Bladelijn | 1451

Thesauriersrekening Haarlem

Achternamenindex

Pieter Bladelijn, hofmeester van de hertog van Bourgondië: uitgaven van renten van Vroonregeist, 1 jaar rente o pHaarlem 64 £ (202 fol 29); van 1453-1454 (203 fol 11) tot en met 1470-1471 (218 fol 12v) steeds 64 £; 1471-1472: (219 fol 20) zijn weduwe; 1472-1473 (220 fol 28v), 1473-1474 (221 fol 19v): de weduwe van Pieter leestmaker, 64£; 1474-1475: (fol 31v) Margriete van de Vageviere, weduwe van Pieter Bladelyn, 64£

Hey | 1438-03-08

R.A.H. Coll Aanw 97 fol 116v, dezelfde brief op fol 49v

Achternamenindex

Margaretha van Bourgondië oorkondt dat Steven van der Zevender van de hofstad van Haestrecht in leen hield 8 morgen land gelegen op het einde van Beyershem, die hij echter niet verzocht doch als vrij eigen goed verkocht aan Jacob van de Goude, waardoor het leen verbeurd was "soe hebben wij overmits dienst wille die Gherijt Heij onser liever dochter zal ged. voirtijds gedaen heeft, ende oick om bede wille van sonderlinge vrienden Gheryt Heije met deze 8 morgen beleend tot een erfleen"

Borssele, van | 1593-02-28

Ons Voorgeslacht 09-1988 p 367

Achternamenindex

leen van Amstel: no 29) ambachtsheerlijkheid van Nieuweramstel (zie 1399-05-25), Margaretha van Borssele, nicht van de leenheer, gehuwd met Walraven heer van Brederode, die verhinderd was, bij overdracht door Philips van Bourgondië, gehuwd met Anna van Borssele; 1494-07-08: hulde van Walraven heer van Brederode; 1508-01-10: Reinout van Brederode na dode van zijn moeder Margaretha; 1489: Anna van Borssele, nicht van de leenheer, bij dode van haar vader Wolfert van Borssele heer van der Veere

Egmond, van | 1428

R.A.H. 99 Caput Kennemerland fol 9v, 10, 11, 56 fol 163/Novum Registrum/Reg in Beyeren IX fol 86

Achternamenindex

Aelbrecht heer Aelbrechtsz van Egmond, Otto van Egmond: 6 ½ viertel op Hogedorp, tussen de Broeksloot en de Kukensweg, 8 geersen die van heer Jan van der Mij waren, 4 maden en een viertel in Heemskerkerbroec, 18 geersen op de Grote Venne; 1429-04-30: Aelbertus verhief dit van vrouwe Jacoba (vidimus 1429-05-04 en 1429-05-22); 1430: Aelbertus resignavit 36 jugera et Otto, frater suus relevavit; 1439-03-22 (1438): Albertus verhief zijn lenen van hertog Philips en Otto van Egmond van de hertog van Bourgondië

Heemskerk

Culemborg, van | 1434-09-19

Berigten Hist Gen IV p 31/ VanMieris IV p 1050/Kroniek Hist Gen 1848 p 136, 137

Achternamenindex

Gerrit bastaard van Culemborg draagt het huis Amerongen, leen van Culemborg, over; 1438-11-10: zijn vrouw Berta van Amerongen, dochter van Elias van Amerongen, geeft het huis te Amerongen in honderjarige erfpacht van Gysbrecht van Nyenrode; 1439-12-29: Elias van Amerongen, zoon van Gerrit, verkoopt met zijn moeder Bertha van Amerongen dit huis aan de erfpachter; 1439-12-31: Bertha, dochter van Elias van Amerongen; 1440-06-01: Bertha doet afstand van het huis tbv de hertog van Bourgondië, samen met haar zoon Elias; 1444-06-10: Bertha, vrouw van Gerrit van Culemborg verzoekt te Duurstede haar leen

Vriese, de | 1440

Thesauriersrekening Haarlem

Achternamenindex

Claes de Vriese, Leiden: rente op Haarlem 42 £ 13sc 4d (105); 1448: (201 fol 112) rentmeester Beoosterschelde in Zeeland, rente van 4 termijnen 81 £ 1sc 4d; 1447: (200 fol 70) ontvangt alsnog 29 sc 4d, boven het bedrag dat hij van de hoppenbierexcijs ontving; 1431-1432: (fol 22v) koopt een lijfrente van 25 Wilh sc per jaar voor hem, secretaris van de hertog van Bourgondië en zijn vrouw Alyt Bruninc Spruijtsdochter (hij koopt deze rente van Roelant Gheryt Kocsz) en betaald voor deze overzetting aan Haarlem 80£; (fol 49v) 20£; 1432-1433: (fol 37) secretaris clerc van de hertog, van idem

Vos, de | 1497-08-11

Grote Raad Mechelen Geëxtendeerde Sententiën 1966 p 312

Achternamenindex

Frederik, bisschop van Utrecht, als opvolger van David van Bourgondië, contra Dierick Pelgrim de Vos en zijn broer Franchois de Vos, eerste aanleg: het slot te Putten (Gld) van verweerders was in de oorlog door die van Kampen die de zijde van Utrecht hielden, geplunderd en verwoest; om de schade op de Kampenaren te kunnen verhalen, ontvingen verweerders brieven van marcke. Kampen verkregg echter ook open brieven, krachtens welke de Kampenaren zich tegen het optreden van verweerders mochten verzetten. In afwachting van het eindvonnis dat over 2 maanden zal worden gewezen, worden de brieven van marcke geschorst

Borssele, van | 1472

Grote Raad Mechelen E.A. Dossiers dl III dossier 2678

Achternamenindex

Beatrix van Borssele, kanonikes te Bergen in Henegouwen, Hendrik van Borsselen heer van Vere c.s, erfgenamen van Adriaen van Borsselen heer van Brigdamme, contra Anna van Bourgondië, weduwe van Adriaen van Borssele, + Procureur Generaal. Na dode van Adriaen in 1468 nam Beatrix zijn lenen op Duiveland in bezit; zijn weduwe daagde hem voor de Grote Raad: op grond van haar huwelijks voorwaarden dd 1466 had zij als weduwe recht op 15000 frcs in eens en 2000 frcs per jaar uit de lenen op Duveland. De goederen werden haar bij provisie toegewezen; daarop overleed Beatrix, er volgde ook een geschil over haar erfenis en nieuwe geschillen

Bennebroek, van | 1418-08-26

Arch Nassau Domeinraad I 2 reg 1074

Achternamenindex

Hertog Johan van Brabant en Jacoba van Beyeren beloven hun moeder Margriete van Bourgondië en hun Raden schadeloos te zullen houden en verbinden hiertoe hun tollen in Holland en Zeeland. De Raden zijn: Willem van den Berge, Gheryt van Poelgeest, Florys van Tol, Jan van der Bouchorst, Reynout van Brakel, Dirc van Santhurst, Claes van Diepenberth, Geryt van Bennenbroek, Jan van Dorp, Adriaen v Mathenesse, Willem van der Does, Costyn van der Does,Philips die Blote; Jan Eggert; Wolfaert van der Duyn; Dirc Saij van der Bede [= Lede], Harman Beyntjer; Lourens van Overvest; Willem van den Couster en Jacob Leen, die zich borg gesteld hebben voor de steden Haarlem, Delft, Leiden, Amsterdam en Gouda voor 2000 nobels jaars en die deze ten behoeve van de hertogen verkocht hebben aan lijfrenten

Put, van | 1468-10-08

Sententiën Hof van Holland no 471 fol 123v e.v.

Achternamenindex

eiser: kerkmeesters van Oostzaan en kapelmeesters van Zaenerdam contra Dirc Claes van Put, alias Dirc Fijenz. Vanouds behoorden aan Geryt Claesz tot Oostzaenden twee visserijen en sluizen, de ene gelegen in Zaenredam en de andere in de Schijnkeldijck, hun ten eigen gegeven door hertog Willem van Beijeren, welke sluizen en visserijen Gerijt Claesz op 1434-09-08 opdroeg aan Philips van Bourgondië; dat 14 jaren geleden Geryt Claesz gewild heeft dat ze kwamen aan de kerk en kapel; na zijn dood hebben zijn kinderen zijn wil uitgevoerd en ze aan de kerk en kapel getransporteerd, met de oude brieven. Dirck Fijen gaat als afgevaardigde naar Den Haag om beleend te worden en hij verkrijgt de ontvangsten. Protest hiertegen en eiser eist de renten op van 30 rijksdaalder per jaar, totaal 600 rijksdaalder