1628-05-08

R.A.H. O.R.A. 1066 fol 14v

Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Jan Cornelisz en Jannetje Cornelis, geassisteerd met haar oom Willem Jansz, erkennen schuldig te zijn aan Jan Jansz Backer, houtcoper te Haerlem, een rente van 12 gld 10 st per jaar, losbaar met 250 gld, onder verband van het volgende huis en landen in de ban van Tetrode: 1) een croftgen lants, groot 2½ hont met het huis daerop staend, zuid en west: de Heerenwech, noord en oost: de kinderen van Matenes, 2) een stuckgen lants, groot 5 hont genaempt "Kindercrooftgen", oost: de Heerenwech, west: de wildernis, zuid: Hans van de Sompel, noord: die Catwyckercroft, 3) ⅓ part van een stuk land groot in het geheel 1½ morgen, west: Gilliaem Bossu, noord: Floris Jacobsz, oost: die Delft, zuid: Arijs Jacobsz c.s; afgelost 1631-05-09

Jan Jacobsz Dickman, schout, Engel Pietersz en Symon Symonsz, schepenen in Tetrode

1628-05-12

R.A.H. O.R.A. 1066 fol 15, 15v

Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Daniel de Keijser, secretaris, als gemachtigde van Aechte Cornelisdochter, laatst weduwe van Jan Ysbrantsz, gepasseert ten overstaan van haar zoon Cornelis Dircsz Roo voor notaris Egbert van Bosvelt te Haerlem dd 11 Mei 1628, erkende schuldig te zijn aan Jan Cornelisz brouwer en Frederick Coninck, wonende beide te Haarlem, resp de somma van 150 gld (voor geleverde bieren) en 100 gld (voor geleverde lakens, Frederik is laeckencoper). Voor de betaling verbindt zij haar huys, werf, boomgaert, plantinge en teellant in de voors. banne, zuid: Lysbeth Cornelis, west: de wildernis, oost: De Seven madt, noord: de gemene watering; 1628-05-23: zij erkent aan Gerrit Sebastiaensz, cuijper te Haerlem, 100 Kar gld schuldig te zijn ter zake van verdiend arbeidsloon, onder verband van hetzelfde huis

Jan Jacobsz Dickman, schout, Engel Pietersz en Symen Symensz (met zijn merck), schepenen in Tetrode

1628-05-31 (1)

R.A.H. O.R.A. 1066 fol 18v

Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat de edele heere advocaet mr Franchoijs Valck en Egbert van Bosvelt als last en procuratie hebbende van Aechte Cornelis laetst weduwe van Jan Ysbrantsz (procuratie voor notaris Jacob Benningh te Haarlem dd 1628-05-31), tot meerder zekerheid van de 1500 Kar gld en renten van 800 gld, huyden ingaende, volgens de schepenbrief van Haarlem op huyden gepasseert, verbonden haar ⅓ part in ½ van een blekerij en landen in de ban van Tetrode, haar door het overlijden van haar zuster Trijn Cornelis, in leven huysvrouwe van Ysbrand Jansz, aanbestorven, volgens de gemaakte deling dd. 23 maart j.l. tegen de andere erfgenamen van Cornelis Pietersz Langeneel en Dignum Willems, de ouders van Aechte; 1633-03-03: Huijch Meesz toont deze betaalde brief en wordt deze geroijeert

Jan Jacobsz Dickman, schout, Engel Pietersz en Symen Sijmensz (met zijn merck), schepenen in Tetrode

1628-05-31 (2)

R.A.H. O.R.A. 1066 fol 16

Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Thonis Claesz Engelsman verkoopt aan mr Frans Kijess zekere huijsinge ofte hofstede mette landen daertoe behorende, zoals comparant dat gekocht had van Cornelis Cornelisz Duijt, in de ban van de Vogelesanc, belend rondom met de wildernis van Brederode, van wie deze landen in erfpacht zijn genomen voor 4 Kar gld en ½ st per jaar. Koopsom 1700 Kar gld

Jan Jacobsz Dickman, schout, Engel Pietersz en Symen Sijmensz (met zijn merck), schepenen in Tetrode

1628-05-31 (3)

R.A.H. O.R.A. 1066 fol 17, 20

Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Anderis Dammisz van der Horn, voor hem zelf, Cornelis Dircksz Guldewagen x Aechgen Dammis, Aeffgen Dammis, jongedochter geassisteerd met Anderis Dammisz en Cornelis Dircxz, haere gecoren voogden, ende mitsgaders de rato caverende voor Trijntge en Willem Dammisz, hare zuster en broeder, alle kinderen en erfgenamen van wijlen hun ouders Dammis Arijsz en Steyntgen Willems. Zij verkopen aan Johan de Vree, brouwer tot Haarlem in de twee climmende leeuwen, een hooffstede mette huysinge en met het land daertoe behorende, groot 6 morgen, in de ban van Tetrode gelegen, volgens de oude transportbrief. Koopsom 3200 Kar gld; 1627-05-31: zij verkopen aan Johan van Campen twee stucken weijtlants achter den anderen gelegen in de ban van Tetrode, die Steyntge nog bij haar leven aan Johan vercocht had, oost: de Vaert, zuid: Johan van Campen zelf, west en noord: jhr Christoffel van Schagen. Koopsom 2550 gld

1628-07-04

R.A.H. O.R.A. 1066 fol 18v

Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat de regenten van het weeshuis binnen Haarlem verkopen aan Gerrit Joorijsz, duynmeijer tot Overveen, een stucke weytlants groot 1 morgen 1 ½ hont in de ban van Tetrode, belend noord: Gerrit Joorijsz, zuid: jhr Johan van Schagen, oost: de Houtvaert, west: Symen Dircsz

Jan Jacobsz Dickman, schout, Engel Pietersz en Symen Sijmensz (met zijn merck), schepenen in Tetrode

1628-07-18

R.A.H. O.R.A. 1066 fol 19

Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Gerrit Dircsz Gudde (Gudile ?) x Maijcken Frans voor zich zelf, Aernout Fransen, Willem Jansz van Leerbergen als man van Catalina Frans mede voor hemselven, Maddalena Frans, jongedochter geassisteerd met haar broer Aernout, gezamenlijk ook caverende voor haar broer en zuster Jan Fransz en Claesgen Frans, allen nagelaten kinderen en erfgenamen van Franchoijs Davits de oude, transporteren aan hun broer Franchoijs Davitsz de jonge 6/7 parten in de opstal van de huijsinge, woonhuijs, loodhuys, melckhuijs, stallinge en schuren, met alle gereetschap van de blyckerij, ketels, kuijpen, berrijen, watens en paarden, staende alle tesamen op de grond en bleyckerij van Gerrit Dircksz Slinck, waarvan het resterende part reeds aan de koper toebehoort. Koopsom 2144 gld 17st

Jan Jacobsz Dickman, schout, Bartel Nijs en Pieter Wanten, schepenen in Tetrode

1628-09-04

R.A.H. O.R.A. 1066 fol 24

Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Maritgen Jans, weduwe van Symen Campen, geassisteerd met haar gecoren voogd Daniel Gillisz de Keijser, erkent schuldig te zijn aan Sacharias Dircksz Wittecruijs, wonende tot Haerlem, een rente van 11 Kar gld per jaar, losbaar met 200 gld, onder verband van het huis, erf en werf haar bij de scheiding toebedeeld, west: Neeltgen Thunis, noord: Jacob Symonsz, oost: haer comparants kinderen, zuid: Joost Vergraft

Jan Jacobsz Dickman, schout, Bartel Nijs en Engel Pietersz, schepenen in Tetrode

1628-11-22

R.A.H. O.R.A. 1066 fol 13v

Transportregister Bloemendaal

schepenen in Aelbertsberg oorkonden dat Dieuwer Pieters, weduwe van Arent Pietersz, die reeds twee kinderen had: Dirck en Symen Arentsz; zij had bij Arent ook twee kinderen: Aechtge en Maritgen Arents, die onder voogdij staan van Symon Symonsz en Willem Claesz, als naeste bloetvoogden. Den kinderen wordt bewijs gedaan van hun vaderlijk goed. De weduwe zal de kinderen uitbetalen als zij mondig worden, 6 Kar gld, verder zal zij hen onderhouden in kosten kleding. De weduwe zal hiertegenover al het andere bezit behouden en de schulden betalen

Bartel Nijs en Pieter Wanten, schepenen in Aelbertsberg

1628-10-25

R.A.H. O.R.A. 1066 fol 25

Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Adam Jansen, cleermaker tot Haerlem, verkoopt aan Havick Jacobsen, timmerman, een huis, erf en werf in de ban van Overveen, oost: Jan Arentsz [lees: Jan Adriaensz], west: Joost van der Linden, zuid: die Heerwech, noord: Gerrit Nanninck, belast met een erfpacht. Koopsom 57 gld 10st

Jan Jacobsz Dickman, schout, Engel Pietersz en Symon Symon Maertsz (met zijn merck), schepenen in Tetrode