Coudekerke, van | 1198

v.d. Bergh I no 178

Achternamenindex

graaf Dirk VII en zijn vrouw Aleida schenken aan de abdij Middelburg ¼ deel van de tiende onder Souburg

Florentius praepositus et Baldwinus fratres mei, Hugo en Theodericus de Vorne, Gerardus de Horst, Henricus de Riswick, Bartholomeus de Harlem, Franco capellanus, Arnoldus Overvort, Florentius Rost, Wilhelmus Raven, Wolfardus et filii eius Walterus et Wilhelmus, Arnoldus et Henricus de Scinge frater eius, Henricus Wiszo, Gerolfus filius Antonii, Alardus filius Reilafi, Symon filius Bonefacii, Willelmus de Kaldekerke

Coudekerke, van | 1213-12-23

v.d. Bergh I no 237

Achternamenindex

graaf Willem I ontslaat voor zijn aandeel de goederen der abdij Rijnsburg te Oostkapelle gelegen, van heervaart en bede

testes: Petrus de Dunis, Daniel de Thosan, Petrus de Middelburg abbates, Hugo de Vorne, Godefridus de Breda, Willelmus de Riswic, Theodericus de Theilinge, Jacobus castellanus de Leiden, Willelmus de Koudekerk, Walterus de Cruninge, Egidius de Sabbinge, Simon Nevekin

Coudekerke, van | 1223-06-15

v.d. Bergh I no 280

Achternamenindex

graaf Floris en Boudewijn graaf van Bentheim verklaren dat Elewoud heer Arnoudsz, zijn broer Henricus, Walterus Belart et fratres ejus, Willemannus filius Kempen et fratres ejus hun recht van naasting op de hof te Warda aan de kerk van Dunes hebben afgestaan

dominus Otto, dapifer Zelandiae, Henricus de Alta terra, Moen de Koudekerke, Remarus de Arnemuda, Monin Stiveric, Wille Woutersz, Symon Alardsz, Wulfardus de Burght, Gilbertus de Ridlant

Coudekerke, van | 1248-07-07

v.d. Bergh I no 460, 465

Achternamenindex

vredesverdrag tussen Margaretha van Vlaanderen en haar zoon Willem ter ener en Floris van Holland aan de andere zijde: artikel 8: Floris belooft dat hij Petrus de Soubburch, Egidius de Koudekerke en aldegenen die met hen uit Zeeland geweken zijn in hun erfgoederen zal herstellen; 1248-08-11: Floris is aan Petrus de Sebourc en Egidius de Koudekerke 7200 £ schuldig als schadeloosstelling en verpandt zijn eigen goederen en die van zijn broer

Coudekerke, van | 1250-05-19

De Fremery no 112

Achternamenindex

graaf Willem oorkondt dat indien tussen: Wolfardus, Nicholaus, Friso, Wulfardus junior, Henricus de Everingen, milites; Scharpardus en Egidius de Koudekerke en andere edelen in Zeeland, die aan Margaretha van Vlaanderen bijstand verleenden, en hun vijanden, gijzelaars gesteld en naar Brugge gezonden zouden worden, dat de gravin niet gehouden zal zijn hem die gijzelaars uit te leveren

Coudekerke, van | 1250-05

v.d. Bergh I no 520/Kluit no 176

Achternamenindex

de bisschoppen van Kamerijk en Chalons bijven voor zekere som borgen jegens gravin Margaretha, ten aanzien van de schade gedurende het bestand aan sommige Zeeuwse edelen "domini Ulfrado et aliis de Zelandia dictae dominae comitissae adherentibus" berokkend. [waarschijnlijk Wolfert Claasz de jonge, Wolfert en Hendrik van Everdingen, ridders en Gillis van Koudekerke, knape]

Coudekerke, van | 1258-12-10~

v.d. Bergh II no 48

Achternamenindex

Symon van Subburgh, ridder, staat aan de abt van Middelburg het leen af, dat hij van hem hield, behalve zijn tienden

Nicolaas de Bersalia, Baldwinus de Brigdamme, Paulus en Paulus de Brigdamme, Petrus en Baldwinus van Subburgh, Egidius de Coudekerke, Egidius de Arnemuden [van Wissekerke?]

Coudekerke, van | 1264-09-20

v.d. Bergh II no 117

Achternamenindex

Wisso van Coudekerke draagt zijn steenhuis en sterkte, door hem in Oud Vlissingen gebouwd, op aan Aleid weduwe van Jan van Avennes

Coudekerke, van~ | 1269-07-29

v.d. Bergh II no 188

Achternamenindex

Boudewijn Tancardsz van Stavenisse verklaart dat die van de abdij ter Does geen schuld hebben aan de dood van een arbeider aan de dam van Hincline die van een aan het klooster toebehorend schip gevallen en verdronken was, en dat diens erfgenamen geen recht hebben op schadevergoeding, die hun echter door de abt vrijwillig gegeven is

bezegeld door Boudewijn Tancardsz van Stavenisse, Daniel dictus Vreet en Biggo van Coudekerke

Coudekerke, van | 1273-06-24

v.d. Bergh II no 253

Achternamenindex

Anthonis, zoon van Pieter van Arnemuden, Barthelomeus Gillemansz en Boudin Willemsz oorkonden over de verkoop van goederen te Arnemuiden aan Floris van Henegouwen en het goed van Allard Hughenz in tienden en ambachten

bezegeld: Tonis van Arnemuden, Bartholomeus, met het zegel van Pieter van Subburg, zijn oom, Willem Boudinssone, onder het zegel van zijn neef Tonis van Arnemuiden, Wisso van Coudekerke, Claise van Kads, Arnout van Coudekercke, Willem Janssone