58 resultaten

Baarn, van | 1478-07-09

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 218v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Vrederic van der Voerd verzocht tbv zijn vrouw Hyldegont van Baern, na dode van haar vader Willem van Baern, ½ van het veen, 3 roeden breed, gelegen in Hezerveen, opstrekkende van der graft tot an die meer toe, belend oost: Geryt Reyersz en Henrick Goyert Bottersz, west: erfgenamen van Folpert van Amerongen en van Peter Lambert Hamertvelt; de nakomelingen van Roelof van Baern behouden de oostzijde van dit veen; "dit heeft ontfangen Johanna zalige Vrederix dochter van Voerdt, apud dom. abbatem Gerardum de nova ecclesia fol 455"

leenmannen: Peter Dier, Willem van der Maern

Hamelenberge, van | 1454-03-22

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 428v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Gysbert die Wolf van Hamelenberge maakt de rechte nahand na zijn dood van een erve gelegen tot Zoes, mitte camer ende husinge soe dat betimmert is, strekkende van den Brenck in die Eme, belend zuid: Henric Jacob Goedenz, noord: het convent in die Birckt, aan zijn zoon Geryt van Hamelenberge, die hij heeft bij zijn vrouw Agniese Gerytsdochter van Hensbeeck

mannen: Jan van Hamelenberge, mr Jacop D… [Dier ?]

Bot | 1472-06-06

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 296, 296v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Aelbert Dier als gemachtigde van Herman Andries Botsz wordt na dode van diens oudevader Lambert Pijl, beleend met: 1) 8 schaerweijen in de Kriecxkamp, strekkende uit de Eem tot aan de Bisschopswech, noord: Beert Ricout Willemsz.dochter met ⅓ deel van dezelfde kamp, zuid: die schut en Peter Willemsz, 2) Gerbrant Noijdenz husinge, hofstede en berch, boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Evert van den Doem, strekkende van de Brinck tot aan de overen wech, 3) land boven de overen wech, geheten "dat Brede", boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Evert van den Doem, 4) een dwarsstuk, 1½ scepel land, boven: Henric Jacob Fyenz.z, beneden: Jan Stuep Ricoutsz, 5) aen die Schoenberch 10 schepel land, aan de Bareweg gelegen [Baernseweg], boven: Goede Scilt, beneden: Evert van den Doem, 6) ½ scepel land in Zindelberch, boven: Wouter Mors, beneden: Geryt Rutger Gerytsz, 7) 1½ scepel land in Heeckacker, boven: Henric Cuper, beneden: nakomelingen van de heren van Abcoude, en het engelant dat hij heeft in het kerspel van Zoes; Herman ontvangt dit alles tot een goed onversterfelijk erfleen

mannen: Geryt van Rijn, Peter Dier, Jan Zaell

Heukelom, van | 1424-03-02

A.R.A. Graf Rekenkamer Holland rek 2152
Achternamenindex

rekening rentmeester van de landen van Arkel 1423-11-11 -1424-11-11: de drossaet en rentmeester van het land van Arkel ontboden, om te weten hoe het met Dirck van Huekelom gaat die "bewant waer van siecten, ende storve hij, dat sij dan t slot tot Loevesteijn eijschen ende innemen tot mijns ghenedighen heren behoef; dair die reijntmeyster rechtevoer t utrecht seijnde, dair Dirck sieck lach, enen geheiten Willemken die ridder, die dair lach 6 weken ter tijt toe dat Dirck doet ende aflyvich was. Ende beliep binnen dier tijt veell reijsen wech ende weder, bi den daghe ende bij nacht, en bracht vier brieff daerenbinnen van Ghijsken van Raephorst hoe t mit Dirck gheleghen was"

Waerde, uten | 1317-10-10

A.R.A. Leenkamer 23 Copie fol 19v/Reg EL 2 fol 6v
Achternamenindex

Jan uten Waerde mag het leen dat hij van graaf Willem houdt, aan Heynric van den Vene geven, die de renten ervan zal innen totdat "Heynric betaald zal hebben zyns vaders schont [= schuld], die hem Jan schuldig is te goeder reeckeninge ende Heynric voor hem betaald heeft ende noch betalen zal en van dien coste dier op gedaen is. Vord is onse wille dat so wat dat Heynric van den Vene ute leggen zal in Jan's huus uten Waerde op te houden van timmeringen of in anderen saken tot Jans oirbaer ter goeder reeckening dat Heynric dat goed houden zal in syne handen toter tyt toe dat hi al betaelt sal zyn"; gegeven te Haerlem

Lodensteyn, van | 1468-03-16

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 183
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: heer Reijer van Lodensteyn, priester, droeg op 1) een maet land in het kerspel van Zoes, hof- en tijnsgoed, zuid: Dirc Mutse, zeewaarts: Rutger Goede Scaelsz.z, strekkende van Jacob Fijenz camp tot aan de Grote Saijmaet toe, 2) 2 campen land, ook tijnsgoed, west: de gemene wech, noord: Rutger Scaell, zuid: Dirc Mutse, oost: Gysbert van Lodensteijn; vervolgens wordt dit goed verleend aan het clerchuse en gemeen convent van St Jan tot Amersfoort, hulde en eed doet Aelbert Dirc Petersz

tijnsgenoten: Claes Jacobsz, mr Jacob Smit, mannen: Peter Dier, Alfert Ruysch

Krieck | 1463-10-18

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 171v, 216v, 218
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Henric Gerijt Kriecsz draagt op ½ van ½ hoeve veen in het kerspel van Zoes, die hij in leen hield, vervolgens wordt zijn moeder Jutte Willam Janszdochter hiermee beleend, haar zoon Jan Gerijtsz doet hulde en eed voor haar; "modo Willem Krieck hair sone"; 1475-01-20: Willem Gerijtsz beleend, na dode van zijn moeder Jutte, vrouw van Gerrit Kriecx, belend aan beide zijden: Willam Jan Guedenz; ook wordt Willem beleend met 2 halve hoeve veen, één in Zoeskerspel, belend Willam Jan Guedenz en de andere in Hezer Veen, in een hoeve geheten Schallantshoeve, 7½ roeden breed, 850 roeden lang, tussen het veen dat Jan Walraven in leen houdt

mannen: Peter Dier, Peter Willemsz; 1475: Alfaer Ruysch, Jan van Helmont

Botter | 1467-02-27

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 193v, 236
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: heer Henric van Tessel, prior van het Clooster van de Regulieren in de Birckt bij Amersfoort, verklaart dat een geprofesside broeder in zijn klooster, geheten broeder Goijert Botter Henricsz, van het klooster in leen houdt de helft van 2½ vierdel veen in Heserveen, oost: Willem Hangoedenz, west: jvr Lysbet van Wede; "van welken goede Henric geen dienst kon doen overmits hij professie gedaan had", en de abt verzoekt dat broeder Goijert een ander in zijn plaats mag aanwijzen, vervolgens doet Symon Sarasaen Jansz de eed; 1484-01-07: belening van Heynric Botter Heynricsz na dode van zijn broer heer Goert Botter Heijnricsz, belend oost: Willem Kuijck, west: jvr Lysbeth van Wede of erven, ende Dirc Aertsz nu ter tijd bruict

mannen: Alfer Ruysch, Henric van Duven; 1484: Claes Jacobsz, Aelbert Dier Petersz

Rijsoord, van | 1352-10-06

A.R.A. Leenkamer 32 Copie fol 22/Reg EL 25 fol 15
Achternamenindex

hertog Willem oorkondt dat "Gheryt Aelwynssone ute Leijden die jaer meer oud ende teder is, ende wi him dicwijl bi ons houden also dat hi tot syns selves goedekijn ende renten die men hem schuldich is niet verstaen en macht daer hi scade ende afterstal bi tijt ende gebreck daerof heeft, waeromme wie ombieden en gebieden allen onsen bailjuwen, scouten, scepenen, geburen en boden overal in onsen lande, so waer syn bode comt gewaert mit sinen brieven van sinen wegen, van sinen renten, van synre schout recht doet ende ghebt jof pande doet hebben sonder vertreck na dier tijt dat die dage verleden syn, ende daerin doet dat hi mit geenre redene voor ons te beeroonen en hebben. Ende des en laat niet"

Beer, de | 1471-01-15

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 199v, 442
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Egbert de Beer is schuldig aan elk van zijn zusters, Bartraet en Harman, 10 R gld per jaar voor hun leven, uit zijn goed in het gerecht van Zeldert, geheten Emmelair; 1471-12-17: Egbert de Beer maakt tot lijftoch voor zijn vrouw Pelgrim 50 g.g. Rud bisschopsgld van Utrecht, jaarlijks uit het erve tot Eminclaer

mannen: Gerrit Meusz, Peter Dier, Evert van Heze; Lambert van Hamertvelt, Jan Brant