26 resultaten

Culemborg, van | 1460-03-13 (1460-02-13~)

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 16v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Clauwert oorkondt dat heer Johan heer tot Ghimnich en tot Visschell, ridder, hem opdroeg het leengoed dat hij van de abdij in leen hield, die hij om zijn schulden te betalen had moeten verkopen: 1) den oldenweert mitten gherichte, hoghe ende leghe min sinen thyenden, gelegen bi der Nyerlede, belend oost: den Amstelschen boomgaert, west: den Scullenborchsen weert, noord: die Meersschen, zuid: de oude Rijn; 2) den Schulenborchschen weert in het kerspel van Lienden, belend an die oversijde: heer Johan heer tot Ghymnich, nederzijde: de bisschop van Utrecht; 3) al hetgeen hij van de abdij hield; vervolgens wordt heer Gherart van Culenborch met deze goederen beleend tot een onversterfelijk erfleen

leenmannen: Gherijt van Lochorst van der Merwen, Ffolpert van Amerongen, Johan van Amerongen, Zoude van Rijn, Dirck Bor van Amerongen van Renen

Bruelis, van | 1459-09-24

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 370
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Clauwert beleent de broers Wouter van Bruelis, Henric van Bruelis en van der Abele, Jan van Bruelis en Anthonis van Bruelis binnen een jaar na dode van hun vader oude Symon van Bruelis, met 5 gemeten land in de parochie van tser Abbenkerke in Zuidbeveland, elk voor ¼ deel, tegen betaling door elk van een jaarlijkse pacht van 10 oude groet Conincs Tourn en een goede maaltijd, of 2 Tourn daarvoor; onder staat: "item Jan van Bruelis is gestorven ende dat heeft versocht Peter Jansz van wegen Wouters, Henrics ende Anthonis van Bruelis, dat ¼ deel van 5 gemeten tienden int jaer LXIIII op O. Heren Hemelvaartdag, presentibus: Matteus Jan Stevensz.z, Tyman Mouwer van Heersel"

mannen: Jan van Amerongen, Jan van der Anxter

Culemborg, van | 1480-11-18

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 17v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Clauwert beleent jhr Jasper heer toe Culenborch, ter Weerde, toe Lijenden en toe Borssele, na dode van zijn vader jhr Gerart van Culenborch met: 1) den oldenweert mitten gherichte, hoghe ende leghe min sinen thyenden, gelegen bi der Nyerlede, belend oost: den Amstelschen boomgaert, west: den Scullenborchsen weert, noord: die Meersschen, zuid: de oude Rijn; 2) den Sculenborchschen weert in het kerspel van Lienden, belend an die oversijde: heer Johan heer tot Ghymnich, nederzijde: de bisschop van Utrecht; 3) al hetgeen Gerard van de abdij hield; jhr Jasper ontving ook: 4) de halve tiende te Kesteren; opschrift: "Jonchere Jasper here tot Culenborch to Weerde mo [do ?] vrouwe Anna van Pallant ejus filia, ut in libro abbatis Wilhelmi de no fol 174"

mannen: Bernt uyten Enghe, Ott van [der] Oird

Culemborg, van | 1480-11-18

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 17v, 18v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Clauwert oorkondt dat jhr Jasper heer to Culenborch hem opdroeg 50 enkele gouden Keurv gld en 7 stuvers per jaar uit enige erfrenten: uit 2 haven bouwinge etc, vanouds bijeen gelegen "in den olden weert bij den slote ter Lede" [= Nyerlede], die men van de abdij in leen hield; de ene hof houdt 45 morgen land, en gebruict nu Rutger van Breenck, de andere hof is 60 morgen, en gebruict nu Goissen van Groitvelt; de abt beleent Evert Freijsen en zijn vrouw jvr Anna met deze rente, die zij elkaar tot lijftocht maken; jhr Jasper zal de rente van 59 enkele gouden R gld 7st mogen lossen; "dese alinge rente heeft vrouw Anna van Culenborch weduwe tot Pallant weder affgecoft ende sullen voortaen doet wesen, uit in libro abbatis Mathei de Goch fol 28"

mannen: Bernt uten Enghe, Otte van Oird; Gerijt vuten Enge, Ott van Oirt

Eck, van | 1445-10-23

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 290, 275
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Deuken van Eck en zijn vrouw Alijt dragen over "dat oude erff tot Scerpenzeel ende dat getimmert dat daer op staet. Uytgeseyt dat bosch", zoals Willem Lambertsz gebruikt had, en Deuken en zijn voorvaders van de abdij in tijns hielden, belend oost: Jan Ottenz nacomelingen mit Berckhorst ende Rodenwinckel, west: Ot van Scerpenzeel mit den derp van Scerpenzel ende mit Rynesse, noord: Ot voirs. mit sinen bosch, zuid: jonge Egbert die Beer mit Winniclaer; Wouter die Beer ontvangt dit goed tbv zijn vrouw Mergriete van Huekelem, 2 oude groet tijns per jaar, te betalen in onsen wthoff te Heyligenberge; 1457-04-01 (1457-04-16): Wouter die Beer en zijn vrouw Margriet dragen dit goed over tbv Dyrck van Oestrum; "Dit heeft nu Egbert de Beer per resignationem dicti Theoderici tempore domini Joh. Clauwert" en "item ontfenc Wouter de Beer syn soen [doorgehaald de voorgaande 5 woorden] Egbert de Beer door overgift Dyrx van Oestrum", belend west: Otto van Scherpenzeel met den dorp van Scherpenzeel en met Rynes

tijnsgenoten: heer Lambert van Spuel, commelduer te Calenbroec, Goessen Mom, Jacob van de Weteringe; 1457: Gheryt Scaeij, Jan die Wolff

Rynesse van Reynouwen, van | 1472-07-17

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 94v, 95, 484, 485
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Clauwert oorkondt dat Jan van Ryness heer Jansz van Rijnesse en van Reynouwen, ridder, met zijn vrouw jvr Mergriete Gerytsdochter van Culenborch aan Henric van Rijn overgedragen heeft in het gerecht van den Goeij en van Wulven: 1) ½ van 4 morgen land gelegen op de Grafte tot Wulven, waar de rosmolen stond, belend: Jan van Ryness, 2) ½ van 4 morgen aldaar, belend boven: Jan, beneden: erfgenamen van Folpert van Raephorst, 3) ½ van 10 morgen aldaar, boven: de H. Geest te Utrecht, beneden: het outaer dat Gerrit van Gruenenwoude toebehoort, 4) ½ van 4 morgen langs die stege tot Wulven, belend andere zijde: Jan van Rynes van Wulven met land dat hij houdt van de grafelijkheid van Holland, 5) ½ van 7 morgen gelegen op die Overmaet, boven: Tyman Deell [= Dedel], beneden: Jan Rynes van Wulven, met grafelijk leen, 6) ½ van 3 morgen gelegen an die hofstede het Oude Wulven, belend boven: Beernt Doemsz, beneden: Jan van Rynes van Wulven, met bisschoppelijk leen, 7) ½ van 9 morgen in het gerecht van Wulven, belend boven: de nonnen van St Servaes te Utrecht, beneden: de Goijer Wetering, 8) ½ van het land geheten "de hoge hofstede", boven: Wyer die Wit, beneden: de heren van St Marie te Utrecht; vervolgens wordt Johan van Rynes heer Johansz van Rynesse en van Reynouwen hiermee beleend, te komen op zijn kinderen; in de volgende akte maakt Jan dit leengoed tot lijftocht voor zijn vrouw jvr Mergriet

mannen: Geryt van Rijn, Pouwels van Malsen