Wale, van den | 1410~

Leenregister Culemborg

Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Herdberen van den Wale ½ hoeve land te Scalcwijc, belend boven: Dirc Hul, beneden: Jan van Gherderen (fol 6); later ingeschreven: Jan van den Wale 1 viertel, belend boven: Jan van den Wale, beneden: de nonnen van Oudwyk (fol 16v); - Bartholomeus van den Wale 2 morgen in de Zanthoeven ten Wale; later: Johan van den Wael ontvangt 2 morgen, belend boven: Daniel Covoet van Bonendael, beneden: Steven van der Sevender, strekkende van de Waeler dijck in Scalcwikerweteringe (fol 20)

Arkel, van | 1398-03-09

R.A.H. Coll Aanw 47 fol 501 en 502

Achternamenindex

Jan van Arkel koopt het dagelijks gerecht van Meerkerke tussen de zydwinde en de Broecstege met nuwen dijck ter Ameyden toe, en het dagelijks gerecht van Tienhoven met toebehoren (zie brief 1397-11-21 voor de voorwaarden). Bovendien geeft hij hem de gifte van de kerke nvan Meerkerk en Tienhoven; tenslotte bepaalt de hertog dat de inwoners van Meerkerk int Broeck en Tienhoven hem zullen blijven dienen als zijn andere onderzaten. De hertog belooft nogmaals zijn bovengenoemde onderzaten van Meerkerk zijn bescherming en belooft hen nimmermeer te zullen komen aan heer Henric heer van Vyanen en van der Ameyde of zijn nakomelingen

Malsen, van | 1585-04-03

R.A. Arnhem Recht Arch Hoge Heerlijkheid Ammerzoden Inv 243 VIII a/3

Achternamenindex

Robbert bastaard van Malsse transporteert aan jonker Johan bastaard van Arkel, drossaerd te Huekelom, 4 ½ hont land op dat Eijgendael, belend noordwest: de drossaard, met 1 ½ voet dijk gelegen tegen Wilhem Teunenhof; 1585-04-15: Adriaen Jansz van Aelst transporteert aan Robbert bastaard van Malssen 4 hont land in Duijter weij met dijck en thins; 1585-08-03: schepenen in Ammerzoden oorkonden dat Gerrit van Swivelt, scholtis te Ammersoyen en Robbert bastaard van Malsen als man van Engelken van Swivelt tbv Otto bastaard van Arkel afstand doen van de erfenis van hun grootmoeder Cornelia Loeijs, dat heer Otto van Arckel van Gerrit van Zwivelt en Robbert van Malssen gekocht heeft

Jonge, de | 1416-03-12

R.A.H. Coll Aanw 53 fol 242v

Achternamenindex

Folpert de Jonge draagt op uit eigen goed: - 23 morgen 2 hont in het land van der Lede in Lederbroeck, belend tussen ene zijde: Dirck Reynersz en Claes Zegersz, andere zijde: Willem Gamersz erfgenamen, strekkende van de Lederbroekse weg tot aan de Middelkoipschen dijck; - de helft van 14 morgen land in Weverwijk, samen met de erfgenamen van Jan Jongen, belend tussen Dirck Reynersz erfgenamen en Jan Harmansz erfgenamen, strekkende van de Weverwykse weg tot de Middelcoopse dijk toe; de hertog beleent vervolgens Jan die Jonghe, zoon van Folpert, hiermee; vervolgens maakt Jan die Jonghe dit leen tot lijftocht voor zijn vader Folpert en zijn moeder jvr Zouden Zouden

zie ook 1416 (1415) Coll Aanw 99 Caput Arkel fol 36

Dalem, van | 1404

R.A.H. Coll Aanw 96 fol 89v

Achternamenindex

Roelof van Rijswijk, zoon van Florys van Daelhem ontvangt na zijn broer Jan: 1) 11 hofsteden te Rijswijk, van de hofstede van Jan van Ryswyck heer Willemsz, strekkende van de gemeijnten ter Maeze toe; 2)de dijck die gelegen is tussen de Weemaertse dijk van Utwijcksdyck aan de westzijde van de Utdijckse steeg ter halver Almen toe; 3) een halve morgen in de Gheerstcamp; 4) het dagelijks gerecht te Rijswijck tot 10 schell en van alle broecken boven 10 schell het ⅓ deel; 5) zijn huis en hofstede tot Rijswijk; 6) 6 morgen voor het huis in de Gheerstcamp; 7) 7 morgen geheten Ovenschoeft; 8) 5 morgen in Vrederickscamp

Eem, van der | 1439-03-01

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 132, 138v

Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Pelgrijm Goessensz van der Eme draagt op "den eigendom van 6 dachmaets lants in t gerecht van Bunscoten te Velde in den lande dat Goede Goedensz plach te wesen van den lande dat Ebbe Louwe en Gherbert Volkensz daerin hebben bi den dijck voert oestwaert opstreckende", belend zuid: Jacob Winmekensz kinderen, noord: land dat Gerijtsland geheten is; vervolgens wordt Pelgrim hiermee beleend; "Item dit heeft nu Jan Cibert ontfangen Pelgrim Goessenssone anno 1488"; 1441-04-02: beleend Hase Willem Cijbers wijf was, na dode van haar vader Pylgrim van der Eem; vervolgens draagt zij dit leen over tbv Jan Cijbert, die ermee beleend wordt

mannen: Gheryt Jansz, Jan van Amelenberge; 1441: Goessen van Voerde, Willem Lambertsz

Gellicum, van | 1487-01-01 - 12-31

Rek Rentmeester land van Arkel no 2222 fol 10, 17, 53

Achternamenindex

rekening rentmeester land van Arkel: ontvangst van de tienden in de ban van Gorinchem: - 2 ½ morgen vrij en de tienden uit 1 hont, in het Block an de Heerweg tot Jan Ooms land toe, kocht Jan Jacobsz van Gelcum per morgen voor 10 £, maakt 25 £ 3sc 4d; - de tienden van het ambt van Arckel: 5 ½ morgen vrij, van het land van Zegher Gijsbrechtsz en mede tot Blochovens land toe, kocht Jan van Gelcum per morgen voor 6£, maakt 33£. Uitgaven: voor Jan van Gelcum Jacobsz tien vijmmen en 1½ vierdel rijs, die gebruikt zijn in de dijk, per vijmme 2 £, maakt 20£ 15sc; - dezelfde Jan kocht van Gheryt Hack een deel tuynstaken, die verbesicht zijn en in de tuijn gestelt an den voors. dijck, 24st; - Jan heeft ook nog twee cuijperslatten geleverd voor de dijk, kosten het paar 3 blancken, maakt 2st 3d

Bloemensteyn, van | 1410~

Leenregister Culemborg fol 57, fol 100

Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Angniese bastaarddochter van Sweder van Bloemensteyn: ½ van 4 morgen land aan de nederste egge, in het gericht van Honswijc, strekkende uit de wetering op de Dijck waarts, belend boven: Hermans Goyerskinderen, beneden: jvr Heilwich van Delf, en aan dit land heeft Sweder zijn lijftocht; - Wendelmoet Henric Jacobszdochter, bastaard vrouw van Sweder van Bloemensteijn: een akker land, de Snelacker, te Wellincwijck, belend boven: Johan Willems Heeltsz en Heynric Speyaert, beneden: Gerit Hubertsz met zijn moeder, strekkende van de wetering in de Leck (dezelfde akker is beleend aan de twee zoons van Herman van der Hus, fol 57); - 3 morgen van de ackerweg in de Leck, belend boven: Henrick Hubertsz, beneden: jvr Heylwich van Delf, Sweder de bastaard van Bloemenstein; 1423-07-27: - Mechtelt bastaard van Sweder van Blomensteijn: drie morgen land, van de akkerweg in de Lek, belend boven: Jan Henricsz, beneden: Jan van Beesde

Borchgrave | 1569-03-26

R.A.Arnhem Recht Arch Heerlijkheid Ammerzoden Inv 242, 244

Achternamenindex

schepenen oorkonden dat Hacke van Tiell belooft Jan Borchgreeff schadeloos te houden aangaande een koij (?) uit sterfhuys van Goirt Ariensz; 1635-10-27: belending van 3 hont land op de Cleyne Vercht: Nel Burchgraven (Dit land wordt toegewezen aan de kinderen van Adriaen Jansz Lieffmeye); 1636-05-26: Nel Burchgraven heeft Adriaen Aerts als haar gecoren voogd, herroept de making die zij op 1625-08-25 voor schepenen van Ammerzoden gemaakt heeft. Aan de armen vermaakt zij hetgeen Adriaen Aertsz haar van koren schuldig is; 1637-06-28: Neel Jans Burchgreeff nemende tot voogd Peter Jansz de Gier, doet vertichtnis tbv Heylken Thonis, weduwe van Henrick Heymensz, van de helft van 3 morgen land liggende met de voors. Heijlken onverscheyden en onverdeelt op Wordragen met last van een halve roe dijck gelegen in den Hoorencamp boven gelegen Cornelis Gisbertsz erven en beneden: de heer van Ammerzoden

Ammerzoden

Diert | 1470-09-20

Bijdr Bisdom Haerlem IV p 261

Achternamenindex

Aelbrecht Ottenzvan Egmond schenkt land aan de pastoor te Heemskerk om daarvoor memorie te houden voor hem en zijn familie: "In den eersten de helft van een hoeff lants legghende in den ban Heemskerck bij der Duyn, twisken cyen voer Baert Jan Michielzoons huys, daer lenden off zijn: an t westeynde die grote cye, an die noertzijde Dirc Gherytsz, ant oesteynd die grote cye ende an die zuytzijde Aeff Michiel Diertsdochter. Item noch in denzelven ban voirseyt die helft van de 1 ½ hoeff legghende bij der Duyn bijnoerden den ouden dyck, twisschen cyen, daer lenden off sijn Dirc Mathysz an die zuytzyde ende Aeff Michiel Diertsdochter an de noertzijde. Item noch in denzelven van voorseyt bij der Duyn die helft van een stucke lants twisschen cyen, bijzuden den ouden dijck ende is gheheten "dat block" daer lenden off zijn an die zuytzijde Aeff Michiel Diertsdochter ende an die noertzijde Dirck Michielsz"