom"
Amstel, van | 1365-02-15/16
Van Mieris III p 172
Achternamenindex
Florens heer Willemsz van Oistgeest getuigt dat die van Oude Calslagen en Nieuwveen een vrije watergang tot Amstelredam uijt sonder dijken gekocht hadden van proost Willem en zijn broer de heer van Amstel, bij rade van Hendrik burggraaf van Leiden en Willem van Egmond. "Voort zoe kenne ick dese voirs heeren ende ick was her arme maech des heren van Amstel ende des proost Willams ende myn vadere waren Moyen kinderen ende die borchgrave Hendrick van Leiden was mijn oom"
Aa, van der | 1314
Codex Dipl Neerl Serie 2 dl 4 afd 2p 97
Achternamenindex
Gijsbrecht van Ysselstein en zijn oudste zoon Arnold, ridders, oorkonden dat in hun gerecht voor hun schout, ver Hasekijn, weduwe wijlen broeder Diederik van der A en haar dochter jvr Hasekijn, overgaven aan de Commandeur en broeders van St. Janshuis van Overzee en de Spitalen van St Katerine te Utrecht, de eigendom van een hoeve land gelegen op het Oudelant, van de Afterendijk in de Ysel, en een halve hoeve gelegen in den Biesen tussen het land van Bokel van den Vliet en Willams Jongenland [al dit land was gelegen te Ysselstein]
1420-1430 (5) |
Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 456v, 457
Jaartallenindex
onse mannnen inder stat van Utrecht en daaromtrent: Tyman den langhe, Evert van Doem, Vrederic van Drakenborch, doorgehaald: Lambert Thuer, t clooster toe Sertroisen bi Utrecht daarvoor gehuld Jan over die Vecht, Vrederic van den Voerd, Jan Hombout (doorgehaald), Johanna, Rolof van Wisschel ghehult, Lysbeth, Jacob Walraven ghehult, Joncvr. Wonne (?) Jan Romboutswijf, daer hulde voor: Jacob van Jutfaes es Florens soen, die apoteker, Jan die Coninc, Florens van Jutfaes die apoteker (doorgehaald), Hubert Zoudenbalch (doorgehaald), Geryt Zoudenbalch Hubertssoen, Gijsbert Evertsz van den Doem, Vrederic Borre, gehult voor jvr Korstyn van Nyevelt Petersdochter, Wouter van Cuelenberch, gehult voor jvr Foeijse, sijn wijf, Petersdochter, Aelbert Willams (doorgehaald) soen van Anxster, Jan van den Auxter (!), Jan Dirc Willamssoenssoen en Evert van Hamellenberch en Jan van Hammellenberch, Ghijsbert die Wolf, gebrueders (wie die broers zijn, niet duidelijk), Dirc Grawert, Jacob die Voecht ende voir sijn wijf jvr Vrederic oic gehult (geheel doorgehaald), in margine: Frederic die Voecht, Willam van der Meern, Ghijsbert van Lodensteijn, Henric van Ghent, Aelbert van Baern, Volqwyn van Baern Aelbertsz, Aernt van Baern Aelbertsz, Margriet Gijsberts wijf van Loedensteyn, daer hulde voir Bertout Gherijt Duwersz, Jan de Wit Jansz, jvr Margriet Willamsdochter van Colvenscoten, daervoer gehult Jan van Amerongen, hoer man (geheel doorgehaald), doet: Willam van Colvenscoten, Eerst Taets, voor hem gehult zijn vader Jan van Amerongen; (fol 457) Jacob van Jutfaes Florisz, Jacob van Clarenborch (doorgehaald), Ghijsbert van Raephost, Peter van Wiel gehult voer Jan Willem Scaelsz tot zijn mundigen dagen toe (geheel doorgehaald), Steven van Nyenvelt ende van Zulen Jacobsz, Peter Woutersz gehult voor Wouter Wouter Ezensz.z Zoes (geheel doorgehaald), Willem Scael (doorgehaald), Johan Walraven, Evert Claesz, Johan Jacob Egbertsz.z (doorgehaald), Albeern Roloff Roloffszoens wijff, voor hoer gehuld Evert die Cruve Rolof Roloffssoensz, Johan Taets; ten tijde van abt Jacob van Poelgeest: Jacob Jansz, borger to Amerssfoirde, Willem Jan Willemsz, Aryaen van Borssel, Wouter Woutersz heeft sijn leen versocht doe hy mondich was, Willem Scael Willemsz in leen ontfangen dat 1 van doede van Willems Scaels syns vaders ende dat ander van doede Johan Scaels sijns brueders, Johan Henricksz (doorgehaald), Johan Heijn Wenckenz