87 resultaten

Benschop, van | 1352

Van Spaen p 125, p 126
Achternamenindex

Willem zoon van Arnoud van Snellenburg wordt beleend met goed te Benschop bij opdracht door Gerrit van Benschop. Deze Arnoud wordt gezegd een zoon te zijn van Arnoud v Benschop; wapen Snellenburg: veld van goud met een zwarten balk en een dwarsbalk geruit van rood en wit daarboven; dus het halve kruis van Amstel wat eerder aan een bastaard dan aan een jongere zoon doet denken

Grijp | 1551-06-17

Ned Leeuw jg 1911 p 13
Achternamenindex

leenregister Hodenpijl: Gerrit Grijp Claesz verzoekt belening met het leen van zijn oom mr Gerrit Willemsz Storm (deze had nl dit leen op 1540-07-08 overgedragen aan zijn nicht Margriet van Hogendorp Albrechtsdochter, gehuwd met Hans Colleman), bewerende dat zijn vader Claes Willemsz Grijp omtrent 10 jaren ouder was dan mr Gerrit Willemsz Storm, zijn oom voornoemd, en dat hij dus de gerechte leenvolger was

Alkemade, van | 1437-1438

Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex

Ysbrand en Jacob, kinderen van heer Florys van Alkemade: de wissel en wage te Hoorn (868 fol 7); 1438-1439 (869 fol 8v) idem, dus daeraf niet ontfaen, deze post tot en met 1448-1449 (879 fol 10v), in margine: obiit Jacob; 1449-1450: (880 fol 11v) obiit Jacob; 1450-1451: (881 fol 11) Ysbrant, die wage en wissel tot Hoirne voor zijn leven

Putten, van | 1339-07-24

Reg Hann p 263, 280
Achternamenindex

Willem van Duvenvoorde heer van Oosterhout doet uitspraak tussen de vrouwen van Putten en van Rosendael en bepaalt hoeveel de laatste aan de heren van St Pieter zal betalen; 1341-10-09: de heer en vrouw van Putten schrijven aan het kapittel dat hun moei de vrouwe van Rosendael, een deel van het door hen gepachte goed overgenomen heeft en dus gehouden is, haar deel te betalen

Berkenrode, van | 1477-03-22

Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex

Gheryt van Berkenrode opnieuw belast met het rentmeesterschap van Kennemerland, waarop hij 300 £ geleend heeft, ook 1476-1478, 1478-1479; 1479-1480: op 1480-04-22 resigneert shertogen Raad Geryt van Berkenrode de oude het rentmeesterschap van Kennemerland tbv zijn zoon Geryt van Berkenrode de jonge; 1485-1486: (916 fol 7) hier wordt verwezen naar de eerste rekening van Gheryt van Berkenrode Jansz als rentmeester, dit is dus Gheryt de oude

Vriese, de | 1324-09-19

Kroniek Egmond p 273, 270/Dagregister/Necrologium p 121;H van Wijn: Huiszittend Leven II p 126
Achternamenindex

stierf Hildegonde vrouw van Wouter de Vriese, besprak 10 sc jaarlijks en is binnen het Paradijs begraven, onder een zark, voor de ingang der kerk; 1327-08-10: stierf Wouter de Vries, lekebroer, die jaarlijks 10 sc besprak en begraven is in het graf van zijn vader Jacob Coster gezegd Costersz [van Wijn: in sepulcro custodis patris Jacobi dicti Costersz, dus niet de vader van Wouter de Vriese !]

Hart | 1535

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl I dossier 51
Achternamenindex

Bouwen Hart maakte zich te Delft schuldig aan doodslag, en hield zich daarna op o.a. te Utrecht in de herberg "in de Oliphant" en te Montfoort. Zijn erfgenamen o.a. Jan Oertsz, Geryt Jansz en ook de burgemeesters en raad van Delft procederen met de Procureur Generaal (blijkt niet waarover). Een van de vragen is of Bouwen wel meer dan een jaar en dag achtereen te Delft heeft gewoond en dus poorter is

Hulsberg, van | 1414-10-31

De Raadt II p 129
Achternamenindex

Reynalt van Hulsberch a reçu du duc Antoine, pour la durée de sa vie, sijn grote thiende van Glene (Geleen) au pays de Fauquemont, en compensation de 150 0vieux écus, dus à feu Arnould van Hulsbergh, son oncle, jadis prisonnier à Basweiler; deze gift werd bevestigd 1444-03-04; 1415-12-21: Reynart van Hulsberch déclare devoir à Jean Schelart van Obbendorf 476 Overlense Rijnse gld, emmenés der gemeynten van Echte van den Echterwalde

Persijn | 1281

Reg EL 39 fol 15v, EL 8 Kennemerland fol 57/Bijdr Vad Gesch 4e reeks dl IV p 39/J Craandijk: Het Geslacht Persijn
Achternamenindex

bij een onderzoek betreffende beden in Kennemerland verklaart zekere Jan Ponsekiensz hoet het in het ambacht Schoten in de tijd van graaf Floris was gesteld; hij zegt o.a. dat Enghebrecht Persyn van Schoten en oude Simon van Zaenden [broer van heer Jan Persijn ?] op der buren kost een man gezet hadden om te dienen voor het huis te Montfoort [dus in het voorjaar van 1281]; deze Enghebrecht Persyn was vermoedelijk heer van Schoten

Rietwijk, van | 1476

Leenregister St Paulus Utrecht Inv 505 fol 302 (382?)
Achternamenindex

Johan Clawaerdi, abt van St Paulus te Utrecht oorkondt dat Jacop Splinter voor ⅔ en Symon Gerritsz van Riedwijck voor ⅓, dus samen ½ van een camp land gelegen aan de Turfwech in t over veen, in het kerspel van Zoes, waarvan de andere helft Nelle vrouw van Reijer Snijers toebehoort, belend landwaarts: Rutger Jacobsz erfgenamen, zeewaarts: Pauwels van Opburen, hem opdroegen tbv Albert Petersz en zijn vrouw Ruesselt, die er vervolgens met erftijns mee beleend worden

opschrift: tijnsgoed