26 resultaten
Bronkhorst, van | 1375-02-02
Ned Leeuw jg 1915 p 359/Gelre IV p 177
Achternamenindex
verdrag tussen de Bronkhorsten en de Heeckerense partij over een aan te nemen onzijdigheid in het land van Zutphen, Elten, Berg, Bredevoort, Borculo, Wisch, Anholt, de Hetter en het gericht Ulft
ondertekend door: 1. Willem 2. Gisebert 9. Ghisebrecht 18. Willem 111. Herman 143. Dyrc bastert van Bronchorst broeder van de heren van Brunchorst
Heukelom, van | 1461-1462
Rek Rentmeester Arkel Heukelom 2189 fol 8, 10v
Achternamenindex
de Zoedslagen: - 4 morgen gebruikt Vrederick Braem, als huwelijksgave van zijn vrouw jvr Adrijane, natuurlijke dochter van de jhr van Huekelom, daarom hier niet (fol 7v); - een camp van 16 hont die Ott de bastaard van Huekelem in pacht had, slechts voor 1 jaar, beginnend 1461, de morgen voor 1 gouden Wilh schilt van 21 st, facit 2 £ 16sc (fol 8); - nog een camp van 3 morgen die Henrick de bastaard in pacht had voor een jaar voor 1 gouden Wilh sc, facit 3£ 3sc (fol 8); - "van den Rijetplachen die vier sijn, te weten die eene voir Oisterwyck achter de galge, die ander voir t hof, die derde achter den weerf bij t hof, geheiten den doden stroom, ende die vierde tussen die galge ende den Oel (Del ?). Als van den ryetplachen acter den weerf daeraf die jonchere van Huekelem gegeven mit scepenenbrieve Marykin Boumans, die een kindkin bij hem hadde, t rijetplack om zekeren jaren ende daeraf zij gebruyct heeft al der tijd deser rekeninge, ende die andere 3 rijetplachen sijn verpacht geweest om t jaer LXI Henrick die bastert van Huekelum ende Gheryt Ottenz ..."
Heye | 1469-08-15
Versl Rijks Oude Arch 1925 dl I p 232/Arch Klooster St Michiel in den Hem Inv 136 regest 146, regest 180; Bissch Arch Haarlem Inv no 119 II fol 39v/Cartul Klooster in den Hem/Origineel A.R.A.
Achternamenindex
schout en gezworenen van Berchambacht kennen gerechtelijk toe aan Jan Heye Gerytsz een jaarlijkse rente van 4 oude Vrancr schilden ten laste van Florys Willemsz koster en een van ¼ gouden Eng nobel ten laste van Claes Hard, gaande uit land, gelegen boven Berchambacht tussen de Kerkweg en de Lek; 1484-08-13: Baerte, weduwe van Jan Heyenz, draagt deze renten aan het klooster der Regulieren buten Scoenhoven geheten in den Hem over (opschrift akte: "item an Baerte Jan Heyenz hof")
1484-08-13: Jan die bastert van Vlyet, scout in Berchambacht van Johans weghen van Woerden here then Vlyet, en hiemraders Claes Jansz, Pieter Pouwelsz, Jan Wilm Claesz, Huuch Woutersz, Willem Gheritsz, Zybrant Dircsz en Dirc Voppez
Dalem, van | 1424-11-16
R.A.H. Coll. Aanw. 105 Heukelom p 19
Achternamenindex
Johan heer tot Huekelem, Lienden en Millingen, bewijst aan Dirck van Huekelem, zoon van wijlen zijn oom Dirck van Huekelem 1000 oude Vrancr schilden op enige waarden
in presentie van "onse lieve magen": Dirck van Lijenden heer tot Hemeren, heer Otto van Haeften, ridders; Jan van Langerak, Otte van Hueckelom, Goessen van Lienden, Roelof van Dalem, Coenraet van Oesterwijc, Dirck die bastaert van Huekelom, Gerijt die bastaert van Ackoy, Bruijsten bastert van Ackoy, Johan bastaert van Huekelum, Otte Henrics bastardszoon van Huekelom, knapen
Ackoy, van | 1424-11-16
R.A.H. Coll Aanw 105 Heukelom p 19
Achternamenindex
Johan heer tot Huekelem, Lienden en Millingen, bewijst aan Dirck van Huekelem, zoon van wijlen zijn oom Dirck van Huekelem 1000 oude Vrancr schilden op enige waarden
in presentie van "onse lieve magen": Dirck van Lijenden heer tot Hemeren, heer Otto van Haeften, ridders; Jan van Langerak, Otte van Hueckelom, Goessen van Lienden, Roelof van Dalem, Coenraet van Oesterwijc, Dirck die bastaert van Huekelom, Gerijt die bastaert van Ackoy, Bruijsten bastert van Ackoy, Johan bastaert van Huekelum, Otte Henrics bastardszoon van Huekelom, knapen
Alphen, van | 1203-10-01>
Noordbrabantse Charters p 285/Oorkbk Brabant I no 99 p 165
Achternamenindex
verdrag tussen Hendrik I hertog van Brabant en Otto II graaf van Gelderland: de laatste doet afstand van zijn rechten in Megen en van "de eninge" in de Kempen. Burgenses de Silva juxta Orten hebben tolvrijheid door geheel Gelderland; idem aartsbisschop van Keulen en de hertog van Lotharingen [datering onjuist, zie op 1200-11-03]
sigilla nobilium: Henricus comes de Kessele, Rogerus de Merehem, Ingelbertus de Horne, Theodericus de Milne, Theodericus advocatus de Hechte, Giselbertus de Bremmet, Theodericus filius suus, Rutgerus de Bremmet, Wilhelmus Morken, Theodericus de Altena, Alardus de Driele, Henricus de Vorste, Ricoldus de Hoyte, Walterus Spierinc, Theodericus de Wighen, Gerardus de Winshen, Lambertus de Monte, Henricus de Burclo, Wilhelmus de Brunchorst, Egbertus de Malsen, Walterus de Capella, Warnerus de Herte, Arnoldus de Droten, Theodericus de Alfen, Hermannus de Oie. Nomina ministerialicum juratorum: Ingelbertus de O, Franco de Houthem, Hermannus de Kaminata, Theodericus de Rozemonde, Theodericus de Elmet, Reinerus de Tiegele, Gerardus de Strale, Godevaert Gronturat, Reinerus fater suus, Henricus de Hertenvelde, Theodericus Grutere, Henricus de Boningen, Wilhelmus Bobbe, Sibertus Suevus, Stephanus de Plesie, Theodericus Bastert, Theodericus Vollinc, Reinerus, castellanus de Sulenkem, Nicolaes de Vurne, Cristianus et Rudolfus de Arnhem, Theodericus fater comitis, Arnoldus de Arnhem, Helmerich Felix