35 resultaten

Scadijc, van | 1460-06-06

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 86, 174v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: jvr Jut, vrouw van Goesen van Scadijc draagt over een stuk land van 2 campen, geheten de Lijescamp, gelegen in den Slage, en Goesen doet afstand van zijn lijftocht; vervolgens wordt zijn zoon Evert van Scadijc Goesenz beleend; 1465-04-11: Evert van Scadijc draagt dit leen op, en vervolgens wordt Heinric die Witte beleend tbv "der armen luden die beddevast lagen in Sinte Barbarengasthuus t Utrecht bi der plaetse ende St Louwerens gasthuijs daer t'eynden an"; de beide gasthuizen worden beleend

mannen: Gherijt van Lochorst ende van der Merwe, Henric van Duven; 1465: Jan van der Anxter, Tyman Mouwer van Heersell

Lockhorst, van | 1460-04-25

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 165v, 221v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Geryt van Lockhorst van der Merwe[de] verzoekt zijn leen, het goed tot Lochorst met de heerlijkheid, gelegen buiten Amersfoort, na dode van zijn vader Jan van Lochorst, en hij wordt beleend; eronder staat: "item dit heeft Jan van Lochorst syn soen per mortem"; 1480-10-24: beleend Jan van Lochorst van der Merwen, na dode van zijn vader Geryt, belend oost: Hamertsvelder wetering, zuid: een sloet daer Rutenbeeck en Lochorst mede gescheiden zijn, noord: een wetering, scheiding tusen het erve ter Weteringhe en Lochorst, tot aan de meente toe die tot Heyligenberghe en tot Lochorst hoort. Deze meente gaat langs de oude enghe aan de westzijde tot aan de wetering die de meente en Lochorst scheidt, tot in der beke toe, ende zuytwaert die beke langes tot aen den sloet daer Lochorst ende Rutenberg mede gescheiden zijn

mannen: Dirc van Zulen van Hermelen heer van der Zevender, Jan van der Anxter; 1480: Bernt uten Enghe, Elys van Scerpenzeell

Hoeve | 1474-09-11

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 383, 397v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Joest Hoeve Dirksz als voogd van zijn zoon Dirck Hoeve, die nog niet mondig is, wordt binnen jaar en dag na dode van Dircks moedere Petronella Goert Menssendochter beleend met ½ tiende in Hogelande tot een goed onversterfelijk erfleen, pacht 18 oude gr Tourn en een goede maaltijd; "dit heeft Claes Beth"; 1478-05-01: Jacop van Campenhout als voogd van zijn nicht Magdalena Joest Hoeve Dirickszdochter, die niet monidg is, wordt beleend, zoals Dirck Hoeve in leen gehouden had; "item dit was twistgoet ende dit behaet Claes Beth Walychsz ut infra"

mannen: Jan van den Anxter, Jan van Helmont; 1478: Gheryt van den Rijn, leenman van St Paulus, Johan Taets, leenman van de bisschop

Amerongen, van | 1457-04-28

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 84, 89v, 96
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Jacob van Poelgeest beleent Folpert van Amerongen na dode van zijn vader Arnt van Amerongen, met: 1) ½ van een halve hoeve veen gelegen in Heserveen [bij Soest], waarvan Lambert Peter Lambertsz.z van Hamersvelt de andere helft heeft, belend aan beide zijden: Aelbert Roelofsz en zijn zoon Roelof, strekkende van de Zoesgrafte zuidwaarts; 2) de helft van de tiende op Emenesse buitendijks, waarvan Peter Lambertsz van Hamersvelt ook de andere helft heeft, belend als voren; vervolgens draagt Folpert dit leen over tbv Jan van Amerongen; 1462-04-10: jvr Mergriet, weduwe van Folpert van Amerongen met haar zoon Aernt van Amerongen "begeerde oetmoedelic aen ons alsoe Aernt hoir soen zeer jonc van jaren is ende sijn leen aen ons sculdich was te versueken", zij verzoekt uitstel van belening, en de abt verleent die voor de tijd van 13 jaren; 1464-06-29: abt Johan Claeuwert beleent Aernt Folpertsz van Amerongen, binnen jaar en dag na dode van zijn vader Folpert van Amerongen met deze lenen

mannen: Zoude van den Rijn, Peter van Schoenenburch; 1462: Geryt van den Rijn, Jan van den Anxter; 1464: Gerrit van Rijn, Aplphar Ruysch

Doorninck, van | 1468

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 203v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: mr Dirc Grawert, deken van de kerk van Oudmunster, draagt over al zijn leengoed, hem aanbestorven bij dode van zijn broer Gerijt Grawert, aan Jan van Doornick; 1472-01-08: Jan van Doornick draagt over: 1) ½ van alingen goede en leen ter Ouder Zijlhorst, 2) land geheten Bredersveen, noord: Aernt Zegersz van Emmiclaer, zuid: de gheer met de broeck behorend tot Ouder Zijlhorst, west: Reijer Evertsz, de Gheer belend : Jacob van Lijelaer, 3) Alfertsland, west: de abdij, oost: Egbert de Beer, 4) "de brede acker" en de Geer, oost: Jacob van Lijenlaer, wes: Egbert de Beer, 5) Hoevenacker, oost: Egbert de Beer, west: de abdij, 6) Coepscamp, oost: de abdij, west: Zijlhorst, 7) Huijsstuc, oost: Egbert de Beer, west: de abdij, 8) het Wijnckelstuc, oost: de abdij, west: Egbert de Beer, noord: Reijer Evertsz, 9) land dat Gysbert Gysbert Lambertsz gepangelt heeft tegen Egbert die Beer an die Baeste, belend beide zijden: de Oude Zijlhorst, 10) 3 duijstcampen, onderdeijlt tegen die Nije Zijlhorst, zuid: Deric die Coninc, noord: Goesen van Voirde en Egbert die Beer, 11) een duijstcamp onderdeylt met nijer Zijlhorst, noord: Deric die Coninc, zuid: de abdij, 12) veen geheten Henricscamp, onderdeylt met nijer Zijlhorst, noord: Jan Pouwelsz, zuid: Claes Ban, 13) utslagen en veen die tot ouder en nijer Zijlhorst behoren, 14) ½ van het leen Nyer Zijlhorst, eggen ende eyden, bodem ende voirt veen en velt; vervolgens wordt Willem Claesz then Hove beleend met de helft, onderdeylt met Evert Freijse an Dolre die de andere helft heeft; "dit goed heeft ontfangen Gysbert Willemsz in eodem libro fol 223"

mannen: Eerst van Drakenborch, Willem van Lochorst, Geryt van Ryn, Jan van der Anxter; 1472: Geryt van Rijn, Alfer Ruysch, Tyman Mouwer van Heersel