Loef | 1410~

Leenregister Culemborg fol 61, 63v, 76v, 84v

Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Evert Loef een viertel die Geryt Koevoet Woltersz hield, gelegen op Pariservelt, belend boven: de heer van Culenborg, beneden: de kinderen van Aernt van Scalckwijck, Evert ontving dit goed in 1423: - Geryt Doys van Lewen 1 hont en 10 roeden in Ryswiker maelscap, van de bandijk tot aan de boomgaard van Reyner Loefs, belend boven: Ryswicker stege, beneden: Reyner Loef; - Heinrick Loef van der Werve Willemsz een stuk land in Ryswiker maelschap, belend boven: Otte van Wyck tot aan de Wijdekamp en Jan van Lewen tot aan de Broecstege tot, beneden: Hadwich Jansdochter van Lewen; - Jorden van Derthesen ontvangen dat Willem Volquinsz opgedragen heeft: een stuk land in Rijswickerweert, van de Zijdwinde in de Leck, belend boven: de Brede stege, beneden: Henric Loef Loefsz. Hieraan heeft zijn vrouw Heilwich haar lijftocht;

Wale, van den | 1396-03-15

Ons Voorgeslacht 07-1988 p 308

Achternamenindex

leen van Vianen: no 691) halve hoeve in Outena geheten Schivenwerf, belend boven: de kerk van Heikop, Maas van Parijs, Arnoud de Welige, Jan Dircsz, beneden: Wendelmoed vrouw van Dirc Doys van Eck, Hubert van der Wale Herbarensz, na overdracht door Elisabeth van der Cule; 1420-02-08: Allard van den Wale na dode van zijn broer; 1431-01-22: Herbaren van den Wale; 1434-08-30: Willem van den Wale na dode van zijn broer Herbaren; 1444-03-18: Elisabeth vrouw van Gwydo van der Weyde, te komen op haar broer Willem van der Wale; 1460-12-10: Willem van der Wale, neef van de leenheer; 1482-11-21: Allard van der Wale na dode van zijn vader Willem; 1487-09-14: Allard van der Wale ten eigen, in ruil voor no 636)

Culemborg, van | 1410~

Leenregister Culemborg fol 79v, 80, 81

Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Geryt uten Weerde 10 morgen in die Husmaten, dat Geryt van Kulenborg opgedragen heeft, belend boven: Jan van … Ydwyck en beneden: Gerefaes van der Wade, strekkende van de meynte aan de nijslach (dit erve hebben Gerefaes van Hollant en Gerrit die Brune); - Doys uten Weerde dat Geryt van Kulenborg opdroeg de helft van 13 morgen op Hornincsvelt, belend: Willem van Broechusen en Henric Ottenz. Hij draagt dit leen over aan Gerijt Willemsz; - Geryt uten Weerde Geritsz 1 hofstad met 4 morgen op die Slage, belend: Peter van Kulenborg en Steven van Mauderic met zijn zuster; - Johan van Eck Dircksz een huijsmate tot Mauderic, 8 hont, belend: Gerefaes van der Wade en Peter van Culenburg; - Aernt van der Weteringe dat Wolfart van Kulenborch opdroeg 5 morgen en 2 hont in de maelschap van Mauderic in Wijkermate, belend Lambert van de Weteringe en Jan van der Lede

Wijk, van | 1410~

Leenregister Culemborg

Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Jacop Spaen Jacopsz draagt in 1407 op aan de heer van Culemborg 1 morgen te Mauderick op de Perrick, belend boven: Jacop Spaen, beneden: Heinric van Wijc (fol 70); - Dirck Doys Geritsz uten Weerde de helft van 7 morgen te Mauderick, met lijftocht voor zijn vrouw Mechteld, dochter van Gerit van Wyck (fol 71v); - Henrick Loef van den Werve 1 stuk land in Rijswiker maelscap, belend boven: Otte van Wyck aan de Wydekamp toe en Jan van Lewen tot aan de Broeckstege, beneden: Hadewich Jansdochter van Lewen (fol 76v); - Willem van den Werve Florisz een stuk land in Rijswiker maelscap, belend boven: Otto van Wyck en zijn broer Willem van Wyck (fol 76v); - 1413: Otte van Wijck belooft binnen 4 jaren aan de heer van Kulenborg op te dragen 1½ morgen tijns of eigen goed, ten leen te ontvangen door zijn zoons; 1417: verlengd (fol 80v)

Muys | 1410~

Leenregister Culemborg fol 5v, 25v, 31, 32

Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Flips bastaard van Culemborg ½ hoeve in Rijswiker maelschap, die Heinric Mus was (fol 5v); - Sweder van Voern 1 hofstede met een hoeve land en 3 ½ morgen voor de brug, behalve 4 morgen die Gijsbert van Blasenborch daaruit heeft, belend boven: die Doemdekens erfgenamen en Heinric Mus in de aftercoop en middelcoop, beneden: de heren van St Meerten (fol 25v); - Heinric Mus 11 morgen 1 ½ hont in de Enge en in de Zuevengerden in het maelscap van Mauderic, tussen het land van Dirc Doys van Avezaet en de straat, belend boven: Roelant Heymericsz, beneden: Roelant Saffentijnsz; - nog een morgen in de oude Weijde, die van Dirc van Duven was, belend boven en beneden: Geryt uten Werde (fol 31); - Henricus Mus 2 morgen op Sydervelt, belend boven: de kinderen van Jan van Assche, beneden: de kerk van Zidervelt (tevoren beleend Claes Hillincsz; Henric Mus draagt het over aan Jan Philipsz) (fol 32)

Steenhuys, van den | 1410~

Leenregister Culemborg

Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Jorden van den Steenhuse zijn goed in Weerderbroec; - Guedert van den Steenhuse zijn goed in Weerderbroec, zoals zijn voorvaderen (later toegevoegd: Gudert van den Stenhuse ontving dit goed "beheltlyck ons ende een igelick sijns rechts") (fol 2); - 2 acker in Rijswiker maelscap, belend boven: Ot van Wijc, beneden: Wendelmoet Doijs; - ½ akker, belend boven: Wendelmoet Doys, beneden: mijn vrouwe van Gulick; latere aantekening: Herman van Lewen Jansz bezit deze lenen, het 1e belend boven: de kinderen van Otte van Wijc, beneden: Wenmer van der Steenhuze, het 2e belend boven: Wenmer van den Steenhuze, beneden: de vrouwe van Gulick (fol 6); - latere aantekening: Heinric van den Steenhuze de andere helft van genoemde 8 morgen (te Wadenoy op de Viergherden), waarvan de andere helft behoort aan Marcelis groot Valkenz; - Jan Aernt Wenmersz.z. van den Steenhuze 4 morgen samen met Heinric van den Steenhuze, in margine: Wadenoij (fol 6v); 1422~: Henric van den Steenhuze ontving 4 morgen (fol 91v)

Weerde, uten | 1410~

Leenregister Culemborg

Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Willem uten Weerde Roelofsz de helft van een hofstad met timmering te Mauderick, zoals Roelof uten Weerde hield, en Geryt Roelofsz de andere helft, belend boven: de kinderen van Beernt Wilde, beneden: Henrick Ottenz, en nog wat Geryt van Kulenborg opgedragen heeft, 13 morgen in het Nijslach in de maelscap van Mauderick, belend noord: Willem van Rumelaer, zuid: Henrick Ottenz, van de gemene straat tot aan de Medelsekamp, en de helft van 13 morgen aan de zuidzijde op Hornincxvelt, belend boven: heer Willem van Broechusen, beneden: Henric Ottenz, met lijftocht voor zijn moeder Mechteld (fol 71); - Dirck Doijs Geritsz uten Weerde dat Gerijt opgedragen heeft, de helft van 7 morgen in Mauderic, samen met de kinderen van Roelof uten Weerde Geritsz, strekkende van de gemene strate op aan de Rogkampsce grave, belend boven: Alart uten Weerde Gerritsz en Roelofs kinderen, beneden: Heinric Ottenz, hieraan heeft de vrouw van Dirck Doys Mechteld Geritsdochter van Wyck haar lijftocht (fol 71v)

Cock, de | 1277-12-01

Sloet no 991

Achternamenindex

Reinald graaf van Gelre, geeft aan Groenlo dezelfde rechten en vrijheden als Zutfen, met enige uitzonderingen

Gerhardus de Batenburch, Wilhelmus de Hove [Hornes?], Johannes Kock de Pere, viri nobiles, Wilhelmus Doys, Theidorus advocatus de Ruermunde, milites, Wenemarus capellanus, Arnoldus Zeborch, Robinus, notarus noster

Arkel, van | 1314-07-01

Regest Bisschop Utrecht no 291

Achternamenindex

1314-06-28 is te Marienweerde verschenen de leenman van Reinoud graaf van Gelre, Johan van Bosinghem, en heeft hem opgedragen het huis te Culemborch en 16 morgen waar het op staat, de tienden van Lanxmere en 12 hoeven in Rietvelt, twee van de zes hoeven in Paveyen, die hij in leen heeft, en de tienden van vier andere. Daarop heeft de graaf er Hubrecht, Johans oudste zoon mee beleend, die er vervolgens op 07-01 te Culenborg op het kerkhof de genoemde goederen heeft verleend aan jvr Parnyele [van Abcoude?], zijn stiefmoeder en haar kinderen onder voorwaarde dat als zij sterft zonder kinderen na te laten de goederen aan Hubrecht terugkeren

getuigen voor Reynald, graaf van Gelre: Johan van Arkel, Wouter van Ceppel, Ghisebrecht van Malsen, Baudeken van Avesaet, Symon van Benthem, ridders; Didderic van Lienden, Otte van Avesaet, Doys van Maudric, knapen

Culemborg, van | 1314-07-01

Regesten Bisschoppen van Utrecht no 291

Achternamenindex

1314-06-28: is te Marienweerde verschenen de leenman van Reinoud graaf van Gelre, Johan van Bosinghem, en heeft hem opgedragen: - het huis te Culemborch en 16 morgen waar het op staat, - de tienden van Lanxmere , - de tiende van 12 hoeven in Rietveld, - 2 van de zes hoeven in Paveyen, die hij in leen heeft, - de tienden van vier andere hoeven, de graaf heeft Hubrecht, Johans oudste zoon, ermee beleend; 07-01: te Culenborg op het kerkhof heeft Johan de genoemde goederen verleend aan jvr Parnyele [van Abcoude?], zijn stiefmoeder en haar kinderen onder voorwaarde dat als zij sterft zonder kinderen na te laten de goederen aan Hubrecht terugkeren

getuigen voor Reynald, graaf van Gelre: Johan van Arkel, Wouter can Ceppel, Ghisebrecht van Malsen, Baudeken van Avesaet, Symon van Benthem, ridders, Didderic van Lienden, Otte van Avesaet, Doys van Maudric, knapen