42 resultaten

Beest, van | 1423-07-27

Leenregister Culemborg fol 95, fol 98v en fol 100; Ons Voorgeslacht 04-1986 p 321, lenen Bloemensteyn
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Ernst van Beest een hofstat van 1 hont en 12 roeden te Bosynckhem, belend boven Gerrit van Damme, beneden: Balthazar van Buren met leen van Vyanen, opgedragen door Geryt van den Dam. (1425-12-01 draagt hij dit leen over aan Dyrck Smijt Zuermontsz). - I a) (1423-10-18) Lambert Dircsz voor Machteld zijn vrouw, beleend met de helft van 4 morgen in Honswijk, belend boven: Hendrik Trant en beneden Jan van Beesd Hermansz, strekkende van de Honswicker wetering an den Leckdijck; Ib) de andere helft van deze 4 morgen beleend Sweder Willemsz van Honswick "an den nederen egge, in het gericht van Honswic". Belend boven Hermans Goijers kinderen, beneden Gijsbert van Beest, strekkende van der weteringe op de dijkwaarts. - Mechtelt Sweders bastaard van Blomensteyn 3 morgen land, van den ackerwech in de Leck, belend boven: Jan Henricsz, beneden Jan van Beesde

Bruijn, de | 1410~

Leenregister Culemborg fol 27, 35, 78v, 17v, 75v, 79v
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Peter Hughe Phijlipsz.z een tiende tot Achthoeven in het gerecht Leiden, belend: Danels Brunenland Ansemsz; - Geryt Doijs Gerytsz 1 ½ morgen tot Mauderick, belend boven Hinrick Doys, beneden Arnt die Brune; - Reymbrant Claes van Zweten Petersz.z. een tiende te Achthoeven in het ambacht Leiderdorp, belend: het land van Danyels des Brunen Ansemsz tot de Bovensloot; - heer Sweder van Bloemensteyn 1 hoeve in het land van Haghensteyn, daar Jan Puusche op woont, belend boven: heer Sweder, beneden Jan die Brune; 1423: - Fije van der Woerde Jansdochter van Myddelwijck een camp in der Merschen, geheten die Hogemate, strekkende zuidwaarts op die Ledegrave, belend boven: Geryt die Brune (vervangen door Lambert die Brune), beneden: Evert Freyse (vervangen door Dirc van Dolre Dircsz); - Geryt uten Weerde Gerytsz ontvangen het goed dat Geryt van Culenborg opgedragen heeft, 10 morgen in de Husmalen, van de meente tot aan Nyeslach, belend boven: Jan van Oijduyel (?), beneden Gerefaes v.d. Wade. Dit erf hebben Gerefaes van Hollant en Geryt die Brune als hierna beschreven staat. Geryt van Culemborg behoudt 1 Vrancr schilt uit dit leen. Vervolgens komt de belening van Willem Vlaminck met dit leen, waarbij staat "dit en was niet toe gegaan"