Bedoelde u soms?
capijl | chijs | cijs | cluijt | crijn | cruijf | cruijs | cuic | cuick | cuijc | cuijk | cuijle | cuijp | cuik | cuius

22 resultaten

Cuijl | 1345

Memorien Stift Xanten p 192
Achternamenindex

platea Reni te Xanten: de domo Kule, 6 sol

Cuyl, van |

Batavia Illustrata bl 867, 929
Achternamenindex

genoemd: van Cuijl, stamreeks

Cuijl, van | 1545-1555

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl V dossier 459
Achternamenindex

Aernt van Cuyl Henricsz c.s pachtten op 1545-02-03 ΒΌ deel van het weiland "Ostiens Weert" langs de Merwede tegenover Woudrichem, contra magistraat van Gorcum, die hen in hun bezit had gestoord door afgraving; 1548-10-13: aangesproken voor de helft van de pacht

1537-04-21 |

R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 48v, 49
Jaartallenindex

leenmannen van Holland oorkonden dat Gerrit Boom Jansz opdroeg tbv Floris van Cuijl dat Cortambacht gelegen in Swindrecht, metten winde aldaar en anders al zijn toebehoren, zulcx als hij ten erfleen houdende was, met het verzoek om Floris van Cuijl daarmede te belenen. Op 1538-01-12 beleent Karel Floris van Cuijl met het Cortambacht in Zwindrecht, te houden tot een recht erfleen

Cornelis Barthout Jansz, Willem Pietersz Criep, leenmannen; 1538-01-12: heer Zegelyn van Alveringe, heer tot Hofwegen, ridder, Cornelis Barthout Jansz en Willem Pietersz Criep

Cuijl, van der | 1424-11-17

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 32v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Geryt van Damasch oorkondt dat zijn hof- en tijnsmeester Beernt van Broichagen er over stond toen Johan van Triest Claesz en zijn vrouw Margriet, jvr Margrit, jvr Volquin en jvr Dirc, kinderen van Johan van Triest, hem opdroegen een stuk land van 3 morgen 2 hont, geheten Trudenkempken, gelegen in de maelscap van Lijnden, belend oost: land van de abdij, west: de heerlijkheid Lyenden, noord: die aa grave, zuid: Hubert van Triest Claesz, vervolgens ontvangt Aernt van der Cuijl Jacobsz dit goed ten tijnsrecht, per jaar voor 8 penn; "In mo h .. Lysbette van Triest. Nu heffer die koeck the Lienden"

tijnsgenoten: Hubert van Triest Claesz, Dirc Foyert

Cuijl, van der | 1427-04-22 (1427-11-22?)

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 33
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Gerit van Damasch oorkondt dat voor zijn hof- en tijnsmeester Beernt van Broichagen verschenen is Arnt Jacobsz [van der Cuijl] en zijn vrouw Eef, heeft opgedragen van Hubert van Triest Jansz namens zijn dochter Lysbeth van Triest, 3 morgen 2 hont land in de maelscap tot Lyenden, geheten "Truden kempken", belend oost: land van de abdij, west: de heerlijkheid Lienden, noord: de aa grave, zuid: Bernt van Brouchagen en Hubert van Triest Claesz; Hubert ontvangt dit goed voor zijn dochter Lysbeth tegen 8 penn per jaar; "Nu heffer die kerck te Lienden"

tijnsgenoten: Eernst van Ewick, Willem Gerytsz

Cuyl, van | 1674-03-27

Arch. Gecomm Raden Noorderquartier Inv no 51
Achternamenindex

losrenten kantoor Alkmaar: verschijndag 1675-06-01, Johanna Maria van Cuijl weduwe van Johan Boon fl 500 - fl 20

Blokland, van | 1591-01-13

Ned Leeuw jg 1939 p 278, 280 en 1944 p 128
Achternamenindex

gehuwd voor schepenen van Gorinchem: Vranck van Cuijl Adriaensz x Jenneken van Blocklant Geritsdochter. Hieruit: Cornelia van Cuyl, geboren 1599, overleden 1647-10-08. Bij de doop van hun kleinkind op 1622-07-07 is getuige: Marten van Blocklandt. Hun dochter Maria van Cuyl had volgende kwartieren: Cuijl, de Kemp, Blokland, van de Haar, Steenwijk, Leerdam, Houwinge, Buijs

Kyfhoek, van | 1502

R.A.H. Coll Aanw 143 fol 145v/Libro Finis M.P. Caput Arckel fol 11/Reg Castellae fol 27; Kroniek Hist Gen jg 1910 p 429
Achternamenindex

tafel van alle lenen Zuidholland: Herberen van Cuijl: een recht derdendeel van de ambachte van Kyfhouck in het ambacht van Swyndrecht, verlyt 1493-12-11; sedert verlijt Floris van Cuyl Herberensz

1568-01-26 |

Inv Arch Kapittel Den Hage regest 1736
Jaartallenindex

het Hof van Holland wijst vonnis in de zaak tussen deken en kapittel in den Hage, eisers, contra hun medekanunnik heer Jan van Cuijl, gedaagde. Het beveelt hem de voor de aartsbisschop van Utrecht aangespannen zaken tegen deken en kapittel in den Haag te beeindigen. De procureur van heer Jan gaat hiervan in appel bij de Groote Raad te Mechelen