15 resultaten

Borst, de | 1325~

Quellen Stift Xanten p 468
Achternamenindex

Borste, Spechorn. Recklinghausen: bona Tyleman de Borst 22 vasa siliginis, 6 ordei, 4 avene, 4 ½ den; bona Henrici Borst 21 vasa siliginis 8 ordei, 8 avene, 3 den

Noordwijk, van | 1513-05-10

Ned Leeuw jg 1957 p 250
Achternamenindex

schepen van Haarlem: Gerrit van Noortich, wapen: leeuw, op de borst een schildje met 3 (boom)bladeren

Hasselaer | 1526

Navorscher 12e jg 1862 p 97
Achternamenindex

artikel betreffende Kenau Symonsdochter Hasselaer, geboren 1526 te Haarlem, dochter van Symon Hasselaer en Grietje Coenen etc x Nanning gerbrandsz Borst, scheepmaker

Asperen, van | 1637-02-17

Navorscher jg 1885, p 326, 504, 505/Balen: Dordrecht p 1307
Achternamenindex

Gysbert van Asperen Anthonisz (zijn wapen in goud een zwarte dubbele adelaar de borst beladen met een schild dat het wapen van Arkel, zonder breuk, vertoont), geboren 1637-02-17, x 1659-04-13 Maria de Witt (dochter van Thomas de Witt en Geertruida de Koning) geboren 1636-12-19. Hieruit: 1. Geertruyd, geboren 1660-02-06; 2. Johanna geboren 1661-06-08; 3. Anthony 1662-12-28; 4. Jacomina 1665-12-21, gestorven 1705 x 1689-06 Taco Hugo van den Honert; 5. 1671-03-25, Thomas, jong gestorven

Lawick, van der | 1584-06-25

R.A. Arnhem Recht Arch Heerlijkheid Ammerzoden Inv 243 fol 2, 4
Achternamenindex

verklaring over koren staande achter het huis van jonker Aernt van der Lauwijck: Cornelis Jansz zegt dat hij met de weduwe van Hnerick van Doern, nu vrouw van Aerndt van der Lauwijck, met een wagen op een stuk land reed, genaamd "dat Wordragenshe huijes" om de tiende op te halen, toen Lauwerents van Dinther tegen de weduwe zei, dat ze de tiende moest laten staan en met een vuist tegen haar borst sloeg zodat ze bijna omviel; Frederick Jansz klaagt over jonker Aerndt van der Lauwijck en Frederick Cornelisz [van Harler] omdat zij "certificeren voor die gerechte waerheyt wat scheldtwoorden dat Lambert Jansz op Frederick Jansz gesproocken mach hebben als Frederick Jansz was in des dorps dienst doen Verlauwyck ende Frederick Cornelisz tot Lambert Jansz satten ende droncken". Met verklaring van beide getuigen, dat hij gezegd had"laet den lantverrrader lopen ick en wil hem in mijn huijs niet hebben"