Asperen, van | 1420-09/12

R.A.H. Coll Aanw 55 p 7

Achternamenindex

akte waaruit de geschiedenis van Hagestein blijkt: 14e eeuw kocht Otto van Asperen de heelft van Hagestein, dat erfde op heer Otto zijn zoon. Deze stierf voor Luik en zijn dochter huwde met de heer van Born. De oude heer van Asperen gaf t Waal aan zijn zoon heer Gheryt van Asperen; 1344-04-22: (fol 10) de heer van Culenborch en de heer van Asperen beleend

Asperen, van | 1346

Ned Kasteelen III p 25

Achternamenindex

Robbert van Arckel huwt eind 1346 met Aleid van Asperen, oudste dochter van Otto van Heuckelom, heer van Asperen; 1347-07-21: hij sneuvelt tussen Hannut en Walef. Vervolgens werd Aleid door de graaf van Holland in 1348 verloofd aan Jan II van Noordeloos, doch dit huwelijk schijnt niet tot stand te zijn gekomen, waarop zij is gehuwd met Walraven van Valkenburg die zich in 1357 heer van Born, Sittard, Herpen en Asperen noemt

Arkel, van | 1420-09/12

R.A.H. Coll Aanw 55 p 7

Achternamenindex

akte waaruit de geschiedenis van Hagestein blijkt: "…. des soo vercoft die heer van Born ende sijn wijff aen heeren Jan van Arckell des heeren oude vader an Arckel die nu is, dat huus tot Hagenstein, Gaspernweerde ende Jaersvelt…. Desso starff heer Jan heer an Arckel ende erffde die heerschappije van Haghensteyn op heeren Otten synen zoon, heere van Arckell. Ende heer Otte heere van Arckel is ghestorven ende erffde dat heer Jan zinen zoon. Jan van Arckell heer Ottenz werd door hertog Albrecht beleend op dinsdag na Katherijne anno 1387"

Siongen | 1437-09-03

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 36

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Willam van Huekellem oorkondt dat Agniese Siongen met haar zoon Henric de Wilde als voogd heeft opgedragen 12 morgen land gelegen in der Mersschen in het kerspel van Renen, belend oost: Henrick Bor van Pluren, het gasthuis van Rienen en Pieters kinder van Westrenen, west: Jan van Brakelle en Borren kinder van Hemert, noord: die kercken van Rienen ende van Lyenden en Coenraet van Born, zuid: Allerd van Lienden; dit land wordt in erftijns gegeven aan de vicarie van het altaar in de kerk van Renen dat Agniese gesticht heeft voor haar zieleheil, tijns 1 goede oude Gelrese grote in onsen hof tot Lienden

tijnsgenoten: Geryt die Keijmpe, Deeuke Foyerst

Lynden, van | 1345-05-14

Nyhoff: Gedenkw Gesch Gelderland II no 10

Achternamenindex

Reinald hertog van Gelre verklaart van de abt van St Paulus te Utrecht het hoog en laag gericht te Lienden in pacht genomen te hebben

Johannes de Valkenborch heer van Born en Sittart, Arnoldus de Arkell [van Noordeloos], Th. de Lienden

Haeften, van | 1389-02-26

Akten Gelre en Zutfen 1107-1415 p 195

Achternamenindex

Ot van Haeften Alaertsz oorkondt dat hij de hertog van Gelre verkocht heeft 20 £ per jaar van een borchleen van Amersoijen, uit de tiende van Haeften

medebezegeld door Reynalt van Valkenborch heer van Born en Sittard, op verzoek van zijn knape Otte van Haeften

Gymnich, van | 1285

De Raadt I p 294 (pass 1)/Düss Jul Berg no 78

Achternamenindex

Henricus dominus de Schinne, époux de Guderade dochter van Hildegeri de Stessa (Rode de Stessen, burger van Keulen, ayant reçu son beau-père la dot de sa femme, 1000 marcs de deniers de Brabant, il transporte à celle-ci son castrum in Schinne, met zijn wapen

zegelaars, bloedverwanten: Helenigis vrouw van Schidricke, Otto de Born, Goswinus de Burne, Hermanus de Eynenberg, Arnoldus de Gimenich, Gerardus de Oyen

Valkenburg, van | 1345-05-14

Nyhoff: Gedenkw Gesch Gelderland II no 10

Achternamenindex

Reinald hertog van Gelre verklaart van de abt van St Paulus te Utrecht het hoog en laag gericht te Lienden in pacht genomen te hebben

Johannes de Valkenborch [er staat Bakenborch dominus de Barice et de Zittaert (Born en Sittard)], Arnoldus de Arkel, Th. de Lienden

Arkel, van | 1363-02-22 (1362)

Kemp p 90, 91

Achternamenindex

Aarnd van Arkel, ridder met zijn twee zonen Johan van Arkel en Otto van Arkel verklaren dat zij verzoend zijn met hertog Eduard van Gelre en geven het huis van Zoelen aan hem over, met bepalingen

bezegeld door: Johan van Arkel bisschop van Utrecht, heer Walraven van Born en Sittard, Jan van Kuylenburg en van de Lek, Reynold van Koeverden, Jan van Broekhuizen heer Willemsz, Gijsbert heer van Vyanen