Abcoude, van | 1342-12-10

Rek Rentmeester Amstelland dl I p 287

Achternamenindex

kosten die heer Floris deed buiten zijn baljuwschap, woensdag voor St Luciendag tot de heer van Apecoude en heer Dirc van Arkel te Wije en te Stoutenburch, 4 dagen met 3 paarden per dag 12 sc, maakt 48sc

Abcoude, van | 1385-03-18<

Leengoed no 183 p 158, no 473 p 447

Achternamenindex

de heer van Abcoude houdt van de bisschop van Utrecht: 6) de tienden tot Woudenberch ende in t Wout also also als tie heer van Abcoude daar heeft (no 473 p 447); 11) het gericht tot Cameric [de tienden] (no 183 p 158)

Abcoude, van | 1385-03-08<

Bisschoppelijke Lenen no 319 p 281, p 176 no 206, no 267 p 235, no 507 p 486

Achternamenindex

de heer van Abcoude houdt van de bisschop van Utrecht: 7) het goed tot Ymminchusen, tot Mandern en tot Leersum (no 319, p 281); het goed te Mandern [Maarn] is niet bekend; 10) de tiende op Maersenvene (leengoed no 267); 9) de tiende van Sweserenghe, tussen Utrecht en Mariendaal (leengoed 507)

Abcoude, van | 1401-05-28

Reg Rotterdam en Schieland no 1498

Achternamenindex

Henric Hugenz, schout in het ambacht van der Nyerkerc, verklaart dat in tegenwoordigheid van hem en van buren van het ambacht, heer Philips van Polanen, ridder, in vrije eigendoom aan Otte Kondauer tbv Jacob van Abcoude heer van Gaesbeeck, Putte en Strijene, heeft overgedragen een stuk land, groot omtrent 12 morgen met al zijn toebehoren, in genoemd ambacht gelegen, bepoot met opgaande bomen en belend oost: Kathrijn Jacob Alairtsz weduwe, west: Fije Roelofs weduwe en Heyntgen Roelofsz

Abcoude, van | 1361

Codex Dipl Neerl serie 2 dl 4 afd 2, p 55

Achternamenindex

Johan, bisschop van Utrecht, doet uitspraak tussen Jacob abt van oostbroek en Mechteld priores van het Vrouwenklooster, over het onderhoud van de wetering in het gerecht van de abt van Oostbroek, tussen Buurveld en het gerecht van Dirck Over die Vecht, tot aan de nieuwe steenweg

bezegeld door: de heer van Ijsselsteyn en de heer van Apcoude

Abcoude, van |

Miraeus: Opera Diplomatica I p 784

Achternamenindex

stamreeks Swederus heer van Abcoude en Wyck te Durstede

Abcoude, van | 1186

Oorkbk Sticht Utrecht no 516

Achternamenindex

Arnoldus Scapekin schenkt enige horigen aan het kapittel van St. Jan te Utrecht, met name Elinar, Tinoch, Hildegardis, Theodericus met zijn vrouw, Stephanus, Gelnoth, Arnoldus Mol met zijn vrouw, Wolfram en zijn vrouw, Theodericus en zijn vrouw, met hun kinderen, op voorwaarde dat deze en hun kinderen de rechten van de dienstmannen van het kapittel zullen hebben

Wilhelmus de Scalcwic en zijn zoon Egidius, Henricus de Lonreslote et Gerardus Splinter, frater eius, Henricus de Abbenkewolde, Walterus de A et Theodericus filius eius, Fridericus de Hurst et Bernardus frater eius, Hermannus scultetus de Worthene et Godescalcus frater eius, Arnoldus de Evenkestorp et duo generi eius Johanns de Aldwic, Theodemus de Turri, Albertus Pil et fratres eius Theodericus Reigere et Gerardus Blome

Abcoude, van | 1245-12-12

Codex Dipl Neerl Serie 2 dl 4 afd 2 p 19

Achternamenindex

Otto bisschop van Utrecht oorkondt dat Gysbert zoon van Lantfridus de Vechten, ridder, 12 morgen te Amelisweerd aan de abdij Oostbroek verkocht heeft

Gyselberto de Amestelle, Ernesto de Wulven, Gyselberto de Zuylen, Bernardo de Dolren, Henrico de Amersfoert, Spyringo, Gerardo de Polsbroich, Gerardo de Berenwerde, Arnoldo de Scalcwyk, Egberto de Rusco, Ghyselberto de Jutfaes, Waltero de Bloemendal, Gerlaco, Gysberto de Goyen, Hermanno de Weden, nos tris ministerialibus; schepenen van Utrecht: Theodericus, scultetus, Bartoldus Bonsnanele, Guuter, Theodericus capellanus, Jacobus Spiker, Jacobus Soldenbalch

Abcoude, van | 1247-07-04

Codex Dipl Neerl Serie 2 dl 4 afd 2 p 174

Achternamenindex

Bernardus, van Duttinghem, bemiddelt tussen Albero van de kerk in Judifas en heer Giselbertus, ridder

Abcoude, van | 1247-12-01

De Geer I p 278

Achternamenindex

broeder Gysbrecht van Ruwiel verklaart met toestemming van zijn vrouw Goede, van zijn zoon Loef en overige kinderen en erfgenamen, voor een schuld van 60 Utrechtse £ aan het Duitse Huis te Utrecht, in onderpand gegeven te hebben een tiende van drie hoeven lands, gelegen onder Jutphaas tussen de Groene Weg, die strekt naar het huis van domina Giselbertis de Sulen en de goederen van de kinderen of erfgenamen van heer Hendrik van den Velde, welke hoeven hij van heer Ysbrand van Lent, ridder, in leen hield