Borssele, van | 1423-11-13

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 336

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Geryt van Damassche oorkondt dat Henric van Berselen heer van der Veer en van Sandenburch begeerde van hem te mogen kopen en beleend te worden met ⅛ deel van de grote tiende in Biggekerke, zoals zijn heer en vader heer Wolfart van de abdij in leen hield en met verzuim aan de abdij vervallen is; hij wordt vervolgens beleend tegen betaling van een jaarlijkse pacht van 12 scell Conincs Tourn; dezelfde dag verzoekt Henric eveneens beleend te worden met al het goed dat zijn ouders in leen hielden en ook aan de abdij vervallen was, en hij wordt beleend met de tiende in Zuid Beveland in het kerspel van der Nysse, tegen betaling van een jaarlijkse pacht van 4 oude Conincs Tourn grote en een goede maaltijd of 2 Conincs Tourn

leenmannen: Henric Valck, Willem Boudewynsz, Gysbert Godscalc

Wissekerke, van | 1512-1517

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl III dossier 244, 221

Achternamenindex

mr Symon van Wissekerke, deken van St Pieter te Middelburg contra Henrick Cornelis van Wissekerke (of Soetelinskerke) alias t Verken: Jasper van Soetelinskerke had zeker ambacht in de parochie van Wissekerke op Noord Beveland in leen. Na Jaspers overlijden was Henrick zijn naaste maag van zwaardzijde en dus diens leenvolger; eiser maakte daarna aanspraak, bewerende dat hij de naaste mannelijke bloedverwant van Jasper was; bijgevoegd: stambomen van partijen; 1511-08-01: verklaring volgens welke mr Symon Henricsz van Wissekerke eigenaar is geworden van 572 gemeten te Wissekerke, notaris Adrianus Johannis de Wissekerke; 1522-05-14: wordt bevolen om geen sequestratie te doen ten laste van mr Simon van Wissekerke; 1516-06-21: stelt mr Symon Jan van Stapel aan als procureur; 1504-1508: mr Symon van Wissekerke, deken van het kapittel van St Pieter te Middelburg

Duvenvoorde, van | 1524-04-24

V.R.O.A. 1920 Dl I p 366 regest 196-198/Arch Duivenvoorde Inv no 636 regest 196-198

Achternamenindex

notaris Wilhelmus Paeds instrumenteert dat Arnoldus de Duvenvoorde, zoon van Johannes van Duvenvoorde, ridder, als patroon van ½ van de kerk te Elfdyck in Zeeland, de door de dood van heer Theodericus Pietersz [van Haerlem] opengevallen rectoraat van de helft van de kerk te Elfdyck [= Ellevoetsdyck] op Zuid Beveland, heeft voorgedragen zijn broer Adrianus van Duvenvoorde. Op 1524-04-27: de officiaal van de aartsdiaken van Utrecht draagt op voordracht van Arnoldus de Duvenvoorde als patroon ½ van de kerk te Elfdyk toe aan Adrianus de Duvenvoorde, nadat de vereiste formaliteiten zullen zijn vervuld. Op 1524-05-27: notaris Cornelis de Cappella instrumenteert dat Adrianus Johannesz van Duvenvoorde, voorgedragen tot [de bediening] van de helft van de parochiekerk te Elsvoetsdyck op Zuytbevelandia, opengevallen door het heengaan [sic] van heer Dirk van Haerlem, verschillende personen benoemt tot zijn zaakwaarnemers om te ageren tegen zekere heer Nicolaas die aanspraken meent te hebben op de opengevallen plaats