46 resultaten

Buren, van | 1425-03-11

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 12v, 424v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Geryt van Damassche beleent jonker Jan van Bueren heer to Ewijck, na dode van zijn broer jonker Otte van Bueren, met ½ tiende van Kesteren, tot een goed onversterfelijk erfleen, zoals Otto en zijn voorvaders hielden; "ende dit heeft joncheer Gerart here tot Culenborch"; hij maakt dit tot lijftocht voor zijn vrouw joffer Alienora her Florysdochter van Bersel, ridder

mannen: Hubert Soudenbalch, Gysbert Godscalc

Zuilen, van | 1421-04-28

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 56
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Gheryt van Damassche beleent Jacob van Zulen Petersz met dat alinge goet tot Haghenouwen, erve ende lant, bossch ende heijde, water ende weijde, wilt ende tam, gelegen in den kerspel van Loesden, zoals wijlen zijn vader Peter van Zulen dit hield; voor Jacob heeft gehuld als een ledich man Vrederic Bor van Amerongen; onder staat: Jacob van Zulen is doet

mannen: Vrederic van Voerd, Tyman de Langhe

Jonge, de | 1516-03-09

Ons Voorgeslacht 09-1988 p 397, 398
Achternamenindex

leen van Amstel: no 103) 8 morgen te Jutfaas, zijnde een ½ hoeve. Hendrik de Jonge voor Catharina Arnoud Binops alias Busersdochter, Hendrik van Damassche zijn schoonmoeder, weduwe van Hendrik van Damassche, na dode van haar broer Willem Binop alias Buser, aangekomen na overdracht door Herbaren van Rijn, na verzuim wegens oorlog, te komen op Hendrik de Jonge Hendriksz, haar kleinzoon of diens broer Jacob, met lijftocht voor haar dochter Aafje en hun moeder; 1532-08-09: Herman van Leeuwen voor heer Hendrik de Jonge, priester, na dode van Catharina, diens grootmoeder; 1543-01-11: heer Arnout de Jonge, priester, na dode van zijn broer Hendrik; 1543-01-13: Christina Jan van Deventersdochter, bij dode van Hendrik de Jonge, kanunnik van St Pieter te Utrecht; 1545-01-20: Aleid de Jonge na dode van haar broer Hendrik; 1583-08-16: Margaretha van Leeuwen, weduwe van Jan van der Meer, na dode van haar moeder Aleid de Jonge

Herlaer, van | 1424-09-28

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 339v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Gerrit van Damassche beleent jvr Johanne, vrouw van Johan van Herler en van Merwijck heer Willemsdochter van der Merwede, ridder, met de tienden gelegen in Noerthollant in Zevenhuizen, te houden tot recht erfleen zoals haar vader heer Willam die hield; in libro abbatis Arnoldi fol 10 : een zelfde brief op Johanna, vrouw van Walraven van Eckoij; "quere in eodem libro op heer Albert van Schagen folio 385"

Vrederijc van Voerde, Tyman de Lange

Hoeve, van der | 1424-12-19

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 34v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Geryt van Damassche oorkondt dat voor zijn hof- en tijnsmeester Bernt van Broechagen, gekomen zijn Fije van Hoeven met haar gecoren voogd Alert van Lienden, en opdroeg tbv de kerk van Renen, 2 morgen in Laerrebroeck, belend oost: Henric Beijers kind, zuid: een gemene steghe, west: Engbert Egbertsz, noord: de kerk tot Renen, met land van Fije; vervolgens ontvangt de kerk dit land te tijnsrecht voor 2 penn per jaar

tijnsgenoten: Jan Bor van Hemerten, Hubert van Trijest Claesz

Borssele, van | 1423-06-24

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 337
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Geryt van Damassche oorkondt dat Jacob van Berselen heer Claesz van Breda, voecht van Bergen in Henegouwen, begeerde van hem te mogen kopen en beleend te worden met het goed dat zijn ouders in leen hielden en door verzuim aan de abdij vervallen was, en hij wordt vervolgens beleend met de tiende in het kerspel van Coudenkerk, voor een pacht van 6£ Coninc Tourn en 36 scill

mannen: Henrick Valck, Gysbert Goidscalc

Borre | 1426-01-05~ (1425)

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 461
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Gheryt van Damassche oorkondt dat Jan Borre Claes Bannenz.z maakt Jan Jacob Egbertsz.z en Jacob Janszn voirs die Jan bij zijn vrouw Reyns heeft, elk 10 scilden per jaar die bisschop Frederic dede slaan, vrilike te ghebruken, elc sijn lijf, uit ½ hoeve en een vierdeel land gelegen op Seldert in het kerspel van Loesden, belend oost: Bertout Duwer, Ghysbert van Lodensteyn en Elys van Wede, west: Geryt Zoes, Wouter Rose en Aernt Mutzen erfgenamen

mannen: Gysbert Godscalc, Aelbert Willemsz van Anxstel

Schade | 1422-09-23

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 57
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Geryt van Damassche oorkondt dat jvr Johanna Otto Schadendochter, vrouw van wijlen Peter van Zulen, hem opdroeg dat alinge goed tot Hagenouwen, erve ende lant, bosch ende heyde, water en weyde, wilt ende tam, gelegen in den kerspel van Loesden; vervolgens beleent de abt jvr Foeyse, vrouw van Wouter van Coelenberch met de helft van dit goed; met de andere helft wordt beleend jvr Kerstijne Petersdochter van Zulen, eronder staat: dese joncfrou is doot

leenmannen: Thyman de Lange, Vrederic van den Voirde

Drakenburg, van | 1424-12-27

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 61
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Gheryt van Damassche oorkondt dat Frederic van Drakenborch maakte aan zijn zoon Jan die hij heeft bij zijn vrouw jvr Elisabeth, dochter van heer Johan van Herlaer, ridder, de naehant an 26 Reinaldus Arnh gld per jaar uit de tienden op Emensse, die Vrederic na dode Jans vader; Vrederic maakt ook tot lijftocht aan zijn vrouw jvr Elisabeth deze 26 R Arnh gld; sterft Jan voor jvr Elisabeth dan komt de rente aan zijn rechte leenvolger, en zal Elisabeth haar lijftocht behouden

mannen: Vrederic van der Voerde, Tyman de Lange ende meer goede lude als Aernt van Drakenborch Vrederics oudste zoon, Heinric Frenc, Gysbert van den Rijn ende meer goeder lude

Voorst, van | 1421-09-26

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 59
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Geryt van Damassche oorkondt dat Johan van Voerst hem opdroeg 7 ½ morgen land op Zeijster over in het gerecht van Zoes, strekkende van den oulande op aen den Rijn, belend overzijde: de abdij van St Paulus, nederzijde: Claes Evertsz, hem aangekomen bij dode van zijn broer Kerstiaen van Voerst, en dat hij vervolgens Aelbert Willamsz van den Anxter, borger te Utrecht, hiermede heeft beleend; "item nu Jan van der Anxter", "Modo Franciscus uten Ham ut in libro Goch abbatis fol 77"

leenmannen: Tyman de Lange, Diederic van den Voerde