38 resultaten

Lienlaer, van | 1438-07-14

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 131, 157v, 430
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Claes van Lienlaer draagt op een camp land geheten die Nije Leije, belend oost: Goedert die Conijnc, zuid: de abdij, west: Coesijn die cuper, noord: de abdij; vervolgens wordt Bartelmeus van Lienlaer ermee beleend; 1454-12-12: Bartholomeus van Lienlaer draagt dit op, en vervolgens wordt zijn zoon Gherijt ermee beleend; hij maakt het tot lijftocht voor zijn vader Bartholomeus van Lienlaer; ontstaan er moeilijkheden ("hinder of gebreke") t.a.v. dit leen, dan zullen Geryt of zijn erfgenamen uit al Claes van Lienlaers goederen ontvangen 12 gouden Arnh gld per jaar

mannen: Evert Jacobsz van Lienlaer, Jacob Nennync; 1454: Evert van Lienlaer, Peter van Sconenburch

Taets van Amerongen | 1444-05-02

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 143v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Eernst Taets van Amerongen droeg op: 1) Gherbrant Noijdenz huysinge, hofstede en berch, belend boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Evert van Doem, strekkende van den brenck tot aan den overen wech toe, 2) land boven de overen wech, geheten "die Brede", boven: Henrick Jacob Fyenz.z, beneden: Evert van den Doem, 3) dwarsstuk 1½ schepel land, boven: Henrick Jacob Fyenz.z, beneden: Jan Stuep Rijcoutsz, 4) in den Steenberch 10 scepel land an den Baerrewech, boven: Gode scilt, beneden: Evert van den Doem, 5) ½ mud land an Zuidelberch, boven: Wouter Mors, beneden: Geryt Rutger Gerijtsz.z, 6) ½ scepel land in hoec ack (?), boven: Henric Cuper, beneden: de heer van Abcoude, en al het engelant dat zijn moeder had in het kerspel van Zoes; vervolgens wordt Lambert Pyll beleend

mannen: Soude van Rijn, Goesen Busch Willamsz

Bot | 1475-10-07

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 227v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Herman Andries Botsz droeg op: 1) Garbrant Noijdenz husinge, hofstede en berch, met getimmerte, belend boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Evert van den Doem, strekkende van de Brinck tot aan de overen wech, 2) land boven de overen wech, geheten "die Brede", boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Evert van Doem, 3) een dwarsstuk, 1½ scepel land, boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Jan Stuep Ricoutsz, 4) aen die Schoenberch 10 schepel land, aan de Barrelweg [Baernseweg], boven: Gode Scilt, beneden: Evert van den Doem, 5) ½ scepel land in Zindewech, boven: Wouter Mors, beneden: Geryt Rutger Gerytsz, 6) 1½ scepel land in Hoeck acker, boven: Henric Cuper, beneden: nakomelingen van de heren van Abcoude, en voorts het engelant dat hij heeft in het kerspel van Zoes; vervolgens wordt Pieter Andries Botsz hiermee beleend, behalve de lijftocht voor Bert Lambert Pijls weduwe; hulde doet Herman Andries Botsz tot Peter mondig is

mannen: Herman Berntsz, Johan van Helmont

Zwager | 1422-06-21

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 117
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Beatrijs Jacob Henric Zwagerszsdochter wordt binnen jaar en dag na dode van haar broer Ricoud Jacob Henric Zwagersz.z beleend met: 1) hofstede in het kerspel van Zoes, belend oost: Jacob van Zulen, west: Peter Werrinc, 2) land gelegen boven de kerk, oost: Jan Camp, west: Dirc Noteboem, 3) stuk land, zeewaarts: Dirc Noteboem, zuid: Peter Werrinc, 4) hofsteden oost: Jan Camp, west: Gerrit van Heze, 5) stuk land bij de Groenen wech, oost: Henric Gout, west: Ysac Evert Staelsz, 6) stuk land gaende van de Groene wech aan het Haetvelt toe, oost: Gysbert van Hagenouwen, zeewaarts: Peter van der Tanghe, 7) stuk land, oost: Peter Gout, west: de heer van Abcoude, 8) stuk land strekkende an den Baernwech, oost: Evert Bot, west: Wouter Willemsz, 9) stuk land gelegen an den Baernwech, landwaart: Willem Nagel, zeewaart: Ricout Stevensz; Beatrijs wordt met dit leen beleend; boven staat: "voor haar gehult Dirc Allaertsz de cuper hoer getruwede man" (vgl 1434-06-04)

mannen: Willam Henricsz, Aelbert van Baern

Beresteyn, van | 1475-01

Amsterdam Inbrengregister Weeskamer 825 fol 158
Achternamenindex

deze nabeschreven goederen behoren toe aan Peter Heertginsz II kinderen, voogd Claes Stansen: Heertgin was 4 jaar anno 1473 en Peter werd geboren in 1473. Verdeling onder volgende namen: - Ymmetje Peter Heertginsweduwe krijgt 12 gouden Rijnse gld per jaar; - 1 Rijnse gld op Albert Ghijs Croeckenz; - 7 gld op Ghysbert Dirc Florysz; - een peter per jaar op Vrederic Symonsz en Symon Jansz van Alcmaer; (Peter toegedeeld): - een peter per jaar op Claes Jansz die cuper ter lossing van 18d een d, angekocht in het jaar 1479, borge Claes Jansz zijn broeder, die wijnverlater; - (Peter toegedielt): 2 Rijs gld per jaar op Claes Jansz [1482-03-06] wijnverlaeter; 1515-06-13: geleverd heer Pieter Heerman, priester, een brief van de helft van een huis en erf gelegen op de hoek van Heertgensstege. 1501: zijn brieven gekomen van heer Pieter Heerman en Heerman Petersz met Stans Claesz over de deling van een huis in de Kalverstraat. In 1474 leefde nog te Enkhuizen de moeder van Peter Heertgins, nl Aelf Heertgins weduwe

borg: Ghysbert Jacobsz van Berensteyn

Amerongen, van | 1425-08-16

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 64
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Gheryt van Damassche oorkondt dat Eerst Taets met zijn vader Jan van Amerongen hem belening verzocht met alle goede hem aangekomen bij dode van zijn moeder Mergriete, dochter van Willam van Colvenschoten, gelegen in het kerspel van Zoes: 1) Gherbrant Noijdenz husinge, hofstede, berch etc, belend boven: Henric Jacob Fijenz.z, beneden: Evert van den Doem, strekkende van den Brinck totten overen wech toe, 2) een stuk land boven den overen wech, geheten de Brede, boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Evert van den Doem, 3) een dwersstuck, 1½ schepel, boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Jan Scaep Ricoutsz, 4) an den Steenberch 10 schepelen, an den Baerrewech, boven: Gode Scilt, beneden: Evert van Doem, 5) ½ mud lants an Zindelberch, boven: Wouter Mors, beneden: Gerijt Rutger Gerytsz.z, 6) 1½ schepel lants in Hoeckacker, boven: Henric Cuper, beneden: de heren van Abcoude, 7) het engelant dat zijn moeder had in het kerspel van Zoes; vervolgens wordt Ernst Taets beleend, als hij mondig is, moet hij zelf belening verzoeken

mannen: Willam van colvenschoten, Gysbert Godscalc

Bot | 1472-06-06

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 296, 296v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Aelbert Dier als gemachtigde van Herman Andries Botsz wordt na dode van diens oudevader Lambert Pijl, beleend met: 1) 8 schaerweijen in de Kriecxkamp, strekkende uit de Eem tot aan de Bisschopswech, noord: Beert Ricout Willemsz.dochter met ⅓ deel van dezelfde kamp, zuid: die schut en Peter Willemsz, 2) Gerbrant Noijdenz husinge, hofstede en berch, boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Evert van den Doem, strekkende van de Brinck tot aan de overen wech, 3) land boven de overen wech, geheten "dat Brede", boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Evert van den Doem, 4) een dwarsstuk, 1½ scepel land, boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Jan Stuep Ricoutsz, 5) aen die Schoenberch 10 schepel land, aan de Bareweg gelegen [Baernseweg], boven: Goede Scilt, beneden: Evert van den Doem, 6) ½ scepel land in Zindelberch, boven: Wouter Mors, beneden: Geryt Rutger Gerytsz, 7) 1½ scepel land in Heeckacker, boven: Henric Cuper, beneden: nakomelingen van de heren van Abcoude, en het engelant dat hij heeft in het kerspel van Zoes; Herman ontvangt dit alles tot een goed onversterfelijk erfleen

mannen: Geryt van Rijn, Peter Dier, Jan Zaell

Lodensteyn, van | 1468-03-16

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 182
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: heer Reyer van Lodensteijn, priester, draagt zijn leengoed op: 1) die Woirte, west: Gerijt Petersz, oost: het gasthuis te Amersfoort, 2) "Block", oost: Evert Petersz, west: Peter Tymansz, 3) Boschacker, zuid: Tyman Ricoutsz, noord: die sumpel op weijnden, 4) de Vieracker, noord: Evert Petersz, zuid: het gasthuis te Amersfoort, 5) "die Gheer", zuid: het gasthuis, noord: Reyer Aelbertsz, 6) de Heide acker, west: het gasthuis, oost: Geryt Petersz, 7) de Heedacker, oost: de Regulieren in die Birckt, west: Geryt Petersz, 8) de Scheelberch, west: Peter Tymansz, oost: Geryt Petersz en Pouwels van der Horst, 9) de Middelweijnde, west: weynden die Steenacker, oost: Geryt Petersz en Pouwels van der Horst, 10) "die Stupic acker", oost: de abdij, west: Peter Tymansz, 11) de Heedacker, oost: de abdij, west: Dirc Ricoutsz, 12) de Sumpel, oost: het gasthuis met Bertout Reijersz, west: Gysbert Evertsz, 13) de Boschacker, oost en west: de Regulieren, 14) de Kuijlacker, oost: Reijer Aelbertsz, west: opweyndende de Regulieren, 15) Scarlaken, oost: de abdij, west: Peter Tymansz, 16) de Hul acker, oost: Geryt Petersz, west: Peter tymansz, 17) hofstede waar Henric Bul op woonde, eyndende [?] op Heedacker, 18) 4½ vierdel veen, tussen: Peter Lambertsz erfgenamen en het gasthuis, strekkende van de Veengraft an die Vuerse, 19) 4½ vierdel veen en velt tussen Heezen en de meer, en huis en hofstede met alre wairscap als mr Wouter van der Hoeve en Aernt voors. in leen hielden, 20) land, van de Torfwech tot aan de Oude Graft, te Zoes, oost: Willem Zassse, west: de heerlijkheid van Abcoude, 21) stuk land idem, belend west: Gysbert Henricsz, 22) land idem, oost: Meyns Geryt Jansz en Ricout Cuper onderdeylt, west: de heerlijkheid van Abcoude, 23) een acker land, van de Brinck tot aan de Torfwech, oost: Nelle Lubberts, west: Evert Rutgersz; vervolgens wordt het clerckhuis en convent van St Jan te Amersfoort hiermee beleend, hulde doet Aelbert Dier Petersz

mannen: Peter Dier, Alfert Ruysch