48 resultaten

Bot | 1472-09-27

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 207, 225v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Evertgen, vrouw van Jan van der Maet, draagt op de helft van een stuk erf gelegen tot Zoes, onderdeylt met haar zuster Geertrude, dat haar vader Willem van Doem van de abdij in leen hield, belend boven: Aernt van Drije, beneden: de heren van Oudmunster; vervolgens wordt Volken Both Peter Bothsz ermee beleend, sterft Volken voor hij mondig is, dan komt dit leen op Evertgen terug; 1482-06-01: Evertgen wordt na dode van Volcken Bot Petersz, van wie zij oude moeder was, beleend, Meeus Verborch doet hulde en eed voor haar

mannen: Gerit Bot Volkenz, Evert van Heze; 1482: Geryt van Rijn, Henric Ryngenberge

Lodensteyn, van | 1421-03-07

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 113
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Evert van Loedensteijn draagt over tbv Peter Lambertsz 1 ½ vierdel veenland gelegen after Zoes Enghe, strekkende te Heze weerd, landwaarts: Willem Stevensz van Hamelenbergh, zeewaarts: Aelbrecht Roelofsz mit synen lantgenoten, te houden tot een goed onversterfelijk erfleen, heergewade: een lood goed fijn zilver

mannen: Tyman de Lange, Evert van Doem

Beer, de | 1446-07-02

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 145v, 151
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Rutger die Beer Jacobsz met zijn oom Jacob Nenninck Rutgersz als voogd, draagt over: 1) ¼ deel van der Locmaet, belend zeewaarts: Ver nonnensloet, landwaarts: Gherijt Jansz, 2) ½ van 2½ dachmaet hoylants in die Poelmaet, zeewaarts: Geryt Woutersz erfgenamen, landwaarts: Willam van den Doem; vervolgens worden zijn zuster Hildegart en Lysbeth elk voor de helft beleend en Jacob Nenninck Rutgersz doet hulde en eed; 1501: Jacop Gerritsz heeft dit leen ontvangen, na dode van zijn moeder Hildegont de Beer, met een acker land in die Schalbrinck tot Zoes, "dat een wyle tyts van der abdije verdwaelt was", voor 2 gouden Koervorster R gld

mannen: Jhan van Hamelenberge, Willam Heinricsz, Goesen van Scadick; Jan van der Anxter, Dirc van der Beeck

Zoudenbalch | 1451-09-03

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 79v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Willem van Hoeckellem oorkondt dat hij Gheryt Zoudenbalch Hubertsz na dode van zijn vader beleend heeft met een hofstede, gelegen "an die nedersyde van der steghe die men gaet van der nijer strate in Doudelle" (in margine: binnen Utrecht), zoals zijn vader Hubert Soudenbalch tevoren in leen hield; Gerijt maakt dit leen vervolgens tot lijftocht voor zijn moeder Wouter Hubert Zoudenbalchs weduwe; "Gheryt Zoudenbalch is doot ende dit heeft ontfangen here Gherijt Zoudenbalch syn soen, canonic ten Doem t Utrecht"; "item Gheryt Zoudenbalch heeft sijn leen versocht mitter leghen hant van abt Jacob van Poelgeest als hij van recht sculdich was te doen" (1451-10-20)

mannen: Johan van den Anster, Goessen van Scadyck; Zoude van Rijn, Johan van den Anster

Overbunde, van | 1450-08-01

De Raadt III p 89
Achternamenindex

arbiters van jhr Willem van Wylre, man van jvr Mechteld van Castrop en haar voorkinderen, Dries, Johan en Jutte [bij Andries van Amstenrade] in hun geschil met Margaretha Soenens en haar kinderen Ide en Jan bij wijlen Jan Print van Castrop, broer van jvr Mechteld

arbiters: Geerlich van Bemelen, Jan Huyn (Hoen) van Voerendaal, Doem van Overbunde

Zwaen | 1423-05-04

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 326
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt van Middelburg dominus Johannes Zwaen wordt in presentie van zijn proost dominus Nycolaus Nicolai en Petrus filius Jacobi, canonicus, beleend met de tienden van Zwalinghen "et circiter et decimas quas Henricus dictus Bresche et sui ancessoris a nobis et nostro monasterio in pheodum tenebant" (vgl 1429-05-04)

presentibus: Vrederico van den Voerde, Jacobo de Jutfaes, Everardo de Doem, nostris vasallis

Valck | 1423-06-22

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 330, 339
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Henric Valck Jan Hugemansz broeder wordt beleend met de helft van een tiende gelegen in het kerspel van Oester Sobborch, geheten ver Lysbettenkinder tiende, en wijlen heer Huge Bloc en daarna wijlen Jan Hugemansz in leen hielden, tegen een jaarlijkse pacht van ½ £ zwarte Tourn en een maaltijd of 2 zwarte Tourn; "dese is doet ende here Jan, syn soen, heeft dit goed versocht hierna"; 1424-09-09: beleend heer Jan Valck Henricsz (vgl 1423-06-21)

mannen: heer Peter Jacobsz, canonic tot Middelborch, Gysbert Goedscalc; mannen: Ghysbert Godscalc, Evert van Doem

Nagel | 1421-09-09

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 113v
Achternamenindex

leen van de abdij van St Paulus te Utrecht: Dirc Aelbrecht Heyn Nagelsz.z wordt beleend met 2 dachmaets land in de kerspel van Zoes, na dode van zijn vader Aelbrecht Heyn Nagelsz, belend noord: Lambert Thure, zuid: Rutger Gherijt Hilhorstz en Aernt Gijsbert Hilhorstz; "nunc habet Gysbert sijn soen"; 1452-08-22: Dirc Aelbrecht Heyn Naghelsz.z. met de ledige hand beleend, zoals zijn vader Albrecht Heijn Nagelsz hield

mannen: Evert van Doem, Willem Henricsz, Roelof van Hagenouwen; 1452: Otto van Slingeland, Heynric Gysbrecht Heynricsz.z

Crachwijc, van | 1424-04-08

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 123
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Beatris Henricsdochter van Cracwic draagt over: 1) een stuk land met hofstede waar Aernt Rutgersz nu op woont, belend landwaarts: Lambert Tuer, stedewaarts: Geryt van Hilhorst, 2) 5 vierendeel hoijland, landwaarts: Gysbert Woutersz, zeewaarts: Aernt Gysbert Hilhorstz en Heijn Heijlant, 3) 6 vierendeel hooijland in den Heren mate, landwaarts: de jhr van Gaesbeec, zeewaarts: de bisschop, 6) 5 scepel engelants, geheten die Hage, landwaarts: de heren van Oudmunster, zeewaarts: Willam van Doem, 7) 6 scepel roggeland geheten de Hulle, belend boven: het godshuis van Soes, beneden: Alyt Lubberts, 8) 2 morgen veen, zeewaarts: Henric Henricsdochter van Cracwijc, landwaarts: Gysbert Dircsz, 9) 8 scepel roggeland geheten "die Leemkuul", belend boven: Ricout Willemsz, beneden: Rutger Jacobsz kinderen, 10) 8 scepel roggeland geheten "die Heetacker", belend boven en beneden: Jacob Guedenz

tijnsgenoten: mr Aelbert Baers, Jan Lambrechtsz; onse mannen: Willam van Colvenschoten, Gysbrecht Goidscalc

Zwager | 1434-06-04

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 128v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Beatrijs Jacob Henric Zwagerszsdochter met haar man Dirck Alertsz dragen over: 1) hofstede in den kerspel van Zoes, belend oost: Steven van Nyevelt, west: Willem van Doem, 2) land, west: Dirck Noteboem, oost: Henrick Gerbertsz en Goude, vrouw van wijlen Johan Camp, 3) stuk land, oost: Geryt van Zulen, west: Dirck Noteboom, 4) land, oost: Henric Gerbertsz en Goude vrouw van wijlen Johan Camp, west: Gysbert Woutersz, 5) land, oost: Jan Claesz, west: Peter Gout, 6) land, oost: de heren van Certroysen, west: Gysbert Woutersz, 7) land, oost: Peter Gout, west: de jhr van Gaesbeek, 8) land, oost: Gysbert van Hagenouwen, west: Peter Gout, 9) land, oost: de heren van Oudmunster, west: Willem Ricoutsz; vervolgens wordt Mergrijte Rijcout Willemszdochter beleend, haar vader Rycout Willemsz doet eed en hulde voor haar (vgl 1422-06-21)

mannen: Egbert die Beer, Goesen Bosch Willemsz