Cruyningen, van | 1262-02-17

v.d. Bergh II no 83

Achternamenindex

Godfried van Cruyningen, ridder, verklaart dat het geschil tussen de abt van ter Does en enige ingelanden van Morlodenesse, namelijk magister Hugo, Walterus et Johannes fratres eius filii Deinodi Curthals et Meninus de Kene, door de abt beslecht is en dat die uitspraak door vrouw Aleid als voogdes van Holland en Zeeland bekrachtigd is

bezegeld o.a. door Johannes en Petrus de Scoude [van Schouwen] en presbyter de nova terra Henricus de Wales

Cruyningen, van | 1262-07-12

De Fremery no 140

Achternamenindex

Aleid van Avennes getuigt dat Godefridus de Cruninghe en Biggo de Coudewerve voorheen bij opdracht van haar broer Floris de twist tussen de erfgenamen van Deinoud (Corthals) van Nieuwland en de abdij ter Does inzake Morlodenesse hadden onderzocht, waarbij gebleken was, dat er geen verplichting jegens de erfgenamen op de abdij rustte

Cruyningen, van | 1262-07

De Fremery no 141

Achternamenindex

Arnoud van Valkenesse Nicolaasz doet namens zijn vrouw Geertruid Vossart van Hontenesse Jansdochter afstand van alle aanspraak op de abdij ter Does, ter zake van de erfenis van Odo Splenter, grootvader van Geertruid

sigilla domini G (odefridi) de Cruninghe, Witte fratris dicti Arnoldi (de Valkenesse), Johannis Belart

Cruyningen, van | 1263-05

Noordbrabantse Charters

Achternamenindex

Godefridus de Cruningen, miles, en zijn vrouw Oda schenken hun aandeel in de tiende van de kerk te West Tilborch af aan de abdij Tongerlo. De overige gedeelten werden door Gillebertus van Tilburg, Sophia, Beatrix en Hugo van Gageldonk aan de abdij geschonken (1241, 1253)

Cruyningen, van | 1265-05-16

De Fremery no 149/v.d. Bergh II no 126

Achternamenindex

Margaretha gravin van Vlaanderen keurt goed dat de twist tussen haar dochter Aleid van Avennes en Godefridus de Cruninghen, Petrus en Henricus de Bersalia, ridders, wordt bijgelegd en belooft de beledigingen niet te zullen wreken

Cruyningen, van | 1267-03-20

Bijdr Hist Gen 1913 dl 34 p 494

Achternamenindex

4 brieven die door de gebroeders Hugo en Walterus de Cruninghe, ridders, onder abt van Ter Does gedeponeerd zijn: 1. boedelscheding tussen Petrus en H. de Borssele, milites; 2. arbitrale uitspraak hierover; 3. over tienden die Petrus de Borssele houdt van de abt van St Paulus te Utrecht; 4. over tienden die Petrus ontving van St Pieter te Utrecht

Cruyningen, van | 1269-12

v.d. Bergh II no 193

Achternamenindex

brief van Willem van Cruiningen over de dijken te Cattendijke

Cruyningen, van | 1271-08-13

S.A.Antwerpen H 1227, gedrukt Obreen 3e reeks p 222, 223 no 69/Arch Gesch Kath Kerk Nederland jg 12 afl 1 regest no 23

Achternamenindex

de gebroeders H en W de Crunincghe, Johannes de Maelstede en zijn broer Gerardus en W. zoon van Theodericus schenken aan het klooster van Jerusalem bij Bieselinge de visserij genaamd "pae(t)lincsete in Vlaekeliedeslues" en in het gehele ambacht van Vlaeke

zegel van W. de Cruninghe, Johannes de Maelstede

Cruyningen, van | 1271-10-26

v.d. Bergh II no 224

Achternamenindex

Petrus de Borsalia bepaalt de huwelijksgift van zijn dochter Jutte, die zal trouwen met Henricus de Lecke, op 1200 £ Holl, waarvan 200 £ bij het huwelijk en de rest in 10 jaar

borgen: Hugo en Walterus de Cruninghe, Johannes en Gerardus de Maelstede, Hugo en Nicholaus de Risersdorp (?), Nicolaus en Wulfardus zoons van Henrici Wisson, Wilhelmus zoon van Henricus Buffels en Baudwinus zoon van Dancardi

Cruyningen, van | 1277-03-18

De Fremery no 191, 192, 204; v.d. Bergh II no 376 , 451 (niet opgenomen)

Achternamenindex

Floris en Wolfert van Cattendijk verklaren dat de abdij ter Does de tienden onder Monsterhoec Zuidbeveland van hen heeft teruggekocht met in begrip van het daarin aan Jan van Heusden en zijn vrouw Adelissa, dochter van Egidius van Cathendijc, toekomende gedeelte; 1279-01: brief van Florens van Cattendijke over de lammertiend te Monsterhoek; 1282-04-25: brief van Willem abt van der Does aan Wulfart van Cattendic over de lammertiend

sigilla nostra: Johannis de Husden et Adelisae uxoris suae, dominorum Hugoni et Walteri, militum, de Cruninghe