96 resultaten

Arkel, van | 1392-08-24

R.A.U. Regesten Domkapittel Oorspr Charter no 962
Achternamenindex

Johan van Arkel heer van Haghensteyn erkent van het Domkapittel zijn gerecht tijns en grote tienden in de parochie Lexmond welke het in gemeen bezit heeft met het kapittel van Oudemunster, voorts de grote en smalle tienden van vijf hoeven land in deze parochie, het ¼ deel van de Middelweerd en de Jaersvelderweerd waarvan het ander ¼ deel aan het kapittel van Oudmunster en de helft aan de heer van Vyanen toebehoren; alsmede zijn tienden in Tul, Wael en Honswijc die de heer van Vyanen in pacht had gehad, in lijftocht te hebben ontvangen. Zie ook 1392-08-22

borgen: Johan van Scoenouwen, Borre van Heemsteden, Ghysebrecht van der Weyde, Lambrecht die Witte

Beijnhem, van | 1436-02-11

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 35
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Henrick Bor van Amerongen, als hof en tijnsmeester, oorkondt dat Alert van Ecke Lamphollenz, zijn vrouw Lysbeth van Beijnhem en hun zoon Johan van Beijnhem afstand heeft gedaan van het momberschap over zijn vrouw Lysbeth, en dat deze vervolgens tot momber heeft gekozen Henrick Borre van Pluderen; Alart, Johan en Lysbeth dragen vervolgens over aan het St Franciscusklooster binnen Rhenen 6 morgen land in de Neder Betuwe in de maelscap van Ecke, belend boven: Alert van Eck Lamphollenz, beneden: Joest Doijs, Henrick van Mauderick en zijn vrouw Maria, zuster van Joest; Otto van Welle, priester, ontvangt dit land van het klooster in erftijns; (fol 33v) ongedateerde aantekening: Alart van Eck Lamphollenz verklaart jaarlijks schuldig te zijn aan St Pouwels de tijns en 4 scepel guets maets, te betalen binnen Utrecht, onder Rodenborgh brugge

tijnsgenoten: Bernt Freys van Dolre, Willem van Hemert

Vriend | 1410~

Leenregister Culemborg
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Gerijt Vrient Scelenz 2 morgen in Ryswiker maelscap, van de bandijc tot aan de polre toe, belend beneden: de hertog van Gelre, boven: oude Gheryt Vrient (fol 28v); - Dirc Vrient Evertsz een hofstad met 2 morgen in Ryswiker maelscap, van de bandijc tot aan de polre, belend beneden: de hertog van Gelre, boven: Dirc Vrient zelf, doorgehaald: heeft gehuld Gheryt Vrient Jan Scelenz; - een acker op Rijswikerweert, belend boven: Heinric Borre Lampenz, beneden: Lambert de Vriese (fol 28v); - Heinric van Boemel, 3 ½ morgen in Rijswiker maelscap die van Gheryt Vrients waren, strekkende van de polre tot aan de Broecstege, belend beneden: de hertog van Gelre, boven: oude Gheryt Vrient; hieruit heeft jvr Udel uten Weerde, die vrouw van Roelof uten Weerde was, 13 £ per jaar tot lijftocht (fol 29); - Scele Geryt Vrientsz tot Rijswij in het Broec in de Bredemaet ½ hoeve, te lossen door de heer van Culenborg met 155£ (fol 40v); - Geryt Vrient 2 smale acker van de bandijc tot aan de polre, belend boven: Gherijt Vrient, beneden: de hertog van Gelre (fol 51)

Vriend | 1410~

Leenregister Culemborg
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Jan Vranckenz 3 ½ morgen in Ryswikermaelscap die van Heinric Loef Ghysbertsz waren, de halve Bredestucken geheten, belend beneden: de heerschap van Gelre, boven: Jan Vrient Dircsz (op fol 15: kinderen), van de Polre tot aan de Wijfdijc, zoals Heinric Loef hield (fol 9, 15); - Evert uten Weerde Gherijt Vrientsz 1 hofstat met 2 morgen in Ryswiker maelscap, belend beneden: de vrouwe van Gelre, boven: Dirc Borre, zoals zijn vader hield (fol 9); - Willem bvan Boechout: 8 morgen in Ryswiker weert, in 4 ½ acker, waarvan 1 akker belend boven: Jan Vrient, beneden: Henric Loef, en 4 hont in de Polre, belendboven: Gheryt Vrient, beneden: Alaert Vrient; de eerste 1 ½ akker ontvangt Jan Zurmont, de andere 2 en 4 hont daarnaast Alaert Vrient, de laatste Heinric uten Weerde (fol 11); - Hubert van Bemmale dat Gheryt Vrient Scelenz was, 3 ½ morgen in Ryswiker maelscap in den slaghe, geheten de Smale akker, strekkende van de polder tot aan de Broecsteeg, belend boven: Jan oude Gerijt Vrientsz, beneden: de jvr van Gelre (fol 28); - 1423: Diric Vrint ontvangt het goed dat hij in leen hield (fol 28v)

Herlaer, van | 1366-05-11

Muller: Regesten Arch Stad Utrecht no 338
Achternamenindex

Gherijd van Herlaer heer van Poederoijen erkent schuldig te zijn aan Ghisebrecht van Brandenborch 800 £ Utr wegens aan hem geleverde weit en wol; 1366-05-21: Ghisebrecht van Brandenborch geeft over aan Aenroud de Vrese de 800 ponden waarvoor Gheryt van Herlaer van Poederyen hem een schuldbekentenis gegeven heeft

zegels van: Gheryd van Herlaer, Johan van Andel, Otte van Sconouwen, Werner van Drakenborch, Wernaer van Blydensteyn, Johan van den Groenenwoud, Borre van Heemstede, Hubrecht van Gollebertingen, Gheriid van Voerscoten

Eck, van | 1410~

Leenregister Culemborg fol 13, 13v, 14v, 22v, 36v, 38
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Jan van Ecke Herdberensz 7 morgen in Pelmate, belend boven: Ot van Derthesen, beneden: Henric van Mauderic; - Borre (later: Deenken) van Eck een tiende te Eck, de gifte van de kerken van Eck en Mauderic en 10 morgen te Ecke," mer van den 10 mergen en weet ick waer niet wael af hoe hij die houdt"; - Geryt de Monic Henrics Monicsz 9 morgen tot Mauderic in die Oude Weyden, belend boven: Jan van Ecke Willemsz, beneden: Geryt uten Weerde; - Jan van Ecke Willemsz 15 morgen te Mauderic en Jan van Ecke Herberensz 7 morgen; - Heymeric Roelantsz 3½ morgen op Hornincsvelt, die Jan Willemsz placht te houden; - Wouter bastaard van Culemborg, 5 morgen in die maelscap van Eck, die gelegen zijn die Rynacker en die Tuderweijde, belend boven: Roelof Lamphollenz, beneden: die Ynghensen weg, en dit erf gaf Jan van Eck Herberensz over tbv van voornoemde Wouter; - jvr Lysbet Jansdochter van Ecke 6 morgen tot Eck op de nedersten hul, belend boven: Jan van Eck, beneden: die Mauderickse wetering, haar vader Jan van Eck doet hulde; later: - Deuken van Ecke Lamphollenz 6 morgen land tot Ecke op de nederste Hulle, belend boven: Dierck van Thuenen, beneden die Mauderikse wetering. Nog later: Deuken heeft dit leen ontvangen

manne: Alaert van de Wael en Jan van Eck Woltersz

Avesaet, van | 1318-09-03

Nyhoff: Gedenkw I no 178
Achternamenindex

graaf Willem van Holland doet bij rade van leen en dienstmannen en schepenen der steden van Gelre uitspraak in de geschillen tussen graaf Reinald en zijn zoon

Betuwe: Borre van Dornic, Wilham van Dornic, Jan van Dornic, Wouter heren Borrenzoon, Baudeken van Avesaet, Goedart Tegnaghel, Bernard Tegnagel, ridders, Jan van Lienden, Steffen van Liende, Jan van der Nordelose, Otte van Avesate, Walraven van Benthem, Wouter van Zoelen

Noordeloos, van | 1318-09-03

Nyhoff: Gedenkw I no 178/Noordbrabantse Charters p 70
Achternamenindex

graaf Willem van Holland doet bij rade van leen- en dienstmannen en van schepenen der steden van Gelre uitspraak in de geschillen tussen graaf Reinald en zijn zoon

Betuwe: Borre van Dornic, Wilham van Dornic, Jan van Dornic, Wouter heer Borrenzoon, Baudeken van Avesaet, Goedart Tegnaghel, Bernard Tegnagel, ridders, Jan van Lienden, Steffen van Liende, Jan van der Nordelose, Otte van Avesate, Walraven van Benthem, Wouter van Zoelen

Duvenvoorde, van | 1313-03-21

Van Mieris II p 123
Achternamenindex

opsomming van de goederen door wijlen de heer van Putten van de graaf van Holland in leen gehouden: - t ambacht van der Weede, van de halve Maeze opgaande aan de heer van Brederode, tussen de herschappie van Striene en Gherardus van Wieldrecht

getuigen: Jan van Henegouwen, heer van Beaumont, de heer van Vorne, de heer van Brederode, de burggrave van Leyden, Jan die Molnaer, Jan van Duvenvorde, Jan van den Sile, Floris van Boichorst, Philips van Santhorst, Gillis van Besijn, ridders; poorters van Zierikzee: Rengher Moenkenssone, Willem Bartensone, Pieter van Leyden, Jan Cauff, Jan Lame Lievensone, Willem Borre, Philips van Casteil

Casteil, van | 1313-03-21

Van Mieris II p 123
Achternamenindex

opsomming van de goederen door wijlen de heer van Putten van de graaf van Holland in leen gehouden: - het ambacht van der Weede, van de halve Maeze opgaande aan de heer van Brederode, tussen de herschappie van Striene en Gherardus van Wieldrecht

getuigen: Jan van Henegouwen, heer van Beaumont, de heer van Vorne, de heer van Brederode, de burggrave van Leyden, Jan die Molnaer, Jan van Duvenvorde, Jan van den Sile, Floris van Boichorst, Philips van Santhorst, Gillis van Besijn, ridders; poorters van Zierikzee: Rengher Moenkenssone, Willem Bartensone, Pieter van Leyden, Jan Cauff, Jan Lame Lievensone, Willem Borre, Philips van Casteil