38 resultaten

Siongen | 1437-09-03

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 36
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Willam van Huekellem oorkondt dat Agniese Siongen met haar zoon Henric de Wilde als voogd heeft opgedragen 12 morgen land gelegen in der Mersschen in het kerspel van Renen, belend oost: Henrick Bor van Pluren, het gasthuis van Rienen en Pieters kinder van Westrenen, west: Jan van Brakelle en Borren kinder van Hemert, noord: die kercken van Rienen ende van Lyenden en Coenraet van Born, zuid: Allerd van Lienden; dit land wordt in erftijns gegeven aan de vicarie van het altaar in de kerk van Renen dat Agniese gesticht heeft voor haar zieleheil, tijns 1 goede oude Gelrese grote in onsen hof tot Lienden

tijnsgenoten: Geryt die Keijmpe, Deeuke Foyerst

Zijl, van | 1330-04~

S Muller: Regesten Bisschop van Utrecht dl I p 301, 302
Achternamenindex

de bisschop van Utrecht schuld aan: - Johannis de Hamert 50 £; - Poncianus de Zile 335 £ 6sc 8d

borgen: prepositus Arnemensis, dominus Gerardus de Amerongen, Henricus de Reno, Theodericus Bor, dicgravius, Gerardus de Zile, Willemus Hond, Egidius Baldwini

aantekening tussen 1330

Beijnhem, van | 1436-02-11

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 35
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Henrick Bor van Amerongen, als hof en tijnsmeester, oorkondt dat Alert van Ecke Lamphollenz, zijn vrouw Lysbeth van Beijnhem en hun zoon Johan van Beijnhem afstand heeft gedaan van het momberschap over zijn vrouw Lysbeth, en dat deze vervolgens tot momber heeft gekozen Henrick Borre van Pluderen; Alart, Johan en Lysbeth dragen vervolgens over aan het St Franciscusklooster binnen Rhenen 6 morgen land in de Neder Betuwe in de maelscap van Ecke, belend boven: Alert van Eck Lamphollenz, beneden: Joest Doijs, Henrick van Mauderick en zijn vrouw Maria, zuster van Joest; Otto van Welle, priester, ontvangt dit land van het klooster in erftijns; (fol 33v) ongedateerde aantekening: Alart van Eck Lamphollenz verklaart jaarlijks schuldig te zijn aan St Pouwels de tijns en 4 scepel guets maets, te betalen binnen Utrecht, onder Rodenborgh brugge

tijnsgenoten: Bernt Freys van Dolre, Willem van Hemert

Siongen | 1437-09-03

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 36
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Willam van Huekellem oorkondt dat voor hem en tijnsgenoten Agniese Siongen met haar zoon Henric de Wilde heeft opgedragen tbv Willam Claesz als gasthuismeester tot Renen, een stuk land gelegen in der Mersschen in het kerspel van Renen, 14 hont land, geheten "den Dweerhicker", belend oost: Claes van Aelst, zuid: Henrick Bor van Plueren, west: Pieters kinder van Westreren [te lezen: Westrenen ?], noord: Dirck Freijse van Dolre; erftijns 1 goede oude Gelre gr per jaar, en op Agniese's sterfdag zullen de gasthuismeesters voor haar zieleheil en dat van haar ouders ten eeuwigen dage doen delen tbv de armen "zo wes boven 3 Vl gld, jaerlics te pachte van den voors. lande comt, aen weijten schonen brode, ende den weyte selve copen en doen backen", voorts ontvangt elke gasthuismeester dan 1 mingel wijn

Culemborg, van | 1460-03-13 (1460-02-13~)

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 16v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Clauwert oorkondt dat heer Johan heer tot Ghimnich en tot Visschell, ridder, hem opdroeg het leengoed dat hij van de abdij in leen hield, die hij om zijn schulden te betalen had moeten verkopen: 1) den oldenweert mitten gherichte, hoghe ende leghe min sinen thyenden, gelegen bi der Nyerlede, belend oost: den Amstelschen boomgaert, west: den Scullenborchsen weert, noord: die Meersschen, zuid: de oude Rijn; 2) den Schulenborchschen weert in het kerspel van Lienden, belend an die oversijde: heer Johan heer tot Ghymnich, nederzijde: de bisschop van Utrecht; 3) al hetgeen hij van de abdij hield; vervolgens wordt heer Gherart van Culenborch met deze goederen beleend tot een onversterfelijk erfleen

leenmannen: Gherijt van Lochorst van der Merwen, Ffolpert van Amerongen, Johan van Amerongen, Zoude van Rijn, Dirck Bor van Amerongen van Renen

Goye, uten | 1410~

Leenregister Culemborg fol 50v, 51, 27v, 21, 36, 45v
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - ( fol 50v) Fije vrouw van Rumor uten Goije 1 hofstad met 1 morgen te Loeric, Tueverdam geheten, strekkend met het ene einde aan de Rijsgrave, belend: Rumor zelf; - (fol 51) Rumor uten Goije een hofstad met 1 morgen te Loeric, Toverdam geheten, tot aan de Rijsgrave, belend: Rumor zelf, hieraan heeft zijn vrouw haar lijftocht, later: Geryt van den Veen Rumersz uten Goije beleend met dit leen, die het heeft overgedragen aan Henric van Rijsenborch; - (fol 27v, 21) Bor Wolf 18 morgen te Goodbertingen, belend boven: de jvr uten Goije, beneden: Henric die Wolf; - ( fol 36) Elynes van Wondegghen 14 hove land in het gerecht van den Goije, weer verleend aan Rumor uten Goije, belend boven: Ghysbert Gheerlo, beneden: de heer van Gelre; - Jacob Tybout op Vroeshuservelt 4 hont bij der Ersbel, belend boven: Hubert Gelisz, beneden: dat kind uten Goije; - op de nieuwen grave 2 ½ hont, belend boven: Hubert Gelisz, beneden: dat kind uten Goije (fol 43v)

Trant | 1410~

Leenregister Culemborg
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Jan van Mauderic Geryt Transz [Cransz ?] 2 ½ morgen in de Rijnweert, belend boven: Jannes Scriver, beneden: Henric van Mauderic (later: Kerstans Heijmericsz) (fol 20v); - Gheryt Trant Willemsz 4 morgen 1 ½ hont op het Hornicsvelt, dat Gheryt de Keijmp en Heinric Sas opdroegen (fol 22); - Henric Trant Henricsz 3 acker land, buiten- en binnendijks mit hueren aenval in Wellincwijc in het gericht van Honswijc, belend boven: Geryt Aerntsz, beneden: Willam de Goijer Henricsz (fol 46v); na hem: - Eesse Heinric Trantsdochter vrouw van Jan van Ynghen, de voornoemde 3 acker land die Heinric Trant hield (fol 56v); tijns van Culemborg tot Mauderic op 11 november: - Baudeken van Avezeaet van 6 morgen in de Husmate, was van Geryt Trants, 2d; - Bor Deeukensz van land dat van Geryt Trant was, 2d (fol 108v); - Janne die Scriver van een hofstede die van Geryt Trant was, 2d (fol 109); - Herman van Hollant van een hofstede die van Gerijt Trant was, 2d (fol 109v)

Raes, van | 1422-08-30

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 282
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: mr Henric van Raes draagt over ½ hoeve engelants gelegen te Heze als hise van Gheryt van Eck ontvangen had: 1) de paelacker, ½ mud saets, belend boven: de abt van St Pouwels, beneden: Jan Aelbert, 2) de Kromacker, 1 mud saets, boven: Jan Liebert, beneden: Jacob van Lichtenberch, 3) den Heijd acker, 1½ mud saets, boven: Roelof van Haghenouwen, beneden: mr Wouter, 4) de morre acker, 1 scepel saets, boven: Steven Liebert, beneden: de abt van St Paulus, 5) de Mattel acker, ½ mud saets, boven: Jacob van Lichtenberch, beneden: Steven Liebert, 6) den perre acker, 1½ mud saets, boven: de gemene wech, 7) de bosschacker, 1 mud saets, boven: mr Wouter, beneden: Jan Liebert, hof- en tijnsgoed, 2 scell per jaar in onsen hof tot Emmiclaer; de abt verleent dit goed aan Henric Bor Gerijtsz van Eck, als hij kinderloos sterft, komt het goed weer terug aan mr Henric van Raes; "item habet die Bijrct [het klooster in die Birct] folio 186, ende is nu leengoet"

mannen: mr Aelbert Baers, Wouter Jansz