87 resultaten

Kyfhoek, van | 1448-06-13

R.A.H. Coll Aanw 102 N.H. fol 15/Nibbelink no 165
Achternamenindex

leenmannen oorkonden "dat zij dair bij aen en over geweest hebben, dair Florys van Kyfhoeck heer te Goudriaen, machtig zijnre zinnen, staende op sijnen voeten buten den vier stapelen van sijnen bedden, gegeven ende bewesen heeft jvr Johanne zijn wettige dochter gewonnen bij jvr Alijt Helmichsdochter van Doornick, wijlen zijn vrouw, elk jaar de som van 200 gouden Phil Bourg schilden in gaende op ten selven dach dat God sijn wille met hem sal doen". Voldoet haar broeder Florijs niet aan deze beschikking dan zal hij verbeuren een boete van 1 rijder elke dag dij zij niet betaald wordt. De jonge Florijs zal deze rente mogen lossen met 2000 schilden ineens. Sterft zij kinderloos, dan erft deze rente op de jonge Florijs

Rolland, van | 1367-08-14

R.A.H. 44 fol 164/Reg Albrecht IV fol 99v; Van Mieris III p 212
Achternamenindex

Claes Willemsz van Spernewoude heeft de goederen van zijn vader ontvangen: - de woning te Rolland metten heemwerf te gader 8 morgen lants; - een camp land aan de zuidzijde van het huis; - 4 morgen ten Groenreburgge; - 2 camp land van 7 morgen en 2 hont; - de helft (⅔ ?) van de corentiende gelegen tussen die Spaerne bij "de Kerfslote" [er staat: beij den kenslote]en der Bosingerliede, opgaande tot Lymmere, met de smaltiende; - 4 hoet gerst te leveren uit de Monniken hove van Tessele, alle jaren tot Hairlem an t land tot St Martynsmisse buten Willem's cost. "Dit selve goet voirs heeft Margriete van Rolland ontfaen, 's vridaechs na Remigi. Hierover waren als mannen heer Philips van Polanen die burchgrave ende hair Gheryt van Heemstede"

mannen: heer Wouter van Heemskerck, Gheryt van Poelgeest, Bartholomeus van Raephorst

Strijen, van | 1304~

R.G.P. Grote Serie 171 Rek Dom Putten II p 268
Achternamenindex

leen van Strijen: de vrouwe van Breda [= Hadewy x heer Raes van Gavre] houdt in leen: 1) de tiende van Vorensaterward, gedeeld met Botte van der Eem, gehouden van de heer van Altena; 2) Wisschaerts tiende te Raemsdonc, na Clays den Voghet; 3) de tiende aan de cortside van der Eme, die men pacht van St Pieter; 4) de tiende boven Emedam tussen Bloccals brugge en Emekerke, gemeen met Bot van der Eem, die men houdt van St Pieter; 5) de tiende aan de Uutalme van Almonde op Waerd in het ambacht van Bot van der Eme, van St Pieter; 6) 48 morgen boven Emedam aan de lange zijde; 7) 8£ Holl uit de bede van de mannen van Striene, buten

Fouter | 1424-1425

Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex

Louwe Foutersz: (856 fol 5v)heeft dat clochuijs te Hensbroeck tot putoir aes; 1425-1426: (857 fol 3v) de tiende van Hensbroec en Opdam, (fol 5) niet dat clochuus tot Hensbroec heeft Lou Foutersz tot putoir aes; (fol 8v) pluijmgrave in Overleker ambacht voor zijn rock 3£; 1427: (857 fol 16v) de tienden van Opdam en Hensbroec, (fol 18) heeft het clochuis aldaar, (fol 25v) pluymgrave in Overlekerambacht, voor zijn roc 3£; 1427-1428: (857 fol 36v) de tienden in Opdam en Hensbroec, daerof niet; (fol 38) het clochuys te Hensbroec; (fol 41v) pluimgrave in Overleker ambacht, zijn rock 3£; 1428-1429: (859 fol 9, fol 3v) de tienden van Opdam en Hensbroeck, (fol 5) het clochuys te Hensbroec, de watertocht buten Spanbroec 10sc, de Rijsdam en de Leek 3£ 12sc; 1429-1430: (860 fol 3v) de tienden van Opdam en Hensbroec

Persijn | 1336-04-07

Arch Kap St Marie op het Hof te 's Hage Regest no 8
Achternamenindex

Jan Persyn oorkondt dat hij zeven stukken land in erfpacht heeft gegeven aan de landzaten die erop gezeten zijn en hun opvolgers. Al dit land heeft hij gekocht van Pieter van Rolland; onderscheiden worden "vier heel lande ten zuiden van minen lant dat mij opquam van jvr Korstine, mijnre nichten, en ten noorden van de Grote Beek; enerzijds: drie hele landen geheten het Voirland, gelegen jegens Willem Cusers lant, anderzijds: van den Groten Wege oostwaerts streckende te halver Spaarne, anderzijds". De erfpacht bedraagt voor de vier landen £ 9 Holl per jaar te Bamisse te betalen, 60 hoenders per jaar. Bovendien van elk heel land een dag dienst met een wagen per jaar. De erfpacht voor de 3 landen bedraagt 9 £ 9 sch Holl per jaar te Bamisse te betalen. Bovendien van elk heel land een dag dienst met een wagen per jaar. Ende buten dese voorwaarden blijft Claes die Zelander met enen helen lande dat tot dien vier landen hoort, met alsulken pacht als hij Pieter te gheven placht tot Pieters dood

1525: deze goederen werden door het Hofkapittel verkocht

Duijst, uter | 1474-03-01

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 444v, 472v, 97v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Garbrant uter Duijst maakt tot lijftocht voor zijn vrouw Mechteld, 6 R gld per jaar uit alingen 27 dachmaet land in de Duysten, dat hij in tijns heeft; Garbrant maakt zijn kinderen Gysbert, Jan en Agnies bij zijn vrouw Mechtelt, na zijn dood, elk ⅓ van 15 dachmaet land in de Duijst, binnen de nije wech en de nederenwech, belend zuid: Geryt van Scadijc, noord: Ricout Steven Ricoutsz.z; "Mit sulke voorwaerde: ist sake dat Ricout Garbrants outste sone die buten lants is op dese tijt doot, is off waer t dat hij storve eer Garbrant syn vader wirg, so sellen Jan en Angniese na hun vaders dood elk ½ van deze 15 dachmaet ontvangen"; 1482-11-14: Johan Garbrantsz van der Duijst draagt zijn deel over aan zijn broer Ghysbert, die beleend wordt tegen een erftijns van 2 oude Vls per jaar; Ghysbert maakt aan zijn broer Jan een rente van 11 Rijnse gld per jaar deze 15 dachmaet; Agnijse Gerbrantsdochter geeft over 5 dachmaet hiervan, en heeft Jan Willem Tylmansz ontvangen, die het overdraagt aan Willem Evertsz

tijnsgenoten: Willem Adriaensz, Rutger Jan Tymansz, Tyman van Heersell; 1482: Geryt van Rijn, Willam Adriaensz

Heerd, van | 1420-11-30

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 483
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Gheryt van Damassche oorkondt dat "wij om kenlike scout ende noets wille daer wij ende onse goedshuus zwaerlike mede belast sijn overmits oerloge tuijsschen den lande van Ghelre ende Hollant tezamen eendrachtelic teghens den ghestichte van Utrecht ende zonderlinge mede van ons monicker weghen here Willam van Heerd die sonder oirlof ut onsen cloester is op dese tijt. Ende syn brueders mit horen vrienden onse goedshuys ontseit hebben overmits beticht ende veel scaden gedaen hebben mit roef ende ghewelt ende onse monick noch doet. Ende Thyman Willamssoen, onse bouman, ten hove after Amersfoirde ghevanghen is aen handen des hertoghen van Ghelre. Ende hem ghecoft heeft om een zekere summe van ghelde buten onsen scouden of toen doens. Soe willen onse here van Ghelre ende sijnen raet van onsen goedtshuus dat ghelt hebben ende hebben onse goed tot Ermelen [Ermelo ?] daervoer vercoft"; verder verkopen zij nu aan mr Henric Foeken een rente van 12 g.g. Wilh Holl scilt ten lijve van mr Henric en van Wendelmoet Gheret Foeken bastaarddochter, te betalen binnen Utrecht (vgl 1420-12-06)