22 resultaten
Dongen, van | 1620-1632
R.A.Arnhem Recht Arch Hoge Heerlijkheid Ammerzoden Inv no 12 no 8, no 244, 8 a 3
Achternamenindex
1620-10-30: Jan Tyssen gedaen sijn eerste clacht op Jan Geeritsz van Dongen verogens zijn schriftelijke aanspraak; 1620-11-13: Jan Geritsz van Dungen giet Jan Thysz te betalen aenstont 47 gldn noch op Kersmis e.k. 47 gld; 1621-03-19: Cornelis Mathijsz gedaen sijn derde clacht op ende over Jan Geritsz van Dungen; 1621-11-24: Jan Geritsz van de Dungen geloeft Gysbert Ariaensz contschap te geven vermogens zijn aanspraak; 1622-02-04: Henrick Petersz Hoefman spreekt met recht en claecht op en over Jan Geritsz van de Dungen dat hij hem schuldig is 27 gld ter goeder rekening van een koe die hij gekocht doch niet betaald heeft; 1623-01-06: ingeboden van sheren wegen: Jan Gerritsz van de Dungen; 1623-10-01: Alsoo Jan Geritsz van de Dungen beleijt heeft seecker haver in de meer gelegen; 1624-01-19: Geertken Gysberts geeft procuratie op haar zwager Jan Geritsz van de Dungen; 1632-08-24: op conditie hierna beschreven soo sijn overcomen en verdragen Gerit Philippus als beste vader en momber van Hilleken Jans, sijn soons genompt Jan Gerits van den Dungen dochterken, verwekt bij Lyske Gysbrechtsz. (zij hertrouwd met Marten Crijnen). Hilleke is enig kind. Ook de volgende akten handelen hierover.
Baer, van | 1532-03-24
Leenregister Gelre
Achternamenindex
lenen van Gelre: - 1532-03-24: het goed te Wijnbergen in het kerspel van Doetinchem: Willem van Baer, bij transport Sweders van Wynbergen ontvangen de helft van Wynbergen, de andere helft is van Gerrit Horstinck. Eed vernieuwd: 1538-09-21, 1544-05-26, 1556-06-10; 1553-02-24: Anthonis Horstinck, erve van zijn vader Gerrit, belast de andere helft met 20 Joachimsdaler per jaar aan Willem van Baer, te lossen in 6 jaren. 1561-05-22: Willem van Baer, drost van Lingen, bij transport Anthonis Horstinx, ontvangt de helft zodat het weer één leen wordt. 1568-09-24: Frederick van Baer Willemsz krijgt uitstel, idem: 1569-01-20, 1570-01-20; 1571-06-29: Dirck van Baer erft het leen van zijn vader Willem; 1588-11-01: Willem, Fredrick, Eggerick en Willem van Baer met hun 4 zusters als erven van hun vader Diedrix beleend, en hun moeder Else Ripperda en haar hulder Giellis Englenen. 1625-08-30: Diedrick van Baer, onmondig, als erve van zijn beste vader Diederick en vader Fredrix beleend, zijn moeder Judit Ripperda gebrukende tot hulder Henrick van der Capellen. 1625-09-07: Eggerick van Baer als erve van zijn moeder Elsebe Ripperda beleend, stierf: 1625-09-22. 1637-05-27: Herman van Baer als erve van zijn broer Dirck beleend tot een vijfmarkleen volgens de oudste belening (1642-02-23: bevrijd van leenplicht)