26 resultaten

Merode, van | 1447

De Raadt II p 469/Düss Jul Berg no 2365, 2366
Achternamenindex

Werner van Meroide, chevalier, jadis voué de Düren, pour Gerard de Looz, heer van Gulik graaf van Blankenheim

Reyfferscheidt, van | 1377

De Raadt II p 203, I p 262, II p 407
Achternamenindex

akte van Jean de Reifferscheid bezegeld door Thierry de Kerpen, abbé de Prümm, Arnould sire de Blankenheim, Willem seigneur de Malberg

Brederode, van | 1600~

V.R.O.A. 1909 p 142 no 192/Arch Detmold Brederode
Achternamenindex

voorstel van een accoord over de nalatenschap van Reinoud van Brederode, voorgesteld door zijn weduwe Helena gravinne van Manderscheid en Blankenheim, voor zich, en als lasthebbende van haar dochter Adriana Françoise van Brederode, weduwe van Johan Philips vrijheer van Hohensax, omstreeks 1600

Heinsberg, van | 1386, 1390, 1413, 1418

De Raadt II p 379, 380
Achternamenindex

Jean de Looz, fils du sire de Heinsberg, met zijn wapen; 1413: Johan van Loen seigneur de Heinsberg et de Löwenburg, met zijn wapen; 1418: Johan van Loon seigneur zu Heinsberg, Lewenberg en Genepe, Johanvan Loen, oudste zoon zu Heynsberg, Willem van Loen, graaf van Blankenheim, Johan van Loen, proost te Aachen, filius minor, concluent un traité d'alliance avec Jean de Schoonvorst burgraaf van Montjoye

Born, van | 1335

De Raadt I p 294/Düss Jul Berg no 381
Achternamenindex

Otto heer van Elslo en zijn vrouw Catherine de Wildenburg ruilen met Guillaume comte de Juliers, hun burcht en land van Wildenberch, Hillesheim, Ambele en Oessenning, met gerechten aan deze zijde van de Mosella, en hetgeen zij mochten erven van Irmegarde vrouwe van Blankenheim, tante van Catherine en haar moeder Johanna vrouwe van Wildenburg, tegen het land van Kessenich "ind van Bycht, also as id unse here der greve ... gald widder heren Heinrigen van Riferscheid heren van Beidburen ind sin wif"

Arkel, van | 1393 -1423-02-16

Reg Bisschoppen van Utrecht no 1255/afschrift reg no 10 fol 41 v
Achternamenindex

de heer van Arkel zendt zijn raad mr Heinricus Schatter kanunnik van Luik aan ……. om hem mede te delen dat de gewijde zaken bij de jongste onlusten te Ghorinchem ontwijd zijn, waarop de aandacht van de bisschop van Utrecht gevestigd moet worden.[NB de schrijver, die van Gorinchem spreekt als "oppidum nostrum"en dwaarschijnlijk een heer van Arkel is, noemt de bisschop "consanguineus noster". Dit kan inderdaad voor Frederik van Blankenheim gelden, deze was een heef van de hertog van Gelre, verwant met de Arkels]