Bedoelde u soms?
haag | haga | hagae | hagen | haghe | half | hann | hare | hase | have | haye | hoge | huge | garst | geeft | geeist | geer | geert | geesten | geext | gemert | gerit | gerst | geryt | gheest | ghent | ghest | ghist | aisch | arca | archi | arck | arco | arem | arnh | arnt | asch | auca

127 resultaten

Molenaar, de | 1459-02-24

Inv Arch H Geest te 's Hage dl II regest 407
Achternamenindex

schepenen in den Haghe oorkonden dat Willem Claesz verklaarde schuldig te zijn aan Jacob Claesz een rente van 20 schll Holl per jaar op zijn huis en erf in het Noorteynde aan de oostzijde van de Beek, belend noord: Maritgen Aernt Smeetsz, oost: Gerrit Jansz die molenairs land, zuid: Aernt Allardtsz, bontwerker. Copie: in de margine anno 1557: Maertyn Zijeren ende es t leeg erf aan de zuidzijde van zijn huis, nu Odam [Obdam ?], is gelost als bij het register van 1571

1466-12-22: rente van 8 £ op het huis en erf van Willem de molenaar, in het Noordeinde van 's Hage, nu [!] de broeder van Gerrit de molenaar

Herlaer van Meerwijk, van | 1442-07-27

Inv Arch H Geest te 's Hage, dl I inv 778 dl II regest 280
Achternamenindex

schepenen in den Haghe oorkonden dat Griete van Herler verklaarde schuldig te zijn aan Vranc Jacobsz een rente van 10 schell per jaar op haar huis en erf in het Westeinde van den Haghe, belend oost: de zusteren, zuid: Jacob de Ridder, west: Dirc Jansz, scoemaker, noord: de Heerstraat; oorspr in 778: Huge Pieter Wivenz, habet Willem Heynricsz ende die zusternij knaep, habet Pauwels die lijndraijer; up Joris Korstensz huis in het Westeinde 10 schell CXVIII; copie: in dors: habet anno 1557 Guillame de Valkenaer; 1586: Bartelmeeus Harmansz, 1647 afgelost

Scilleman | 1456-07-14

Inv Arch H Geest te 's Hage dl I Inv no 945 dl II regest 384
Achternamenindex

schepenen in den Haghe oorkonden dat Reyner Pietersz verklaarde schuldig te zijn aan de H Geest in den Haghe een rente van 20 sch Holl per jaar op zijn huis en erf waarin hij nu woont in het Noorteynde, belend west, noord: Lysbet Engebrecht Camerlincx weduwe, zuid: Dirc Gerritsz, oost: de heerstraat. Voor deze rente zullen de H Geestmeesters voor de ziel van Reyner en zijn vrouw Margriete Scillemansdochter jaarlijks op St Thomasdag voor Kerstavond aan de armen dertig borden van 1 groot uitdelen. Oorspr. Inv no 945 in dorso: Reinaer Pietersz snijer, habet: Cornelis de outcleder coman, habet: Cornelis van Samborcht met jvr Mary Tonrijc. Up Cornelis die Cuyper huys in t Noerteynde 20 sc; op de zegelstaart: Reyner Pietersz snider in het Noerteind. Copie in margine: habet 1557 Matheus, de cuyper, in den Ouwenair

1486-06-09 |

Inv Arch H. Geest te s Hage dl II regest 492
Jaartallenindex

schepenen in den Hage oorkonden dat Jan Meynertsz verklaarde schuldig te zijn aan de H. Geest in den Hage een rente van 2 £ Holl sjaars op zijn huis en erf in het Noorteynde, belend zuid: Willem Gerit van Dokes weduwen erfnaem, west, noord: Gherrit Claesz, kaersmaker, oost: de heerstraat. In margine: habet anno 1557 Martijn de Swart, timmerman's weduwe; nu: Aelbrecht de Ridder. Afgelost als boven (vgl 1391-11-10)

1487-01-23 |

Inv Arch H. Geest te s Hage dl II regest 495
Jaartallenindex

Dirck Jan Sonck, Doman Gheerlofsz en Pieternelle Pietersdochter met haar voogd verkopen aan de H. Geest in den Haghe 8 morgen 1 hont land (in het Westambacht van den Haghe) belast met 1 gouden Engelse nobel, 11 schell en 6 penn Holl, zoals vermeld in de doorgestoken brieven. In dorso: habet Dirc Pietersz die puer (vgl 1452-07-21)

1487-03-06 |

Inv Arch H. Geest te s Hage dl II regest 496
Jaartallenindex

schepenen in den Hage oorkonden dat Claes Pietersz verklaarde schuldig te zijn aan de H. Geest in den Hage een rente van 20 schell Holl sjaars op zijn huis en erf op die Spoije aan de westzijde van de vaart, zuid: Symon Jansz, west: Berber, die brouster, noord: Boudyn die backer. In magine: habet anno 1557 Pieter Zijeren, wyelmaicker, anno 1586 Jan Vrericsz scipper, anno 1622 Jan Jacobsz, viervoerder

1490-05-10 |

Inv Arch H. Geest te 's Hage dl II regest 499
Jaartallenindex

baljuw, schout en schepenen van den Hage oorkonden dat zij met consent van hun gemene buren, vroedschap, rijkdom en alle inwoners van den Haag en Haagambacht tbv hun dorp verkocht hebben aan Jan Oom van Wyngaarden, baljuw van den Hage, een erfrente van 1£ gr Vls, losbaar met 100 R gld

1497-12-29 |

Inv Arch H. Geest te 's Hage dl II regest 517
Jaartallenindex

schepenen in den Haghe oorkonden dat zij toegepacht hebben aan de H. Geest in den Haghe een jaarlijkse rente van 21 schell 6 penn Holl, te betalen op Alre Heyligendach, zoals de andere rente waarvan de schepenbrief spreekt waaruit deze rente als achterstallig gepacht is; terwijl zij deze rente verzekerden op het huis en erf van Michiel Weeus [te lezen: Meeus ?] in het Voorhoudt, volgens genoemde brief, belend west: Wolbrant Aerntsz, oost: de nakomelingen van Pieter Gillisz, noord: de weg. Verder op 1 morgen land aan de noordzijde van den Bosch, volgens genoemde brief belend west: Bertolmeus Woutersz Bijdaghe, noord: de banwatering, oost: OVr kerk te Leiden, zuid: de Houtgraft. In margine: habet anno 1557 Pieter van Halmale. Dese rente nyet gelost wesende ic t en vint igitur geen rekening (vgl 1427-04-18, 1530-02-04)

1470-04-28 |

Inv Arch H. Geest te 's Hage dl II regest 454
Jaartallenindex

schepenen in den Hage oorkonden dat Henrick Dircksz erkende schuldig te zijn aan Dirc Jacobsz een rente van 2 £ Holl sjaars op zijn huis en erf waarin hij nu woont op die Volresgraft, oost: Jacop Dircsz die wever, zuid: Jutte Jan Jansz weduwe, west: Aelbrecht Gillisz, noord: die Volresgraft. In margine: habet anno 1557 Jan Arysz weduwe. Dese en die navolgende renten zijn gelost 1566-08-04 [vgl regest 514, ontbreekt !]

1472-05-10 |

Inv Arch H. Geest te 's Hage dl II regest 458
Jaartallenindex

Claes Govertsz verklaart ten lije te hebben een schepenbrief van den Haghe groot 2 £ Holl die wijlen Aernt Veerman verzekerd heeft op het huis en erf waarin deze toen woonde, op de Spoeye aan de westzijde van de vaart, en verklaart dat Jan Aerntsz als nazaat van Arent Veerman voors. deze rente met den penning 10 mag lossen. Op zijn verzoek bezegeld door Jacob Janssoen de boden zoon en Pieter Gherytsz. In margine: habet anno 1557 als voren (fol 282) (vgl 1458-02-24, 1558-03-20)