50 resultaten

Beer, de | 1459-11-03

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 163v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Clauwert oorkondt dat Rutger die Beer Jacobsz maakt tot lijftocht aan zijn vrouw Ryckelant Henric Ghysbertszdochter 12 Beyers gld per jaar uit een erve geheten "die Scalbrenck" [Soest], belend landwaarts: Ave, vrouw van Jacob Lambertsz, zeewaarts: Henric Jacob Goedenz.z, strekkende van de Brink tot aan de Biscopsweert toe, "mit sulken engelant, veen, hoefslach, tymmert en berch, als dat van outs gelegen is", en Rutger van de abdij in leen houdt

mannen: Dirc van Oestrum, Ghysbert Henricsz

Teylingen, van | 1603-04-08

O.R.A. Alkmaar
Achternamenindex

mr Jacob van Teylingen voogd van de nagelaten kinderen van zijn oom Dirck Dircksz van de Berch, in zijn leven oud burgemeester van Alkmaar, verkoopt camer (139 fol 31v); 1604-03-03: mr Jacob Coren, secretaris nomine uxoris, tevens voor mr Jacob van TEeylingen als vader en voogd van zijn dochter Josina, bij wijlen zijn vrouw Josina Mostaert, samen erfgenamen van Maritgen Jacobsdochter weduwe van Guillaume Mostaert, zij transporteren een croft saetland (139 fol 104); 1605-06-04: mr Jacob als voogd (als 1603-04-08) verkoopt huis en erf (fol 196)

Hack | 1292

Van Mieris II p 409, 410
Achternamenindex

verlaring onder ede afgelegd door Loper van Bridorp omtrent de paalscheiding tussen Holland en Brabant dd 1326-12-26: 32 mannen "sceyden die pallen met tonnen op masten ghesteken van den Hollanschen weghen, die van Oisterhout loept tote Gheldolf Haecs waert, ende benoirden Gheldolf Haecs ommetrent 100 roeden, ende alse westwaert op Clippelberch, die leghet in t moer, ane die noirtzide ane die berch, ende alzo te Sonsele, mar die kercke van Zonsele stond binnen 's Hertoghen palen ende also doir dair een Vlederbose stond, in die Merke lopende; ende dat doe Gheldolf Haec liet was, dat hi buten den palen van Hollant ghevallen was, ende dit was doe men scref 1292"

Taets van Amerongen | 1444-05-02

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 143v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Eernst Taets van Amerongen droeg op: 1) Gherbrant Noijdenz huysinge, hofstede en berch, belend boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Evert van Doem, strekkende van den brenck tot aan den overen wech toe, 2) land boven de overen wech, geheten "die Brede", boven: Henrick Jacob Fyenz.z, beneden: Evert van den Doem, 3) dwarsstuk 1½ schepel land, boven: Henrick Jacob Fyenz.z, beneden: Jan Stuep Rijcoutsz, 4) in den Steenberch 10 scepel land an den Baerrewech, boven: Gode scilt, beneden: Evert van den Doem, 5) ½ mud land an Zuidelberch, boven: Wouter Mors, beneden: Geryt Rutger Gerijtsz.z, 6) ½ scepel land in hoec ack (?), boven: Henric Cuper, beneden: de heer van Abcoude, en al het engelant dat zijn moeder had in het kerspel van Zoes; vervolgens wordt Lambert Pyll beleend

mannen: Soude van Rijn, Goesen Busch Willamsz

Voorn, van | 1410~

Leenregister Culemborg
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Sweder Splintersz van Voern, ½ hoeve en hofstede in het Cortambacht, zijn broer Splinter heeft de nahand (fol 49v); 1423: Splinter van Voern Johan Kupersz heeft 3 morgen in het land van Bueren te Malsen ontvangen (fol 70); - Arnt Engelsz de helft van 5 morgen te Mauderic, van de Prickstrate tot aan het Meerlant, belend boven: Lambert van der Weteringe, beneden: Stesken Steven Doysz van Voern (doorgehaald en vervangen door Lambert van de Weteringe (fol 73); 1423: - Werner Voernsz 2 morgen te Lancxmeer, strekkende met het ene einde op die Merc, belend boven: Henric Splintersz, beneden: Marienweerd (fol 77); - Wenmer Voernsz (vervangen door Wenmer Wenmersz) 2 morgen te Lanxmeer, waar huis en berch op staat, belend boven: Wenmer Voernsz, beneden: Marienweerd, en nog een akker in het land van Bueren over die Meer, belend boven: Corstken Hubertsz kinderen, beneden: de heer van Culemborg (fol 82)

Bot | 1475-10-07

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 227v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Herman Andries Botsz droeg op: 1) Garbrant Noijdenz husinge, hofstede en berch, met getimmerte, belend boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Evert van den Doem, strekkende van de Brinck tot aan de overen wech, 2) land boven de overen wech, geheten "die Brede", boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Evert van Doem, 3) een dwarsstuk, 1½ scepel land, boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Jan Stuep Ricoutsz, 4) aen die Schoenberch 10 schepel land, aan de Barrelweg [Baernseweg], boven: Gode Scilt, beneden: Evert van den Doem, 5) ½ scepel land in Zindewech, boven: Wouter Mors, beneden: Geryt Rutger Gerytsz, 6) 1½ scepel land in Hoeck acker, boven: Henric Cuper, beneden: nakomelingen van de heren van Abcoude, en voorts het engelant dat hij heeft in het kerspel van Zoes; vervolgens wordt Pieter Andries Botsz hiermee beleend, behalve de lijftocht voor Bert Lambert Pijls weduwe; hulde doet Herman Andries Botsz tot Peter mondig is

mannen: Herman Berntsz, Johan van Helmont

Amerongen, van | 1425-08-16

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 64
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Gheryt van Damassche oorkondt dat Eerst Taets met zijn vader Jan van Amerongen hem belening verzocht met alle goede hem aangekomen bij dode van zijn moeder Mergriete, dochter van Willam van Colvenschoten, gelegen in het kerspel van Zoes: 1) Gherbrant Noijdenz husinge, hofstede, berch etc, belend boven: Henric Jacob Fijenz.z, beneden: Evert van den Doem, strekkende van den Brinck totten overen wech toe, 2) een stuk land boven den overen wech, geheten de Brede, boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Evert van den Doem, 3) een dwersstuck, 1½ schepel, boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Jan Scaep Ricoutsz, 4) an den Steenberch 10 schepelen, an den Baerrewech, boven: Gode Scilt, beneden: Evert van Doem, 5) ½ mud lants an Zindelberch, boven: Wouter Mors, beneden: Gerijt Rutger Gerytsz.z, 6) 1½ schepel lants in Hoeckacker, boven: Henric Cuper, beneden: de heren van Abcoude, 7) het engelant dat zijn moeder had in het kerspel van Zoes; vervolgens wordt Ernst Taets beleend, als hij mondig is, moet hij zelf belening verzoeken

mannen: Willam van colvenschoten, Gysbert Godscalc

Bot | 1472-06-06

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 296, 296v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Aelbert Dier als gemachtigde van Herman Andries Botsz wordt na dode van diens oudevader Lambert Pijl, beleend met: 1) 8 schaerweijen in de Kriecxkamp, strekkende uit de Eem tot aan de Bisschopswech, noord: Beert Ricout Willemsz.dochter met ⅓ deel van dezelfde kamp, zuid: die schut en Peter Willemsz, 2) Gerbrant Noijdenz husinge, hofstede en berch, boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Evert van den Doem, strekkende van de Brinck tot aan de overen wech, 3) land boven de overen wech, geheten "dat Brede", boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Evert van den Doem, 4) een dwarsstuk, 1½ scepel land, boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Jan Stuep Ricoutsz, 5) aen die Schoenberch 10 schepel land, aan de Bareweg gelegen [Baernseweg], boven: Goede Scilt, beneden: Evert van den Doem, 6) ½ scepel land in Zindelberch, boven: Wouter Mors, beneden: Geryt Rutger Gerytsz, 7) 1½ scepel land in Heeckacker, boven: Henric Cuper, beneden: nakomelingen van de heren van Abcoude, en het engelant dat hij heeft in het kerspel van Zoes; Herman ontvangt dit alles tot een goed onversterfelijk erfleen

mannen: Geryt van Rijn, Peter Dier, Jan Zaell

Herlaer, van | 1683-10-27

G.A. 's Hertogenbosch Not Arch no 2778
Achternamenindex

compareerde voor mij Simon van Stockum, openbaar notaris, Odilia, meerderjarige dochter van Cornelis Dedel en Anna van Dinther, voor zichzelf en uit naam van haar twee broers en zuster Petrus, Godefridus en Catharyna, en Cornelia, dochter van Petrus Caers--- ? en wijlen Cornelia, zuster van de comparante, tezamen voor de helft, Maria meerderjarige dochter van Hendrica van Herlaer, voor zichzelf en als medeerfgenaam van Theodora van Herlaer, haar overleden zuster, volgens het testament door Maria en Theodora gemaakt voor notaris Jacobus de Bije, gepasseerd 1679-03-08, binnen deze stede, voor ¼ deel, Maria van Herlaer en Johan Brandijn, advocaat alhier, als voogd over de zes onmondige kinderen van Adriaen, zoon van Leonardus van Herlaer (met name Godefridus, Henricus, Johanna, Mechtelda, Petronella, Robbertina) en de voors. Maria van Herlaer zich nog sterk makende voor Adriaen meerderjarige zoon van Leonaert, voor het resterende ¼ deel, als de erfgenamen van Hendrica van Empel in haar leven weduwe van Godefroij van Herlaer, licentiaet in de rechten, geven volmoacht aan Arnoldus van Boxstel te Brussel, om namens hen van de regenten van de Berch van Bermherticheydt te Brussel te ontvangen de somme van 2000 gld

Odilia Dedel, Maria van Herlaer, Johan Brandyn, Huybert Kievit, Peter van Esch

s Hertogenbosch

Benthem, van | 1594-10-28

Kroniek Hist Gen jg 1849 p 115-121
Achternamenindex

testament van Walburg gravinne van Nieuwenaer, Meurs, vrouwe tot Berdbur, Weerde: 1) prins Maurits van Orangien de grafelijkheid, stad, slot en goederen van Meurs en het huys te Krackauw, 2) haar neef Adolph, 2e zoon van haar broer Arnout graaf van Benthem, slot, stad en heerlijkheid van Bedbur, Geerstorp en Rosberg, en andere lenen van de keurvorsten en bisschoppen van Keulen, onze portie van de heerlijkheid Bodbergen etc, 3) haar neef en verkozen zoon Georg Eberhard graaf van Solms in de grafelijkheid Hoorn enkele heerlijkheden, Weerdt, Wissem Kortersom, Bockholt, de voochdie van Thoorn etc; hij moet legaten uit betalen aan: keurvorstin Amalia, gravin van Benthem, Anna geburen gravin van Benthem, Walburg, dochter van de graaf van Valkenstein, de weduwe vrouwe van Brederode, Hans Adolf, zoon van de graaf van Valkenstein, Herman Diederick van Milendochk, Balthasar van Milendonck, vrou Agnes van Milendonck, de kinderen van Willem van Wiele bij Magdalene van Bredenrode, jhr Aacht van Milendonck, Catarina van Alpen, kamerwijf, Anna van Brouck, Reynier Cant, Adriaen van Weerenstein, Johanna Coninx, weduwe van mr Jasper van Berch, Johan Innengenhoff, hofmeester, met uitgebreide beschrijving van de legaten