Haestrecht, van | 1615-06-02

Schepenregister Breda 514 fol 86

Achternamenindex

mr Ghoris van Ghilse, advocaat, als gemachtigde van Catherina van Haestrecht Willemsdochter, met haar man Mathias Linden, Maria en Anthonia van Haestrecht, dochters van Willem van Haestrecht, krachtens volmacht gepasserd 1613-10-31 voor notaris Melis Jan Melisz, transporteert nu aan Jan Peeter Jan Claessen van de Kieboom (?), Quirijn Jan Jansz, en de voogd van Anneken Mathys Dircksz van Roye dochter een stuk beemd groot 1 ½ bunder, waarvan 134 roeden zijn afgegraven en geemployeerd tot Warande, gelegen in de Croechten achter Belcrum bos achter het kasteel, belend noord: het kasteel, oots: de watersloot, zuid: zijne Furst genade erve, noord: Cornelis Reynier Cornelisz weeskinderen

Horst, van der | 1468-07-18

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 184v

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Pouwels Aerntsz van der Horst daagt op: 1) de helft een ½ hoeve land gelegen tot Heesse, met bos, meent en utslach, dat hij met de nakomelingen van Peter Jansz gemeen had, en de lijftocht van zijn vrouw Gongeraet; Evert Petersz van Heesse draagt over: 1) een hofstede gelegen tot Heesse, die de broers Jan en Gysbert Evertsz toebehoorde, oost: Gysbert Evertsz met een gemene wech, zuid: een gemene wech, west: mr Reijer van Lodesteyn, noord: de gemeente van Heesse; vervolgens wordt hiermee beleend heer Jan van Deutijnchem, rector van het clerchuys St Johan tot Amersfoort, hulde en eed doet: Aelbert Dyer

mannen: Geryt van Rijn Soudenz, Peter van Zuylen van Koelenberch, Henrick die Wit

Donk, van der | 1326

Geld Leenakten 2e stuk Overkwartier no 53 p 40, 3e stuk overkwartier p 4, 4e stuk overkwartier p 124

Achternamenindex

Jan van der Donc houdt: - de hof te Greverade, - de hof te Brochusen aldaar met 68 morgen bos, broek, beemt, land; 1401: Claes van der Donck ontving over 3 jaren: - 2 hoeven te Greverade, - een hof te Heersel in de kerspel van Heringen, tot een pondigen leen. Lijftocht voor zijn vrouw Mechtelt 1404: twee meulen tot Zevenhem gelegen in het land van Kessel en an den hof tot Greverade, in het land van Crieckenbeecke; 1394-01-11: Claes van der Donck ook beleend; 1424: Johan van der Donck: - de wind tot Sevenem, - de hof tot Krucken, - de hof tot Herssen, - de hof tot Greverade

Strijen, van | 1289 (1290-05~)

Van Mieris II p 404, 409, 403

Achternamenindex

oorkonde van 1326-10-04: Jan van Cruninghen en Florens van Borselen zijn naar Oosterhout gereden naar de heer van Striene, gehuwd met de zuster van Floris en zagen mensen metselen aan het huis te Oisterhout; ze vroegen aan de heer van Striene in welk gebied dit huis lag, waarop hij antwoordde: in Brabant "ende somme van dien huise in 's Gravenlande van Holland", bijv de kapel stond in Holland; de beemte waar het huis op staat was gekocht van Copperde van Oisterhoute en het bos van Janne Vemdau [Venedau]; 1304~ : verklaring Willem die Moilnaer " die burch in Brabant, ende dat voirburch in Holland"

ook verklaringen van: Loiper van Bridorp, Jan heer Ghenemansz uten Polre, Willem van Wyffliet

Nyenrode, van | 1422-11-25

Ons Voorgeslacht 09-1988 p 381-383

Achternamenindex

leen van Amstel: no 61) stuk land bij Reigerbroec in Bijlmer, buiten de Bos, groot 200 morgen, Oude broek, Nieuwe broek en Hoornbroek, Splinter van Nyenrode met 200 Vr cronen uit Bijlmerbroek, dat door oorlog half water, half rietland is, voor zijn huwelijk met Johanna, dochter van hertog Jan van Beyeren, hij zal het verbeteren; 1439-04-09: idem; 1471-10-06: Jan van Nyenrode na dode van zijn vader Splinter, leen gesplitst in A, B, C; no 61C): Dirc van Zwieten Arnoutsz bij overdracht door Jan van Nyenrode voor zijn huwelijk met diens zuster; uit 61 C afgesplitst 61 E): 1532-09-24 Splinter uten Hamme bij overdracht door zijn neef Splinter van Nyenrode

60E) apart: zie 1510-11-18

Eck, van | 1445

Leenregister Abdij St Paulus te Utrecht 505 fol 290

Achternamenindex

leenregister abdij van St Paulus Utrecht: de abt oorkondt dat voor hem en tijnsgenoten, Deuken van Eck en zijn vrouw Alijt hem opdroegen "dat oude erff tot Scherpenzeel en dat getimmerde dat daer op staet, alsoe alset Willem Lambertsz te bruken plach, ende Deuken ende zijn voorvaders dat van ons en van ons abdien voirs te tijns gehouden hebben", belend oost: Jan Ottenz nakomelingen met Berckhorst en Rodenwinckel, west: Ot van Scerpenzeel met de derp van Scherpenzel en met Rynesse, noord: Ot en zijn bos, zuid: jonge Egbert die Beer met Winniclaer. Vervolgens wordt hiermee beleend Wouter die Beer tbv zijn vrouw Margriete van Huekelem; 1457-04-01?: dragen Wouter de Beer en zijn vrouw Margriet dit tijnsgoed over aan Dyerck van Oestrum. (Dit heeft nu: Egbert de Beer)

tijnsgenoten: heer Lambert van Spuel, commelduer te Calenbroec, Goessen Mom, Jacob van de Weteringe

Rijn, van | 1438-02-06

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 142v, 143

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Henrick van Rijn heeft ontvangen bij overgeven van Reijner Bertoutsz, ½ van 1 ½ hoeve engelants, met bos, met ongeslagen veen, velde en met 3 vierendeel geslagen veen, gelegen in Heze, tussen den Vuersen en der ijerster sant haer tot Hezewert, belend oost: Marten Nannincsz, west: Johan van Hemerden erfgenamen; "dit goet heeft Henrick van Rijn opgegeven, ende t is ontfangen tot behoef van t Sinte Pietersgasthuis te Amersfoert. Daervoer is man: Johan Spronc; actum 1445, des yersten Woerden [Woensdag ?] in Merte"; fol 143: St Petersgasthuis heeft dit leen verzocht bij dode van Johan Spronck, man is geworden voor hem: Willam van Bosch, anno 1448 des Saterdages na St Odulfusdag; na dode van Willem Bosch is leenman geworden voor het gasthuis: Egbert Goessen Woutersz

mannen: Goessen Bosch Willamsz, Jacop van der Weteringe; 1445: Egbert de Beer, Jacop van der Weteringe

Haghenouwen, van | 1422-10-28

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 118v

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Mechteld Roelofsdochter van Haghenouwen wordt na dode van haar vader Roelof en de zoon van haar zuster Otte Roelof Ricoutsz.z, beleend met: 1) stuk rogland op Hezereng, belend zuid: de abdij, noord: Gerrit Petersz en Ricout Mutsen erfgenamen, 2)land geheten de Campen, oost: Alijt Cleppendochter, west: Roelof van Haghenouwen, 3) stuk land, oost: de abdij, west: Alaers erfgenamen van Heze, 4) stuk land, zuid: Alyt Lambrechtsdochter, noord: Ricout Mutsen erfgenamen, 5) stuk land, oost: Gysbert Ricoutsz, west: Alaers erfgenamen van Heze, 6) stuk land, oost: Alijt Lambertsdochter, west: Lubbert Reijner Keilsz, 7) stuk land, oost: Lubbers erfgenamen van Heze, west: Alyt Lambertsdochter, 8) stuk land, oost: erfgenamen Lubbers van Heze, west: mr Wouter, 9) stuk land, oost: Alyt Lambertsdochter, west: Alaerts erfgenamen van Heze, 10) stuk land, oost: Lubbert Reyner Keilsz, west: Jacob Libaert en Rutger Gherijtsz, 11) stuk land, oost: mr Wouter, west: Geryt van Ecke, 12) stuk land, oost: mr Wouter, west: Jacob Liebert, 13) stuk land, oost: Jan van Heze en zijn vrouw Semme, west: Lubbert Reyner Keilsz, 14) stuk land, oost: Jacob Lieboert, zuid: mr Wouter, 15) stuk land, oost : mr Wouter, west: Aernt Lubbertsz van Heze, 16) 2½ vierdeel bos en veld boven Heze; "dit leen heeft het convent gekocht van Dyrck Ricoutsz qui fuit verus successor van Machtelt"

mannen: Tyman de Lange en Jan van Hamelberch