13 resultaten

Oosterlande, van | 1404-02-22

Fruin: Arch Reimerswaal no 33, 51, 52, 53, 55, 56
Achternamenindex

hertog Albrecht hernieuwt aan Heynrijc Jansz van den Oesterlanden de belofte hem gegeven bij zijn huwelijksvoorwaarden dd 1376-11-26 met de nicht van de hertog Margriet, dochter van Heynric de bastaard [zoon van graaf Willem], dat de goederen die hij toen van de hertog had, te weten 2 achtendelen tarwe per week uit de molen van de stad Remmerswale, het veer tussen die stad en Berghen an den Zoom, en de waag binnen Reimerswaal, zullen overgaan op zijn kinderen; 1443-01-11: hertog Philips doet ten guste van de eisers uitspraak in het geschil voor het Hof van Holland over deze goederen tussen Jan Heinricsz van den Oosterlande en zijn broers en de gedaagde, de stad Reimerswaal, bij verstek (zie ook: 1443-03-18: uitstel en 1443-03-30: idem); 1444-12-03: het appel is niet ontvankelijk; 1444-12-09: Wolfaert en Jan Heynricxszonen van den Oisterland worden gemachtigd om de poorters en inwoners van Reymerswale en hun goederen te arresteren voor hetgen men hen schuldig is, vanwege het vonnis van het Hof van Holland

Schagen, van | 1492-1493

Grote Raad Mechelen Geëxtendeerde Sententiën 1966 p 268; E.A. Dossiers dl I dossier 102
Achternamenindex

Jan van Scaghe contra Claes Coerf, schout van Hoorn. Geschil over het schoutambt te Hoorn sedert 1492. Verweerder had dit in 1489 gepacht in 1492 met 3 jaar verlengd. Pas in 1498 ging eiser die een schenkingsbrief van de Vorst had verkregen, in appel bij de Grote Raad. In zijn proces bracht eiser naar voren dat verweerder rees 5 ambten bekleedde, terwijl dit volgens Hollands recht er mar 2 mochten zijn. Verweerder stelt dat deze regel in onbruik is geraakt, en stelt bovendien dat de appellatie reeds in 1489 gedaan had moeten zijn. 1493-08-20: eerste aanleg (no 102, schrifturen en onderzoek); 1493-08-30: vonnis. Claes Corf had dit ambacht in 1489 gepacht en deze pacht was in 1492 met 3 jaar verlengd.In ditzelfde jaar zou het ambt aan Jan van Schagen verleend zijn. Partijen verwijten elkaar onloyaal gedrag jegens de vorst: Jan zou deelgenomen hebben aan de rebellie in 1491 (eiser was toen schout van Haarlem). De Grote Raad stelt eiser in het ongelijk, wijst het ambt aan verweerder toe. Met tal van bijgevoegde processtukken o.a. moeten de Westfriese dorpen 2000£ betalen voor de schade aan persoon, huis en goederen te Alkmaar van Claes Corf toegebracht (102/2)

Tengh | 1545-1555

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl V dossier 459
Achternamenindex

1540-08-02: Jan Tengh c.s. verzocht de gravers die aarde uit dit land weghaalden dit te doen uit het midden en niet langs de oever van de Merwede, doch zij weigerden; 1545-1555: Aernt van Cuyl Henricsz, Jan Claesz Tengh [ Teding ?] en Heynrick Gerritsz van Schoonhoven, mede [!] als voogden van de dochter van Osten Jansz, en Frans Kaerle, contra burgemeesters, regeerders en thesauriers van Gorinchem. Eisers pachtten op 1545-02-03 ¼ deel van een weiland genaamd "Ostiensweerd" van Gorinchem voor de tijd van 8 jaar, gelegen langs de Merwede tegenover Woudrichem, ¾ deel hadden ze in eigendom [eisers ?]. Toen eisers over 1546, 1547 en 1548 geen pacht betaalden, daagden de thesauriers hen voor schepenen van Gorinchem. Eisers voerden aan dat Gorinchem hen door het afgraven van hun land in hun bezit hadden gestoord. Processen voor het Hof van Holland. Op 1548-12-20 eisten zij vernietiging van de executie. In de loop van het proces verwierven eisers .. mandement, waarbij aan verweerders bevolen werd het kanaal, dat zij door hun land gegraven hadden te dempen en de schade te vergoeden. Een tweede proces voor het Hof. Eisers vroegen schadevergoeding voor verlies van aanwas en wegspoeling van hun land. Gorinchem verweerde zich met dat er in het belang van de stad gehandeld was. De Merwede stroomde vroeger nl langs de stad, maar nu had hij zijn loop verlegd. Hierdoor kon er geen tolgeld meer worden geind en ging de handel achteruit. Op 1544-07-03 verkregen ze octrooi om een kanaal te graven door een stuk land van de keizer, naast Ostiensweerdt gelegen. Verder hadden zij een kanaal tussen de Keysers weerd en een stuk land van de gravin van Hornes gedempt. Hiertoe hadden ze aarde gestoken uit het land van de eisers, maar zij hadden slechts de langs het water uitstekende stukken, die anders toch weggespoeld zouden zijn, gebruikt. Bij elkaar was het meer dan een hont, waarvan ¼ eigendom was van de stad. Ze boden daarom aan de waarde van ¾ hont te betalen. Ze ontkende dat zij gegraven hadden door eisers land en dat eisers vroeger meer aanwas hadden. De eis van de stad om de pacht te innen bij Job de Molenare, pachter van eisers, werd door het Hof 1549-05-12 niet ingewilligd. Het Hof verklaarde de executie nietig en veroordeelde Gorinchem tot de proceskosten. In het tweede proces stelde het Hof schadevergoeding aan eisers op 20 Kar gld. Eisers gingen vóór 1554-03-04 hiervan in appel bij de Grote Raad. Intussen gelaste het Hof op 1555-07-02 aan eisers de pacht te betalen