Beth | 1440-08-18

Mem Rosa dl VI no 318 p 518, no 319/Smit no 1201 noot 1

Achternamenindex

Meeus Jan Bettenz, uit Amsterdam, coman Heyn en Heyn Han [in tekst staat Hau], uit Brielle, Geryt van Delft uit Delft, Barandekin en Salomon uit Haarlem voor het Hof gedaagd om zich te verweren tegen twee Schotten, Sander Gillis en Jan Lijell, over goederen die hij met anderen buit gemaakt had; 1440-08-28: indien partijen niet verschijnen zal de Raad de zaak bij verstek behandelen

Beth | 1382

G.A.Amsterdam Arch Huistzittende Armen regest no 1

Achternamenindex

schepenen van Amsterdam: Jan Bette Jansz en Dirc Heijnricsz

Beth | 1383-01-12

Arch Klooster St Michiel Leiden regest 61

Achternamenindex

schepenen van Amsterdam: Jacob Ghisetginsz en Jan Bette Jansz, ook 1383-01-13

Beth | 1450

Rek St Bavo Haarlem 1447

Achternamenindex

Jan Bet, tot Scalcwyc, cloc Mary en besprec (III); Dirc, Roelen broer, Scallicwijc, cloc Mary (I, 9°)

Damme, van | 1428-1429

Thesauriersrekening Haarlem fol 85v

Achternamenindex

Jan Beth van Damme, Amsterdam, ontvangt van 1425 zijn rente op Haarlem 3 £ 8sc

Teding | 1475~

Weesboek Amsterdam I fol 145, II fol 249

Achternamenindex

de volgende goederen behoren toe aan Claes Symon Tedinxzs kinderen, voogd is Jan Beth Gherytsz: Nel was 12 jaar oud en Stijn 8 jaar

Bet | 1420

Thesauriersrekening Haarlem

Achternamenindex

Jan Bet Gherytsz, te Amsterdam, rente op Haarlem 3 nobel (176 fol 126v); 1422: idem (178 fol 83); 1428-1429: (fol 85v) Jan Beth van Damme, zijn rente van 1425, 3 £ 8sc

Hogendorp, van | 1574-10-20

Reg Rentebrieven Amsterdam no 7 fol 77

Achternamenindex

schepenen in Amsterdam oorkonden dat Lysbeth Jelisdochter weduwe van Cornelis van Hogendorp met haar voogd Jan Beth Jacobsz, secretaris der stad, Frans Stoffelsz, zijdenlakencooper, mr Pieter Adriaensz, talman en Jan Beth Jacobsz, haar vier vierendelen, erkende schuldig te zijn aan Marie Adriaen Goossenzoonsdochter 18 Kar gld jaarlijkse losrenten, op de helft van huis en erf aan het Oude Zijdts kerchoff, aen malcanderen, belend: Reyer Symonsz van Neck en de erfgenamen van Katrijn Wouter Dobbenzoonsdochter, verder op al haar roerende en onroerende goedreen

borgen: Jan Beth Jacobsz en Frans Stoffelsz; schepenen in Amsterdam: Jacob Geryts Teeus en Wessel Jacobs

Hoeve | 1474-09-11

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 383, 397v

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Joest Hoeve Dirksz als voogd van zijn zoon Dirck Hoeve, die nog niet mondig is, wordt binnen jaar en dag na dode van Dircks moedere Petronella Goert Menssendochter beleend met ½ tiende in Hogelande tot een goed onversterfelijk erfleen, pacht 18 oude gr Tourn en een goede maaltijd; "dit heeft Claes Beth"; 1478-05-01: Jacop van Campenhout als voogd van zijn nicht Magdalena Joest Hoeve Dirickszdochter, die niet monidg is, wordt beleend, zoals Dirck Hoeve in leen gehouden had; "item dit was twistgoet ende dit behaet Claes Beth Walychsz ut infra"

mannen: Jan van den Anxter, Jan van Helmont; 1478: Gheryt van den Rijn, leenman van St Paulus, Johan Taets, leenman van de bisschop

Duvensz/Duyvis | 1504

G.A. Haarlem Transport Reg fol 3v F 356; fol 95

Achternamenindex

Jan Duvensz lost hypotheek af; 1506: Jan Beth Jansz, Frans Wiggersz en Cornelis Jan de Witten verkopen Jan Duyves een stuk land. 1508: Brecht Jansdochter, bagijn, met Jan H[enricsz?] Schatter, haar oom en bestorven voogd, verkoopt aan Jan jonge Jan Duvensz 6 maden land