36 resultaten

Boem | 1400~1450

Batavia Illustrata bl 933, 929
Achternamenindex

mr Jan Boem, raad en camerling van hertog Carel x Ida van der Does, dochter van Bartholomeus, gestorven 1434, en van Ida van Muylwyk. Hieruit: Margaretha Boem x Herbrecht van Cuyl heer van Kyfhouk en St Anthonypolder

Cuijl, van | 1545-1555

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl V dossier 459
Achternamenindex

Aernt van Cuyl Henricsz c.s pachtten op 1545-02-03 ¼ deel van het weiland "Ostiens Weert" langs de Merwede tegenover Woudrichem, contra magistraat van Gorcum, die hen in hun bezit had gestoord door afgraving; 1548-10-13: aangesproken voor de helft van de pacht

Neercassel, van | 1633-05-18

Museum Bethlehem Gasthuisstraat 54 Gorinchem
Achternamenindex

schepenbrief van Gorinchem: Imbert Jaspersz, enige zoon en erfgenaam van Jasper Imbertsz, heeft ontvangen van Dirck Cornelisz Smith, 100 Kar gld, die hij inder tijd geleend had aan Dirck, ter betaling van zijn huis en hofstad gelegen in de Rosmolensteeg te Gorinchem. Bezegeld door: Govert van Neercassel en Marten van Cuyl, schepenen van Gorinchem, met hun zegels

Linde, van |

Batavia Illustrata bl 1005, 1014, 1170, 856, 866, 929, 1051
Achternamenindex

genoemd: 1200, dochter van de heer van Linde x Daniel van der Merwede; Hugo van der Linde x Cornelia Mol, dochter Elisabeth; Jan van der Linden, kapitein x Hester Stalpert van der Wiele; Adriana van de Linde, weduwe van Carel van Drenkwaart, gestorven 1549; Engelberta van der Linde, gestorven 1573 x Pieter de Bevere; Cornelia van der Linden x Hendrik van Cuyl, geboren 1654

Arkel, van | 1640-07-24

R.A.Arnhem recht arch hoge heerlijkheid Ammerzoden Inv 12 no 245
Achternamenindex

heer Ottho van Arkell, vrijheer tot Ammersoden etc draagt over in vollen eigendom al zijn allodiale goederen aan zijn zoon jonker Walraven van Arkel, in de toestand waarin deze zich op 1630-01-27 bevonden; zijn zoon belooft hem de koopsom van 6000 gld te zullen voldoen; 1641-08-23: Walraven van Arkell, baron van Ammerzoden Well en Wordragen transporteert aan Jan Aeriensz een wortelhof.. met omtrent 100 cuyl hoplants, tussen de molenwey en de kerkmuer tot Ammerzoden; 1641-10-22: Thomas Walraven baron van Aerckel vryheere tot Amersoden, Well ende Wordragen; 1642-03-19: testament van Gideon van Arkell, drossaard, waarbij hij bepaalt dat "na comparants doot sonder eenige wettige kinderen na te laten, op Berber van Wesel zal besterven een rente brief d.d. 14-05-1637, hoofdsom 112 gld 10 st ten laste van Martin Quin..y, nog een d.d. 31-03-1639 van 112 gld ten laste van Willem Cornelisz"

Tengh | 1545-1555

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl V dossier 459
Achternamenindex

1540-08-02: Jan Tengh c.s. verzocht de gravers die aarde uit dit land weghaalden dit te doen uit het midden en niet langs de oever van de Merwede, doch zij weigerden; 1545-1555: Aernt van Cuyl Henricsz, Jan Claesz Tengh [ Teding ?] en Heynrick Gerritsz van Schoonhoven, mede [!] als voogden van de dochter van Osten Jansz, en Frans Kaerle, contra burgemeesters, regeerders en thesauriers van Gorinchem. Eisers pachtten op 1545-02-03 ¼ deel van een weiland genaamd "Ostiensweerd" van Gorinchem voor de tijd van 8 jaar, gelegen langs de Merwede tegenover Woudrichem, ¾ deel hadden ze in eigendom [eisers ?]. Toen eisers over 1546, 1547 en 1548 geen pacht betaalden, daagden de thesauriers hen voor schepenen van Gorinchem. Eisers voerden aan dat Gorinchem hen door het afgraven van hun land in hun bezit hadden gestoord. Processen voor het Hof van Holland. Op 1548-12-20 eisten zij vernietiging van de executie. In de loop van het proces verwierven eisers .. mandement, waarbij aan verweerders bevolen werd het kanaal, dat zij door hun land gegraven hadden te dempen en de schade te vergoeden. Een tweede proces voor het Hof. Eisers vroegen schadevergoeding voor verlies van aanwas en wegspoeling van hun land. Gorinchem verweerde zich met dat er in het belang van de stad gehandeld was. De Merwede stroomde vroeger nl langs de stad, maar nu had hij zijn loop verlegd. Hierdoor kon er geen tolgeld meer worden geind en ging de handel achteruit. Op 1544-07-03 verkregen ze octrooi om een kanaal te graven door een stuk land van de keizer, naast Ostiensweerdt gelegen. Verder hadden zij een kanaal tussen de Keysers weerd en een stuk land van de gravin van Hornes gedempt. Hiertoe hadden ze aarde gestoken uit het land van de eisers, maar zij hadden slechts de langs het water uitstekende stukken, die anders toch weggespoeld zouden zijn, gebruikt. Bij elkaar was het meer dan een hont, waarvan ¼ eigendom was van de stad. Ze boden daarom aan de waarde van ¾ hont te betalen. Ze ontkende dat zij gegraven hadden door eisers land en dat eisers vroeger meer aanwas hadden. De eis van de stad om de pacht te innen bij Job de Molenare, pachter van eisers, werd door het Hof 1549-05-12 niet ingewilligd. Het Hof verklaarde de executie nietig en veroordeelde Gorinchem tot de proceskosten. In het tweede proces stelde het Hof schadevergoeding aan eisers op 20 Kar gld. Eisers gingen vóór 1554-03-04 hiervan in appel bij de Grote Raad. Intussen gelaste het Hof op 1555-07-02 aan eisers de pacht te betalen