9 resultaten
Heukelom, van | 1413-05-07
R.A.H. Coll Aanw 99 Arkel fol 6
Achternamenindex
Geryt van Honswijck, een hoeve land gelegen in het gerecht van Scoenrewoerdt op Overheijcoep, belend boven: Gijsbrech Scaij en Hubrecht Doncker, beneden: Herberen van Hoekelhem heer van Ackoy, te houden zoals van de hofstad Arkel gehouden
Heukelom van Ackoy
Zevender, van der | 1428~
R.A.H. Coll Aanw 99 fol 23v Arkel
Achternamenindex
Stephen van der Sevendair: 9 morgen land in het ambacht van Stolwijck in Beyersom, belend oost: Florys van Alcmade Heynricx, west: de Scutte
no 274
Rieghe, de | 1407
R.A.H. Coll Aanw 96 fol 215 en 215v; Coll Aanw 99 Caput Arkel fol 33
Achternamenindex
Enghebrecht Willemsz van den Wee[r]de ontving 3 morgen in het land van Ameijde op de Weert, belend oost: Henrick Claisz met 3 morgen leenland, west: Jacob Dierck Rughenz met 6 morgen leenland; er zijn brieven van heer Otte van Arckel; Dierck Jacopse doet afstand. Oude Jacob Dirck Rughenz ontvangt bij opdracht van Enghebrecht Willemsz van den Weerde 2 vierendeel land, 6 morgen, gelegen in de Ameyde op de Weert, belend boven: Enghebrecht met 3 morgen, beneden: "datter costerien toebehoert van Thienhoven ende die kerck op staet"; idem 1415-02-22 (1414): Jacob Riege zoon van Dirc Riege
Slingeland, van | 1428~
R.A.H. Coll Aanw 99 fol 34 Arkel/Libro III fol 120; R.A.H. Coll Aanw 100 fol 126
Achternamenindex
Pieter van Slingelant: de heerlijkheden van Slingelant, hoog en laag, tienden, tijns, renten ten erfleen; 1439-04-16: hertog Philips beleent Otte van Slingelant met die heerlycheit hoge ende lage, thynsen, thienden, renten mit anders allen synen toebehoren van Slingelandt, alsoe hem die angecomen sijn bij dodede sijns vaders Pieter van Slingelant, die se van de grafelykheid van Holland en van de heerlycheit van Arkel te leen te houden plach. Tot een erfleen
Loon, van | 1428~
R.A.H. Coll Aanw no 99 Arkel/Reg Novum Valor Feudorum dl 2 Caput Arkel fol 29v
Achternamenindex
leen van Arkel: Peter van Loon: 14 morgen op de Corte Achthoeven in het land van Vianen, belend: Peter van Loen met leen van Vianen, de Vliet
Dalem, van | 1428~
R.A.H. Coll Aanw no 99 Arkel/Reg Novum Valor Feudorum dl 2 Caput Arkel fol 29v
Achternamenindex
heer Jan van Daelhem. Alsulcke goede als hij van heeren Otten van Arkel te houden plagh, daer die manscip of an minen Heer gecomen is na inhout synre hantvesten. Dit geschiede tot Gorinchem, als myn lieve heer eerst Gorinchem increech
presentibus: de heer van Asperen, de heer van Heukelom
Arkel
1502-12-17 |
R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Arkel, Putten fol 99
Jaartallenindex
hertog Philips oorkondt also wij by onsen open brieve van octrooi, gegeven in onsen huyse in den Hage, dd 1497-07-14, geconsenteert hebben Willem Jan Reynersz.z om over zijn onversterfelijke lenen te mogen disponeren, en Willem nog bij zijn leven gedisponeert heeft dat al zijn lenen by gelycke portie zouden comen aan de getrouwde kinderen die hij zou nalaten, zo is het dat wij krachtens deze beschikking, ende oock bij consente ende in presentie van Jan Willemsz, oudste zone van de voor. Willem, beleend hebben zijn jonger broeder Adriaen Willemsz, met ½ van de gehele corentiende gelegen in Nyen Stryen in s heer Hugenlant, daer Sint Anthoniskercke in staet, welke helft toe te behoren pleecht Gerrit mr Jan Boomszone, van wie die voors. Willem Jan Reynersz deze helft kocht op 1493-04-03. Vervolgens wordt Adriaen met dit leen beleend tot een recht onversterfelijk erfleen. Te verheergewaden met een goed Holl schilt, ten laste van een gouden Andries gld sjaers daer uytgaende, gelijk zijn vader die gehouden heeft, en welke 31 gouden Andries gld wij op huyden daeruyt verlijt en verleend hebben zijn broeder Cornelis Willemsz. Item Willem Willemsz wordt eodem die met de wederhelft van deze tiende beleent, zonder enige last daeruyt gaende. Welke helft zijn vader Willem Jan Reyersz in zijn leven verkreeg van Thomaes Beuckelaer op 1501-12-22
1425~ |
R.A.H. Coll Aanw 99/Reg Novum Valor Feudorum dl 2 Caput Arkel fol 25
Jaartallenindex
Otte Jansz: Een vierendeel lants gelegen an die Vlist in den kerspel van Polsbroek, daer boven naist gelant is Allairt Splintersz en beneden die Carthuseren van den Berghe, ten erfleen, gelikerwijs Catherijn Vredericsdochter ende hoer moeder Lysbeth Peter Janszdochter te houden plagen
Kedichem, van | 1421-08-06
R.A.H. Coll Aanw 57 fol 412v, fol 429/Reg in Beyeren II fol 195; R.A.H. Coll Aanw 99 Caput Arkel fol 39; R.A.H. Coll Aanw 76 fol 167/Memoriale in Beyeren N fol 55v
Achternamenindex
hertog Jan oorkondt dat Ghijsbrecht Koenenz hem heeft opgedragen den Waert gelegen voor Arckel op de Linge zoals zijn vader Koen Gysbrechtsz van de heren van Arckel in leen gehouden heeft. De hertog beleent hiermede vervolgens Dirck Lambrechtsz van Kedichem; Tot dese voirs. verlyinghe bracht hij brieve heeren Jans heere t'Arkel daer hij dat Koen Gysbrechtsz in verliet hadde 1397 des Sonnendachs opten beloken Pinsterdach (1397-06-17); 1427-04-14: Elisabeth van Görlitz, als vrouwe van Arckel beleent Baernt Jansz met deze Waert, hem aangekomen na de dood van Dirc Lambrechtsz van Kedichem; 1428: idem Baernt Jansz (vgl 1391-05-21)