19 resultaten

Hamersveld, van | 1440-03-21

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 272
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Peter van Hamersvelt draagt over 3 ackers land gelegen in der Duijst, strekkende tussen de nije weg en het land van Gelre, belend noord: Peter van Hamersvelt, zuid: Thonis Willemsz; vervolgens ontvangt Johan Arntsz van Reijnoij dit land in erfpacht om 1½ quartier van 1 g.g. oude Vrancr scilt, in afkortinge van 3 quartier die Peter jaarlijks schuldig is van die Duijsten

tijnsgenoten: Lambert Ryckoutsz, Johan Lambertsz

Trant | 1473-02-05

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 443v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Meijns Tonisz maakt tot lijftocht voor zijn vrouw Jacob Gerijt Trantsdochter, de helft van 2 acker duysten, onderdeijlt gelegen in de Duyst, en Meijns tot erfelijke tijns houdt, belend zuid: Geryt Dircsz, noord: Jacob Nennijnc, of erfgenamen

tijnsgenoten: Garbrant uter Duijst, Volken Gerytsz

Maarssen, van | 1494-03-15 (1493)

R.A.H. 110 Afd Sticht Utrecht fol 8, 5
Achternamenindex

Jooste Dircksdochter van Maersen wordt na dode van haar oudere zuster Jooste Dircxdochter van Maersen beleend met 6 morgen te Abcoude bij der Holendrecht aan de Groenendijck; hulde doet haar gecoren voogd Adriaen Willemsz de Wilde; zij draagt dit leen vervolgens op tbv Alijt meester Conraet Stael, Joosten natuurlijke dochter, die er vervolgens mee beleend wordt; hulde doet haar neef Jan Duijst; vervolgens maakt zij dit leen tot lijftocht voor haar moeder Joost Dircksdochter van Maersen

getuigen: Jacob Clamp, Jan Wijnantsz, Jacob Adriaensz, Willem Jacobs van Assendelff natuurlijk zoon, onze leenmannen

Duyst | 1684-03-25, 1688

Lidmaten Heemstede Actenboek no 2 1660-1729
Achternamenindex

belijdenis en lidmaten Heemstede: 1688-04: Appolonia van Duyst; 1684-03-25: Barend van Duijts en zijn huisvrouw; 1691-04: Geertruy van Duijst; 1699-04: Henrick van Duyst; 1708-10-07: met attestatie overgekomen Geertruid van Duisten, obiit; 1720-04: Hendrik van Duist en Josyntje van Aalst, obiit 1720-07-14; 1721-05-08: Johannes van Duist is verdronken met zijn vader; 1723-12-25: belijdenis Niesje van Duijts; 1722: Josyntje van Duyst; 1725: Niesje van Duyst x Hendrik Outhof

Heemstede

Weteringe, van der | 1462-10-01

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 277
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: mr Jan van der Weteringhe ontvangt na dode van zijn vader Jacob van der Weteringe 6 dachmaet land gelegen in der Duijst in Kerchorsthoeve, dat tijnsgoed is, belend oost: Alyt Ymmicken en Gheerdanck Ghijsenz, zuid: Jan Aelbertsz, west: Ricout Costwijnsz, noord: Haze Willam Zeijberts wijff; hij ontvangt dit goed tot een onversterfelijke erftijns om ⅓ deel van 1 £ zwarte, dat ons Lambert Jacobsz erfgenamen betalen zullen alle jaren in onse hof tot Emminclaer; "modo Jan Brant Tamersz.z ut infra fol 295"

tijnsgenoten: Zoude van Rijn, Gherit van Rijn

Brant | 1471-12-17

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 295v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Lambert Jan Hoeflaersz en zijn vrouw Kathrijn dragen op 6 dachmaet land gelegen in der Duijst in de Kerchorst hoeve, tijnsgoed, belend oost: Alyt Ymminck, zuid: Gheerdanck Gijsenz, noord: Haze, vrouw van Willem Zeijbertsz, west: Jan Aelbertsz, Ricout Costwijnsz; de abt verleent dit goed vervolgens aan Jan Brant, tot een onversterfelijke erftijns van ⅓ £ per jaar, te betalen in onsen hove tot Emminclaer; "dit heeft ontfangen Evert van Schaijck, in libro domini Gerardi de nova ecclesia fol 96v"; 1494: de ⅓ £ per jaar wordt voortaan betaald door het convent van St Barbara te Amersfoort (fol 278)

tijnsgenoten: Lambert Hamertvelt, Lumen Jacopsz

Rijc, de | 1425-06-23

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 462v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Willem die Rike met zijn vrouw Griete Henric Janszdochter van Drusselaer "verwilkoerde voer ons mit oer rechte mombers hant waer t zake dat sie niet en betaelden Peter Lambertsz van Hamersvelt tussen dit en 11 November 1426, de som van 100 Reyn. Arn. gld ende 94 gulden 14 Vls groten voor den gulden, so vervielen sie van allen recht lude toeseggens dat zij hebben awiklen (?) an die 3 acker duijsten gelegen in der Duijst", belend zuid: Tonys Willamsz en zijn broer Ebbe, noord: Peter Lambertsz van Hamersvelt, strekkende van de nederwech an des hertogen land van Gelre

tijnsgenoten: Jan Lambertsz, Ghijsbert van der Beke

Rijc, de | 1451-03-02

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 274, 273
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Jacob van Poelgeest oorkondt dat Willem de Ryck Willemsz vroeger opgedragen heeft tbv Reynaer Goeswynsz, al zijn recht op 3 acker land gelegen in der Duijst, tussen der Laecke en de nederwech, met hofstede en getimmerte, belend noord: Peter Lambertsz met een acker die hij kocht van Ghiesbert Semme Willemsz.z. "Des van den 4 ackeren voirs. naest gelegen is an die z.z: Thoenys Willem Meynsen, n.z.: Gerbrant uter Duyst. Also als dese selve 4 ackeren behoren in onsen hoeve tot Emmynclaer en ons voorvaders deze in voirtiden gegeven hadden in erfpacht aan Willem Gerbrantsz elk jaar om 1 g.g. Vrancr vrank, zoals Willem die metter dood geruymt heeft ende Semme voirs den voirs Ghiesbert Semmenzoene voirt geerft heeft"; vervolgens ontvangt Reyner Goeswynsz dit goed in pacht zoals Willem Gerbransz dat gehouden heeft; Gerijt Tymansz draagt hetzelfde op tbv Reinaer Goeswynsz, "ende hieraf heeft vertegen"; "Dit behielde joffr. Margriet van Drakenborch Jacob Nennincxdochter dochter Vrederix wijf uten Ham"

tijnsgenoten: Berth. van Lienlaer Jacobsz, Johan die Wiese Evertsz; Jacob Lumensz en Peter Kater; Zoude van den Rijn en Gerbrant uter Duyst

Ham, uten | 1472-04-22 (1471)

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 299, 300
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Margriet, vrouw van Vrederic uten Ham, vraagt in erftijns: 1) de helft van 3 acker land gelegen in der Duijst, die van Willam Rycken waren, strekkende van de nieuwe weg tot aan het land van Gelre, belend noord: Peter van Hamervelt, zuid: Tonis Willemsz, dat zij in pacht hebben; dit land is vroeger aan Vrederic van Drakenborch in huwelijksvoorwaarden met jvr Mergriet Jacob Nennincksdochter gegeven, en jvr Margriet aangekomen bij dode van haar moeder, en bij dode van haar oom Reyer van Grijmmesteijn; jvr Margriet ontvangt dit land in erftijns, voor 1½ quartier van 1 g.g. oude Vrancr scilt jaarlijks, 2) zij ontvangt in erftijns een acker land in de Duyst, zuid: Peter Lambertsz van Hamertvelt, noord: Garbert Ricoutsz, haar eveneens aangekomen bij dode van haar moeder, voor een tijns van 1 quartier van 1 g.g. oude Vrancr scilt; 3) zij ontvangt ook tot een onversterfelijke erftijns twee dachmat land en een vierendeel and in de Duyst, "streckende van der nederen wech aen Gelre lant aen te meten also lange dats 2 dachmaet en één vierendeel is voirs. van der Duijsten die Willem Garbrantsz te wesen plagen", belend noord: Sem Willem Garbrantsz, zuid: Willem Mensenz van der Haer erfgenamen, erftijns: ¼ van een loet goet fijn silver; 1474-02-21: jvr Margriet, vrouw van Vrederic uten Hamme, draagt deze goederen op tbv Geryt van Scadyc en zijn vrouw Baertraet; "nunc: Jacob van Scadijc, apud dom. Wilh. de nova ecclesia fol 143"

tijnsgenoten: Geryt van Ryn, Tyman van Heersell; 1474: Vrederic van Drakenborch, Geryt Scade, Tyman van Heersell