107 resultaten

Vronting | 1416

Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex

Gheryd Vronting: afterstal van 1415 van Vroonland 17sc en voor Jacob Doedenz 12 sc 6d, maakt 29sc 6d (846 fol 17); 1417: (847 fol 16) afterstal van 1416 van Vroonland 17sc; 1418: (848 fol 15v) afterstal van 1417 3 £ 8sc 6d; 1412: (842 fol 25v) afterstal van 1411 van Vroonland 14sc 3d; (fol 26) Geryt Vrontincsz, afterstal van 1411 van Jan Aerndsz mandel 45 sc 8d; 1419-1420: (850 fol 10) afterstal van 1417 van Vroonland 3£ 8sc 6d; 1422-1423: (852 fol 2) de tiende van Broeck 11sc; (fol 13) afterstal van 1421 van Vroonland 2£ 9sc 5d

Zevender, van der | 1410-02-14

R.A.U. Oudste Leenregister Ysstelsteijn (1409) no 1 leen no VIII
Achternamenindex

Johan van der Zevender, dochterzoon van Johan van Almelo, beleend met: - 12 morgen land in Polsbroek, belend boven: de cureyt van Polsbroek, beneden: 8 morgen waar de vrouw Douwe Claes Symonsz met haar kinderen en Willem Spiker in geerfd zijn; - 6 morgen die Jan bij consent van wijlen heer Aernt van Egmond ten eigen verkocht zijn; - 3 morgen, belend boven: Jan Gerytsz, beneden: de cureyt van Benscop met 3 morgen en Ysbrant Jacobsz; - 6 morgen gelegen boven de poort van Ysselsteyn tussen de oudelantse Vliet en de nieuwe, zoals Jan van Almelo; 1429-05-24: bij cedulle die Peter van Egmond, bastaard geschreven heeft, wordt Jan van der Zevender beleend met de goederen hem aangekomen van zijn vader

mannen (1429): Steven van der Zevender en Huyge van den Broeck

Culemborg, van | 1410~

Leenregister Culemborg fol 65v, 66
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - 8 hont te Mauderic, belend: Gerefaes van der Wade en de heer van Culenborg; Wolfart van Kulenborg: - 2 ½ morgen in Nyeslach, belend: Claes Ottenz en een altaar in de kerk te Mauderic, en de hueftgrave van der huysmate; - 5 hont in Wykermate, belend: Lambert van de Weteringe, Hille Pieterz [dezelfde lenen die Johan van Kulemborg hield]; - Die here van Mere: - 45 morgen 37 roeden dat grote broeck in Mauderick, - Wernarskamp, 4 morgen en een weert op den boengart, de Zaetweert, de Middelweert, Duijveweert, Kleine Weert, de Huijsmaten, 10 ½ morgen 68 roen, op de meijnte 8 ½ morgen en 18 roeden, verder land te Ryswijck, Yngen en Huesden

Heukelom, van | 1402

Leenregister Gelre 10e stuk p 529
Achternamenindex

leen van Cuyk: 7 morgen land te Wadenoyen, beneden Tiel, Arnt Wymmers [uit een huwelijk met een dochter van Wennemar van Cuyck ?]; 1406: Johan van Hoekelum, erve van zijn vader Arnt Weymmarsz; 1415: Godert Hol Dirksz, bij transport door Johan van Heukelom, ontvangt 7 morgen waarvan 5 ½ morgen gelegen is in Wadenoyen, met name 4 morgen in het Broeck, belend: de nonnen van Zennewijnen en heer Henrich van Nuwenstein en geheten Elbert; - 5 ½ hont in de polder tussen Henrick van den Steenhuys en Arnt de Molner; - 3 ½ hont op de Vergerden tussen de heren van St Wolburg en Willem van Langeraeck; - 2 ½ morgen in het gericht van Malsen tussen Alert de bastaard van Buren en Godert Hol Dirxz

Karne, van der | 1419-1420

Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex

Reyner van der Karne: (850 fol 8v) die mijns heren goet op veijlt, van zijn roc 3 £; 1420-1421 (851 fol 8v), 1422-1423 (852 fol 7): van zijn roc 3 £; 1424-1425: (856 fol 9v) die myns heren tienden en zeedijk pleecht te veilen, voor zyn roc 3 £; 1424: (855 fol 6v) maakt 1 vak zeedijk in Enigheburch, 2½ nobel; 1425-1426: (857 fol 3v) van de tienden van Broeck 20sc, (fol 8v) die myns heren tienden veijlt, voor sinen rock 3£; 1427: (857 fol 16v) van de tienden van Broec, 10 sc; 1428 (858 fol 3) pacht Vroonland te Coedijk, 16£ 16sc, afterstal van 1425, 1426, (fol 4) afterstal van 1427, 8£ 8sc

Cats, van | 1327-07-21

Van Mieris II p 431/Reg EL 11 p 20
Achternamenindex

Ghisebrecht van Cats hield evenals zijn ouders leen van de heer van Cuijk en nu van de graaf van Holland: - 10 hoeven en een vierendel strekkende op des Biscopsgrave, - 50 ½ hoeve strekkende in die Cort Aventure, - al de tiende van het land, - zeven hoeven op Hudsberch, - een hoeve op Heren Hubrechtswerf, - tiende en gerecht op Hudsberch van tien hoeven, -⅙ van het gerecht van Lansmeer en van al den broeck in den ghere an des Biscopsgrave, in het land van Buren 28 morgen land, - het goed te Tricht als zijn moeije, vrouw van Claes van Malsen van hem hield, - op Scerpenghswich 52 morgen, - een derde van de tiende en gerecht op Lakervelt, - een halve hoeve te Meteren, die die Scoene van Eest voir van hem te lene hield

Mille, van | 1405-1430

Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex

Jacob Mille [Mile, Mijl, Mijle]: 1405 (836 fol 3) pacht 6 ½ want te Vronen voor 4 £ 4sc 6d; 1406 (837 fol 5v), 1407 (838 fol 6v), 1409 (840 fol 13): 8 want 2 snezen voor 4 £ 16sc 2d; 1413: (843 fol 11v) die de zwanen en besterfte bewaert op ten Coedyck, van sinen rock, 3£ 10 sc; 1414 (844 fol 20v), 1415 (845 fol 10v), 1416 (846 fol 9), 1417 (847 fol 9), 1418 (848 fol 8): idem van idem; 1415: (845 fol 18) afterstal van 1414 6sc; 1413: (843 fol 18v) afterstal van 1412, 11 sc 2d; 1425-1426: (857 fol 3v) de tienden van Wadwey, 50 sc; 1429-1430: (860) de tienden van Broeck 20 sc, Zuid Scerwoude 15sc, Noort Scerwoude, 23sc

Rumelaer, van | 1410~

Leenregister Culemborg fol 8, 9v, 71, 85, 14v
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Willem (doorgehaald en vervangen door: Sweder) van Rumelaer 24 ½ morgen land in de maelschap van Mauderic int Nyslach, tussen de heer van Culemborg en Roelant Henricsz en de Medelsche stege, strekkende aan de Tielseweg en de Medelse camp, als Willem kinderloos sterft komt dit leen op zijn broer Aernt Swedersz van Culemborg (fol 8, 9v); - Willem uten Weerde dat goed dat Gerijt van Kulenborg opgedragen heeft, 13 morgen int Nyslach in Mauderick, belend: Willem van Rumelaer en Henrick Ottenz, van de gemene straat tot Medelse Kamp; - Otte Koel Claesz 2 morgen in Kulenborgerbroeck op Rietvelt, belend boven: de erfgenamen van Willem van Rumelaer en beneden: Jan Spronck; - Gysbert van Vuylkoep 1 viertel gelegen in Kulenborger broeck bij der Wade aan de Diefdijk, belend boven: Gijsbert zelf en beneden: Willem van Rumelaer

Culemborg, van | 1410~

Leenregister Culemborg fol 53, 65, 92v
Achternamenindex

leenregister Culemborg: leen te Quaelborch en Oerdingen, - Herman Kuuken 1 ½ (of ½ ?) hofstat daer Fije Heijdens op woont te Quaelborch, strekkende met het ene eind aan het Borgervelt op de straat en de boomgaard "tusschen des conincs peerboom enden den Hazel"; - 7 kleine morgen gelegen in het Hollant bij Quaelborch teijnden der coppelen tot Gheselaerwaert tussen de Gheijnschen grave ende Dobbeldeijs kempken en van Danijel Pasyeman en zijn zoon Beernt was; - Henric Preute de hoff ten Broeck in het gerecht van Oerdingen en in het gesticht van Colne (hij heeft dit goed opgedragen en Herman van Loete ontvangen, behalve de lijftocht voor Henrick); - Wynaldus Heymeric van Cleve een hofstede tot Qualborch ind schudt op t Brucke, met het ene einde dat Langervelt heet, en het andere einde dat die hoff kiert int sondt dwers op die strate; - 7 morgen int Hollant bij Quaelborch

Borre | 1475-06-08

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 301, 301v, 303v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: jvr Margriet Borre Jans weduwe van den Poel, met haar gecoren momber Herman Berntsz, draagt op haar recht aen den erve ende goede tot Broichagen, gelegen in den kerspel van Rienen, haar aanbestorven na dode van haar broer heer Dirick Borre, priester; vervolgens ontvangt zij dit goed in erftijns onder voorwaarde dat na haar dood het Cartuiserconvent het Nieuwe Licht buiten Utrecht op ter Vechte gelegen, uit dit goed zullen hebben 6 goed mudde rogge per jaar of 6 goede gouden Phil Bourg schilden daarvoor; Gysbrecht van der Poel en jvr Marie Borren Arent Gruyters weduwe doen afstand van hun rechten op dit goed, na dode van jvr Margriete Borre, moeder van Gysbrecht en zuister van jvr Marie; vervolgens ontvangt Gysbrecht dit goed in erftijns, behalve de uitkering aan het Carthuiser klooster; 1476: Gysbrecht van de Poel draagt het goed over aan genoemd klooster en scheldt al zijn rechten kwijt

tijnsgenoten: Johan uten Broeck, Jacop Henrix; Bartholomeus Schot, Evert van Heze; 1476: Bartholomeus Schot, Jan uten Broick; Gheryt van Rijn, Ysaak Ricoutsz