6 resultaten
Boeycop, van | 1410~
Leenregister Culemborg fol 88
Achternamenindex
leenregister Culemborg: dit zijn de mannen die de heer van Culenborg aangekomen zijn van de heer van Zulen: - Otto Geritsz 3 morgen tot Hagestein onder de Weer, belend boven Otto met leen van Arkel, beneden Arnt Schade; - aan Gerijt van Boyenkoop overgedragen, onder voorwaarde dat het na Gerrits dood komen zal op Jan zijn oudste zoon ... en dit heeft Otto Gerritsz opgedragen; - Gerit vors ontvangen het goed dat hij van mijn heer te leen hield (1423)
Boeycop, van | 1423-07-13
Leenregister Culemborg fol 96
Achternamenindex
leenregister Culemborg: - Gerijt van Boeijencoep 3 morgen land te Hagensteijn, belend boven: Otte Gerytsz, beneden: Arnt Scade; bij zijn overlijden te komen op Jan Gerijts, oudste zoon
1480-07-15 |
Reg Max. Caput Heusden fol 1
Jaartallenindex
Max. beleent Herbaren Willemsz met 3 ½ morgen op Boeycop in het 36e weer, hem aangekomen bij dode van zijn vader Willem Herberenz, leen van de heerlijkheid van der Lede en Schoonrewoerd
1472, 1474 (13) |
R.A.H. Coll Aanw 148 fol 391, 392, 396, 404, 407v
Jaartallenindex
(vervolg) Geryt van Bloclant hout van Hollant die heerlicheyt van Ofwegen, geldende sjaers omtrent 5 £ (fol 391). Jan Willemsz met zijn moeder, wonende te Schoonhoven, houden van Arkel 27 morgen land op Herdingvelt, gelden sjaers 28 £ (fol 392). Diewaer Folpairt Dircsz weedwy houdt van Holland 3 morgen land in Stolwijck, gelden sjaers 20sc (fol 396). Dirck Ottenz te Dordrecht houdt van Asperen 4 morgen, item van de vrouwe van Asperen 9½ morgen te Asperen. Item noch van Hueclem 10 morgen te Gellinchem. Van de heerlycheid Ackoy 5½ morgen te Ackoy, belopende samen 34 morgen, gelden tesamen sjaers 47£. Otto Willemsz houdt van Hueclem 12 morgen lands in Hueclemmerbroeck, geldende sjaer 8£ 8sc. Dieselve noch van der heerlycheyt van der Merwede 4 morgen land op Bloclant, geldende sjaers 14sc. Daem van Hueclem en sijn broeder Otte houden van Hueclem 40 morgen land in Rubroeck in Hueclem, gelden sjaers vrij 50£ (fol 404). Lenen van der lede en Schoonrewoerd: Ave Vranckendochter van Diemen 12 morgen op Boeycop geldende sjaers 12£ (fol 407v)
1472, 1474 (1) |
R.A.H. Coll Aanw 148 fol 399-408v
Jaartallenindex
aangebrachte lenen: A) Lenen van der Leede en Schoenrewoerd: Jan van der Haer 4 morgen op Boeycop 4 £ (fol 408v); B) Lenen van Heukelom en Asperen: Daem van Hueclem ende zijn broeder Otte 40 morgen in den Rubroeck in Hueclem, gelden sjaers vrij 50 £ (fol 404); Marcelys van Spyck houdt van Asperen 5 morgen in Remboutshoeck tot Asperen, gelden sjaers 5£ (fol 405v); Claes Otten bastaertszoon van Hueclem houdt van Hueclem 8 hont in den Aftercamp op Hueclem, gelden sjaers 8£ (fol 406v); C) Lenen van Arkel: Sander Vredericsz te Gorinchem houdt van de heerlijkheid Arkel 3 morgen op Rietvelt geldende sjaers 4£ 4sc. Noch van Altena 3 morgen int Nyelant 4£ 4sc. Noch van Altena de ambachtsheerlijkheid van Weerthuysen int Nyenlande geldende sjaars 32 sc (fol 399); Aernt van Goirle houdt van Arkel een hofstede met 8 hont land en 4 morgen op Scaluynen, gelden sjaars 10£ (fol 400); Jan Sculpen kinderen houden van Arkel 14 morgen lants op Bloclant gelden sjaers 18£ (fol 400); Adriaen Wel hout van Arkel een huis te Gorinchem optie Haven daer hij selve in woent ende eensdeels of verhuyrt, daer niet meer of en comt dan sjaers 6£ (fol 401)
1425 |
Ms Opstraeten III fol 1197
Jaartallenindex
Dirck van Houdaen oorkondt dat hij Frederick van Draeckenborch die jonge in rechter medegave gegeven heb met zijn dochter jvr Cornelis, mede voor haer moeders erve, de volgende goederen: 1) tot Wyck den uterweert als Volquin die bruict voor 10 oude schilden, houdt men van de jhr van Gaesbeec, 2) ½ van den lande binnendycs dat Dirc Baets bruyct voor 10 oude schilden, 3) tot Blockhoven 8 morgen, 10 oude schilden, te houden van mynheer van Utrecht, 4) in de Wierse 3 morgen, bruyct Huybert Gerritsz voor 6 Arnh. gld en een hoen de morgen, 5) ½ vierdel onderdeelt met Henric Trinde en bruict Jan Barentsz, 6) 2 morgen, bruict Gerrit van den Berghe, 7) 2 morgen ende hoert t wederdeel Evert Trinde, 8) 2 morgen aen den dyck beneden die vaert, hoert Jan Trinde dat wederdeel, 9) in Lopik 8½ morgen, 10) in de landen van Vianen, Boeycop 4 morgen, en in Lopik 2 morgen, 11) verder belooft hij aan Frederic aan jvr Cornelis te geven en te maken voor schout en schepenen van Utrecht, die huysinge ende hofstede tot Soudenbalch, binnen Utrecht gelegen, en daar hij in woonde, uitgezonderd voor zijn lijftocht de 2 cameren op de graft aan de noordzijde van Soudenbalch, en metten huijse dat in St Catrijnenstege gelegen is achter Soudenbalch
genoemd: Dirck van Houdaen, zijn zoon Henrick van Houdaen, zijn dochter jvr Glorije, Daem Taetse en Jan van Amerongen, onse neven, Jan Trinde en Henric Trinde, met hun zegels