189 resultaten
1484-04-24 |
Arch Leeuwenhorst Inv 723 regest 590
Jaartallenindex
Anthonis Roelofsz geeft zichzelf en al zijn bezit aan Leeuwenhorst
bezegeld door Hughe Pauwelsz van Monebeije, schout te Noirtich, Bouwyn Cornelisz van den Berch, schout te Noirtigerhout
Ghise | 1351-12-18
Kroniek Egmond p 281/Dagregister
Voornamenindex
stierf Ghise, van Gent, die voor zichzelf en zijn vrouw 10 £ besproken heeft
Gent, van | 1351-01-18
Kroniek Egmond p 281/Batavia Illustrata bl 1198/Catal benef Mon Egmond
Achternamenindex
stierf Ghise van Gent, die voor zichzelf en zijn vrouw 10 £ besproken heeft
1490-03-17 | Velsen
Arch Grote Gasthuis Haarlem Inv no 38/1 no 180/St Elisabethsgasthuis Haarlem
Jaartallenindex
Willem Jans Jansz voor zichzelf en Aelbert van Scoten voor zichzelf en voor zijn twee zusters Gheertruit Aerntsdochter en Cely Aerntsdochter, oorkonden gezamenderhand verkocht te hebben aan de gasthuismeesters van St Elisabethsgasthuis 20 sc sjaars, die wij staande hadden op een stucke lant ende is genoemt "die Grutter" ende is gelegen in den ban van Velsen, welc lant nu ter tijt toebehoert dat voors. gasthuis. Daer Aelbert van Scoten zelf geen zegel heeft, verzoekt hij zijn neef Willem Jansz voor hem te zegelen
tughen: Jan Woutersz en Baertout Borwoutsz
1481-08-02 |
G.A. Amsterdam Inv Gasthuizen regest 777/Arch Oude Nonnen Amsterdam
Jaartallenindex
schout en schepenen in Diemen oorkonden dat heer Jacob, priester, met Gherryt Jacobsz als zijn voogd, Gherryt Jacobsz voorn. voor zichzelf, en zijn broeder Jan Gherrytsz en Herman Willemsz, en Jan Dircksz voor zich zelf, Heyn Auuwenzoen [?] als voogd van zijn moeder Kathrijn, Jan Ghebbenzoon voor zich zelf, Werm Petersz voor zichzelf, Jan Ghebbenzoon voor zijn zuster Griet, Jacop Egbertsz voor zich zelf, allen erfgenamen an Ytgen Jan Ghebbendochter, non in genoemd convent, kwijtschelden aan het Oude Nonnenconvent te Amsterdam, al de nalatenschap van Ytgijn voorn. In dorso: dit goet is vercoft
Symon Claesz, schout (zegel: een weerhaak), Pilgrim Jacobsz (klein fragment) en Claes Brunincksz (zegel), schepenen
1451-09-25 | Heiloo, Oesdom
R.A.H. Coll Aanw 102 Caput Kennemerland fol 17/Reg Principum fol 14
Jaartallenindex
hertog Philips beleent, na opdracht door Jan van der Couster, diens broeder Jacob van der Couster met de ambachtsheerlijkheid en dagelijkse gerechte van Heylo met het schoutambacht; Jan behoudt de ambachtsheerlijkheid van Oesdem voor zichzelf
Assendelft, van | 1335-11-18
Kroniek Egmond p 279, 280
Achternamenindex
dagregister abdij Egmond: stierf Gerard, zoon van Wouter van Assendelft, die voor zichzelf en zijn zoons jaarlijks 40 sc besproken heeft
1559-11-09 | Schoten, Akendam
Arch Grote Gasthuis Haarlem Inv no 38/1 no 90
Jaartallenindex
Jan Jacobsz van Sloten, schouten tot Schoten op Akendam, oorkondt dat Florys Dircxz, wonende tot Schoten op Vlielant, voor zichzelf en voor de kinderen en erfgenamen van zijn zwager Willem Wijntgens, voor een helft, Willem Claesz mede van Schoten ende Thoenis Claesz, wonende te Sparendam, elk voor zichzelf en vervangende gezamenlijk hun broeder Adriaen Claesz, hun zuster Dieuwer Claesdochter, ende hun swager Cornelis Taticxz, daar voor zij beloofden te caveren voor ¼ deel tezamen, ende Claes Sijmonsz van Velsen voor zichzelf en voor Garbrant Zijmonsz, Maerten Symonsz, Willem Symonsz, Engel Symonsz, Neel Symmonsdochter, Marijtgen Symonsdochter, Engel Gerytsz en Cornelis Willemsz, alle zijn broeders, zusters ende swagers, daarvoor hij beloofde te waren mede voor ¼ deel. Zij gelieden tezamen verkocht te hebben aan Adriaen Willemsz, poorter van Haerlem, ¼ part in 2½ mad lands gelegen tot Schoten in den ban van Akendam, daeraf ¾ deel toebehooren aan St Elisabethsgasthuis te Haerlem, ende is belend oost: Cornelis Diricxz en Adriaen Dircxz weduwe tezamen, zuid en west: dezelve Adriaen Diricxzs weduwe, noord: Florys Diricxz voorn.
Dirck Cornelisz en Dirck Adriaensz, schepenen in den ban van Akendam
1469-10-31 |
Inv Arch Delftse Statenkloosters no 64 p 492 regest 141/Carthuizers bij Delft
Jaartallenindex
schepenen in Tholen oorkonden dat Herman Govertsz en Govert Mathysz voor zichzelf en voor Katrine Govertsdochter en Geertruid Jansdochter, elkaars borg hebben verklaard [sic] voor het land in Mosselhouck, dat zij aan de Carthuisers buiten Delft hebben verkocht