Holthuysen, van~ | 1463-06-20

Leenregister Huis Bergh no 25 p 28

Achternamenindex

het goed te Holthuysen, 12 maldersaets roggeland, 3 buschlege, 4 steden en 1 beer in Loilreholt, als Guedle dat van oeren ailderen angeerft is, gelegen in de buurschap van Holthusen, in het kerspel van Diedem, 1 £; 1463-06-20: door Ailt van Harderwiic en zijn vrouw Gudele tot leen gemaakt; een ander ? goed Holthuysen in Didam was al in 1417 leen van Vredere, moeder van Engelbert van Horstel, van wie het aan Camphuysen kwam

Heerde, van | 1534-10-15

Leenregister Huis Bergh no 26 p 29

Achternamenindex

het goed Holthusen te Didam: Gijsbert van Heerde, rentmeester in de Bylandt, namens zijn vrouw Geertruid, enige dochter van wijlen Claiss van Camphusen; na dode van Gisbert van Heerde is diens zoon Palick van Heerde hulder voor zijn moeder; 1649-06-08: jhr Palick van Heerde, na dode van zijn vader Jan; 1671-08-06: jhr Johan van Heerde na dode van zijn vader Palick; 1695-09-19: jhr Johan van Heerde to Camphuyssen krijgt toestemming om te testeren; 1698-08-10: hij draagt het leen op tbv zijn neef Palick Johan van Heerde; 1699-09-09: Gerhard Cluyth na opdracht door Palick Johan van Heerde tot Camphuysen

Cock, de | 1528

De Raadt II p 335, 175, 9

Achternamenindex

Rodolphe van Lennep, haiffmeister du duc de Gueldre et drossard de Middeler, conclut un contrat de mariage avec Jeanne de Cock van Nederijnen, fille de Jeanne van Emskerck (en 1531 elle est citée comme décédée), veuve de Gisbert die Cock van Nederijnen (d'après un acte de 1531, il est fils de Guillaume de Cock)

Cracht van Camphuysen, drossard then Berge et de Schulenburg, témoin de Rodolphe; Waleran van Haefften seigneur de Herwijnen, témoin de Jeanne