8 resultaten

Bourgonje | 1631-01

Arch. Gecomm Raden Noorderquartier Inv 51
Achternamenindex

losrenten kantoor Medemblik: verschijndag 08-02, Pieter Cornelisz Bourgongie fl 1000 - fl 40, afgelost 1772-01-08

Bourgondiƫ, van |

Batavia Illustrata bl 935, 889, 924, 1009, 754
Achternamenindex

vermeld: Jan van Bourgonje, Jacob van Bourgondiƫn, Carel van Bourgondiƫ

Wijnbergen | 1703-04-06

Arch. Gecomm Raden Noorderquartier Inv 51
Achternamenindex

lijfrenten kantoor Hoorn: Pieter Bourgonje 500 gld ten lijve van Aefje Schot, oud 19 jaren, vader: Sybrant Schot en moeder Lysbeth van Wynbergen, fl 45; 500 gld ten lijve van Adriaen Schot, oud 17 jaar, ouders als voren

1426-06-24 |

Van Mieris IV p 843/Commissiones B.R. Bourgonje 1425/2/Cas N fol 45v
Haarlem Algemeen

op St Jansdach Baptiste te Midzomer vercoft myn genadigen heer aan Doeve van Riedwyk [er staat: Vredewyk] alle die goede van Clais Jansz die molemaker, poirter van Haerlem, roerende en onroerende, mits dat dieselve Clais voor Hairlem mitten Kenemers mede lach, ende hij gevangen wort, ende op zijn zekerheijt hem dach gegeven wordt ende niet inne en quam. Ende myn heer geloeft voor hem etc, aan Doeven en zijn erven daarin te houden ende te stercken ten ewigen dage, daar die tresorier voir ontfanghen heeft tot myns heren behoef 100 scilde

1426-07-28 |

Van Mieris IV p 846/Commissiones B.R. Bourgonje 1425-1427/Cas N fol 52
Haarlem Algemeen

hertog Philips geeft om gunst en liefde die wij dragen tot onsen geminde in Gode broeder Floris van der Heerde, prior van het convent van de Predikheren binnen Haarlem, mits sonderlinge diensten die zijn ouderen zal. onsen voirzaten gedaen hebben, ende hi gutelic bewijst heeft aen onsen ridderen, knapen ende goeden luden van wapenen, die van onser nichte van Brabant ende van den Kermeren nu lest binnen Haerlem belegen waren, ende oic om bede van sommigen onsen heymeliken Raden denselven broeder Florys voorn. gegeven hebben ende geven mit desen brieve op dat hi de meer schulde hebbe voor ons te bidden, 10 Vrancr cronen jaerlixe renten te hulpe tot sijnre noturft ende cledinge, die hi jaarlycs heffen en beuren sal op St Bertelmeus dach ut onser tollen van Sparendam. Hij beveelt aan de tolnaer van Sparendam om dit bedrag jaarlijks te betalen etc, durende also lange als wij t regiment der lande van Hollant ende Zeelant in onsen handen hebben sullen. Gegeven tot Haarlem

1427-03-14 (1426) |

Van Mieris IV p 881/Commissiones B.R. Bourgonje 1425-1427/Cas N fol 100
Haarlem Algemeen

hertog Philips oorkondt dat burgemeesters, schepenen en Raad der stede van Haerlem hem aangetoond hebben, hoe dat een misdadich man Jacob Matheusz, ut instortinge des vyants van der hellen, mit opsette ende voirgedachter lage, an enen anderen poirter van Hairlem bloetstortinge gedaen heeft in den chore der Groter kerke aldaar, dairmede dieselve kerke gevioleert en beslagen is, dat onsen goeden luden, den gemenen poirteren van Haerlem tot groten achterdele en onwille draecht, so dat si denselven Jacob dairom gebannen hebben uter stede vryheyt ende voirt alse verre als si macht hebben te bannen. Haarlem heeft de hertog verzocht Jacob ook uit Holland, Zeeland en Vriesland te bannen, en hem bij arrestatie aan de schout van Haarlem over te leveren

1426-08-17 |

Van Mieris IV p 853/Commissiones B.R. Bourgonje 1425-1427/Cas N fol 59v, 60
Haarlem Algemeen

hertog Philips oorkondt: ende want Pieter Meynaertsz vermits verraderije, die hij ingezet hadde doe die stede van Herlem van den Kermeren belegen was, voortvluchtig der lande van Hollant etc geworden ende ballinc geleijt is, wair bij dat alle sijn goederen aen ons gecomen ende tegen onser heerlicheijt verbuert syn. De hertog oorkondt nu aan Marcken Guydecken en Janne Sneppe gegeven hebben ende gheven etc alzulke huysinge mitten hofstede als Peter voorn. te hebben plach binnen der stede van Haerlem mit alle sulker have ende huysgerade als in der voirs. huysinge zyn, ten vryen eygen. De hertog doet dit omdat onze getrouwe Raad Marcken Guijdecken jeghens ons tot hier toe mit enen zekeren getale van gewapende luden getrouwelic gedaen heeft, daer onse geminde Jan Sneppe hoofdman of was. Dan of datter 13 in der van Alphen, dair onse vriende van Leyden neder laghen, doit bleven, ende twee ter Goude gevangen worden gevoert tot sinen kenliken schade ende verlies. Datum tot Aemsterdamme

1427-03-14 (1426) |

Van Mieris IV p 881/Commissiones B.R. Bourgonje 1425-1427/Cas N fol 100v, 101
Haarlem Algemeen

hertog Philips oorkondt dat hij om bede wille van sonderlingen vrienden gegeven hebben ende gheven mit desen brieve Gheryt Louwe Wybrandszoon een swairt te draghen bi onsen scoute van Harlem, ende onse knaep aldaar te wesen gelyck Willem Bruekelsz te wesen plach, bi wie[n]s dode die voirsc dienst open geworden is. Hij beveelt de schout om Gheryt aan te nemen tot onsen knape onder hem te dienen ende t zwaard te dragen als gewoenlic is, ende him daeroff doe hebben ende bueren sulke wedden ende nutscap als dair toe staet ende Willem voorscr daerof te hebben plach sonder meer geboits van ons daerof te hebben. Dit sal geduren also lange als wi dat regiment der lande etc. In orconde gegeven te Dordrecht