23 resultaten

Broeke, van den | 1308

Rek Hen Huis I p 8, 9, 11
Achternamenindex

renten van het land van Amstel: - Vrancke, houtvester van Bindelmerbroec, 170 £ te [Ouderkerk?]; in de parochie van Loenen: de landsate bij de Anster, elke morgen 11sc: - Vranke 14 morgen, 7 £/D 14sc; afterstal van deze renten: - van Bindelmerbroec, - Vranke 3£ 10sc, jaarlijks voor de persoenre; - aan Vranken van den Broeke 5£, "die men hem lovede te laten, waer dat hi kennelic verlies mochte berechten"

Zoudenbalch | 1451-09-03

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 79v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Willem van Hoeckellem oorkondt dat hij Gheryt Zoudenbalch Hubertsz na dode van zijn vader beleend heeft met een hofstede, gelegen "an die nedersyde van der steghe die men gaet van der nijer strate in Doudelle" (in margine: binnen Utrecht), zoals zijn vader Hubert Soudenbalch tevoren in leen hield; Gerijt maakt dit leen vervolgens tot lijftocht voor zijn moeder Wouter Hubert Zoudenbalchs weduwe; "Gheryt Zoudenbalch is doot ende dit heeft ontfangen here Gherijt Zoudenbalch syn soen, canonic ten Doem t Utrecht"; "item Gheryt Zoudenbalch heeft sijn leen versocht mitter leghen hant van abt Jacob van Poelgeest als hij van recht sculdich was te doen" (1451-10-20)

mannen: Johan van den Anster, Goessen van Scadyck; Zoude van Rijn, Johan van den Anster

Rijn, van | 1452-07-03

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 86, 86v, fol 90v, 91
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Jacob van Poelgeest oorkondt dat Zoude van den Rijn en zijn vrouw jvr Ave hem opdroegen de leenweer van een hoeve land aan de Oude Rijn in Langeraec in het kerspel van Vlueten, belend boven: Jacob Maesz, beneden: Aernt Gerytsz wijf was van der Mije, met haar kinderen, dat Tyman de Lange toebehoorde, en na zijn dood aan zijn zuster jvr Ave gekomen is; hun neef Otte van Slingelant wordt vervolgens beleend, behalve de lijftocht van Zoude van Rijn en zijn vrouw Ave aan dit goed; 1452-07-10: Otte Slingelant draagt dit leen op, en vervolgens wordt Geryt van Rijn Soudenz met deze hoeve beleend, Geryts ouders behouden hun lijftocht; 1462-04-14: Zoude van Rijn en zijn vrouw Ave droegen dit op tbv Geryt van Rijn Zoudenz, belend boven: Geryt Ricoutsz, Dirc Maesz erfgenamen, beneden: Jacob van der Horst, en voortyts Tymon de Lange plach toe te behoren en aan jvr Ave van haar broer Tyman aanbestorven was; "nu Heinrick van Duven per resignationem"; 1464: jvr Ave, weduwe van Zoude van Rijn draagt dit goed over aan hun zoon Geryt van den Rijn, die het tot lijftocht voor zijn vrouw Janna Jansdochter van Nijenrode maakt (fol 91)

mannen: Goeswijn van Scadijc, Henric Zael; 1462: Eerst van Drakenborch, Geryt Zoudenbalch, Goesen van Voerde, Volken van Baern, Jan van der Anster, Evert van Scadie; 1464: Goossen van den Voorde, Jan van der Anxster