Westphalinc | 1327-05-23

Scholten: Grafenthal no 152, 154

Achternamenindex

Johannes dominus de Meer oorkondt dat Johannes dictus Westfelinc verkocht heeft 12 maldrata siliginis aan het convent van Vallis, "singulis bonis suis sitis in Plese, que a nobis jure feodali tenet"; 1328-04-29: land up ten Broecke en ten Einde, tot Oversteghe, dat Theodericus Kodde de Goch van de heer van Meer houdt, en bonis Heydermanguet geheten; Johannis de Meer draagt vervolgens genoemd goed over aan het klooster Grafenthal in ruil voor goederen in Sambeek

Grebber, de, van Persyn | 1627-09-14

Not Arch Enkhuizen 906 fol 11

Achternamenindex

testament van mr Adrian die Grebber van Persijn, chirurgijn, en Femmitgen ten Broecke, echtelieden, burgers dezer stad; zij zal ontvangen jaarlijks van zijn te verdienen tractement en maandgeld, die hij zal ontvangen met zijn reis naar Oostindië. Bij vooroverlijden ontvangt zijn vrouw alle huisraad en inboedel. De winkel, zijn boeken en kleren zullen komen aan mr Pieter Gerritsz, zoon van zijn vrouw. Zij wordt universele erfgenaam, genoemd ook de kindreen van moey Alyt Gerritsdochter van Panenburg. Hij tekent met mr. A Grebber van Persin

Persijn, van | 1616-11-16

Not Arch Enkhuizen 841 p 86

Achternamenindex

testament van mr Adriaen Grebber van Persijn, chirurgijn te Enchuijsen. Hij institueert tot zijn enige erfgenaam zijn huisvrouw Femmetgen ten Broeke [?]. Hij legateert aan Pieter Gerritsz ten Broecke, zijn huisvrouws zoon, alle de linnen en wollen klederen met alle instrumenten en gereedschappen. Aan zijn moeder Annetgen Daveberche [Daneberche ?] 200 Kar gld ineens. Bij vooroverlijden deze 200 Kar gld te komen voor 100 gld aan zijn magen en vrienden. Aan de dochter van zijn vrouw, Femmetge Gerrits, 300 Kar gld. In margine staat een verklaring dat mr Adriaen Grebbert van Persyn dit testamen op 1626-01-08 herroepen heeft met zijn handtekening: Arian de Grebber van Prsin. De oorspronkelijke akte is getekend: Adryanus de Grebber van Prsin

getuigen: Ysbrand Symonsz, Frederik Dirksz Fritz

Schaep | 1499

Reg Leenaktenboeken Kwartier Zutphen no 93 p 257, 258

Achternamenindex

"s Roden Slach, gelegen in den Hummelschen Broecke, in den lande van Zutphen, tot Zutphensche rechte: Albert Schaeps huysfrou solde beleninge hebben van den roden slach to Hummel, maer en is nyet angebracht noch te boeck gesten, anno 1499; -- 1492 vernieuwde Arnt Yseren den eed vanwege dit goed"; 1538-09-23: de vrouw van Albert Schaep vernieuwd de eed; 1541-09-02: Guda Huerninx erft dit op haar zoon Johan Schaep, en transporteert dit op zijn zuster Mechtelt Schaep, hulder: Henrick Noyen; 1544-06-26: eed vernieuwd door Jan van Arssen; 1556-06-09: idem door Henrick van Poelwick; 1561-05-07: idem door Johan ter Kust; 1562-08-06: Albert Schaep bij transport door zijn zuster Mechteld, voorbehouden haar lijftocht; 1572-05-19: Albert Schaep confirmeert huwelijksvoorwaarden; 1574-01-08: Albert Schaeps kinderen krijgen uitstel op verzoek van hun oom Johan Schaep; 1574-03-11: Goyken [= Guda] Schaep erve van haar vader Albert beleend, hulder is Segewalt Ten Herenhave; 1581-10-15: eed vernieuwd; 1595-03-25: Goyken Schaep vrouw van Arnt van Heuclom vernieuwd eed door volmacht van zijn broer Willem van Heuclom; 1598-05-16: zij laat haar man eed vernieuwen na dode van zijn broer; 1609-09-08: idem door Jacob Voeth, burgemeester te Harderwijk; 1613-04-22: Swane Lose vrouw van Henrick van Essen erve van haar moye Guda Schaep, maakt lijftocht voor haar man; met bepaling dat als zij kinderloos sterft het leen komt op haar broer Johan Lose

Hummelo