87 resultaten

Hagestein, van | 1333-05-04

Van Mieris II p 545
Achternamenindex

graaf Willem oorkondt dat Willem van Brawode, die men hiet van Engheland, hem onrecht gedaan is door heer Jan van der Wateringhen betreffende de renten van het land gelegen te Vlairdinghe in het ambacht van heer Jan van Vlaardingen, die eerder van jvr Willem van Teylingen waren. Willem van Brawode zal 5 £ Holl hebben, die hij kocht van den goedshuyse van der Lee. Voorts had de vrouwe van Haghesteyne zes kinderen, die het land van jvr Willem van Teylingen erfden, waarvan 1/6 deel kwam op de vrouw van Goewijn van Rossem, en waarvan Dirc van den Wale 4/6 deel kocht: één van Janne uytten Goye, één van Ghizebrecht uten Goye, één van Stasekyn van Brakel en één van heer Jacobsdochter van Lichtenberg; deze 4/6 delen verkocht Dirc van den Wale aan Willem van Engheland, dus deze Willem heeft er recht op

Storm | 1415-01-09

Ned Leeuw jg 1911 p 13
Achternamenindex

leenregister Hodenpijl: Willem Storm Gerritsz draagt op eigen goed in het ambacht van Maasland en in dat van Dorp en wordt ermee beleend; 1465-11-27: Willem Storm Gerritsz na dode van zijn vader Gerrit, te komen op zijn zoon Gerrit die hij had bij Claes Jan Jacobszdochter; 1477-07-10: bevrijd van leenplicht hoewel daarna weer beleningen; 1504-08-31: meester Gerrit Storm Willemsz, na zijn vader Willem Storm Gerritsz; 1538-02: testament en overleed in 1551-06; 1540-07-08: Gerrit Storm draagt zijn leen over aan zijn nicht Margriet van Hogendorp Albrechtsdochter [gehuwd met Soetje Storm] gehuwd met Hans Colleman [Colterman]; 1531-06-17: Gerrit Grijp Claesz verzoekt belening bewerende dat zijn vader Claes Willemsz Grijp 10 jaar ouder was dan zijn oom mr Gerrit en hij dus de gerechte leenvolger is; 1551-08-04: Willem Storm Adriaansz verzoekt belening na dode van de broer van zijn vader mr Gerrit Willemsz Storm

Leyden, van | 1428-04-03

Arch Gasthuizen Leiden regest 432/Inv no 374/Cartul B p 190
Achternamenindex

Machteld [dochter van Pieter van Leyden], weduwe van Willem Foytgen [zoon van Willem Bort], vermaakt voor schepenen van Leiden bij testament aan het St Catharinagasthuis 1/6 kamp van 6 morgen land, genaamd de Oude Venne, tussen de Leytsche Vaert en de Roedenburger Vliet in den Hoorn in Zoeterwoude, waarvoor zij memoriediensten bedingt, met grafgang en uitdelingen aan de commandeur ,zijn gezellen en de koster, aan elke kapelaan en terminarius van de 5 biddende orden, die hierbij aanwezig is; van het 2e zesde deel zullen de heren van St Pancras op het Hogelant 10 sch per jaar ontvangen voor memoriediensten met grafgang, indien een hogere opbrengt komt dat aan haar dienstmaagd Machtelt Govairtsdochter, als zij tot de dood van de schenkster bij haar blijft; daarna komt dit overschot aan Katrine Dirx dochter van den Werve [Dirc van den Werve zoon van Pieter van Leyden, dus haar broer] en Machteld Heynricx Tiersdochter en na beider dood aan de Huiszitten en de Minnepot opt Hoghelant, tenzij er behoeftige nabestaanden zijn

zegels van: Jan Hughenz van der Hant en Pieter van Leyden [zoon van Dirk van den Werve ?], schepenen van Leiden

Heukelom, van | 1297

R.A.H. Coll Aanw 62 fol 21
Achternamenindex

anno 1297 hadde grave Jan oorloge tegen bisschop Willem so dat die grave dede eyschen Gysebrecht van Yselsteyn Aerntsz dat huys van Yselsteyne also syn op en slot ende aen te leggen den bisschop uijt te oorlogen, twelk Gysbrecht weygerde, Ende hij was op dier tyt maarschalck des bisschops . Doed dede grave Jan dat huijs met groter magt en besitten ende lag daarvoor een jaar en 13 wegen. Bisschop en stad verleende hem geen steun. Zelf werd hij door heer Huybrecht gevangen genomen. Zijn vrouw Baert was nog op het huis en bedong vrije aftocht met de helft van degenen die op het slot waren, 16 personen waren er op het slot. In het meelhuys te Dordrecht werd het lot geworpen, 6 werden er toen onthalsd en 6 vrijgelaten. Ende voer (en) dese met haar tot Hoeckelom. Dus bleef Gysebrecht van Ysselsteyn ontgoet ende onterft van der heerlickhede van Ysselsteyn bij 7 jaren, totdat hij t weder gecreeg met heijlic, of hij hadde daar eweliker of onterft gebleven [zijn zoon Arnoud huwede de dochter van bisschop Guy]

Beke, van der | 1395-04-23

Ons Voorgeslacht 04-1986 p 309
Achternamenindex

leen A: groot 8 maden "de Lange en de Corte Campen" te Assendelft, Brechte Holfand draagt de helft van dit leen over aan Jan van der Beke , dus 4 morgen; 1420-12-31, 1429-06-21: Jan van der Beke; 1434-04-30: Gerrit van der Beke bij dode van zijn vader Jan; 1447-01-17: Gerrit van der Beke; 1464-04-14: Jan van der Beke Jansz, bij overdracht door zijn oom Gerrit; 1510-10-11: Jacob van der Beke bij dode van zijn vader Jan; 1521-06-06: bij dode van Jacob koopt Adriaan Pietersz dit leen; 1524-09-08: Gerrit Danielsz na overdracht door Adriaan Pietersz; 1536-07-18: jonge Gerrit Danielsz voor zijn neef Daniel Gerritsz bij dode van zijn vader Gerrit Danielsz; 1543-01-04: Daniel Gerritsz doet hulde; 1584-11-14: Arnout Gerritsz timmerman te Haarlem, na dode van zijn grootvader Daniel Gerritsz; 1610-07-21: Willem Verduin Joostenz voor Arnout Gerritsz timmerman; 1618-10-18: Arnout Gerritsz timmerman, niet te versterven voor ⅛ van de koopsom, zijnde 700 à 800 £ 10sc aan de esparge

Arkel, van | 1329

Geldersche Kasteelen I 294 t/m 296 en 285,291
Achternamenindex

heer Johan de Cock van Weerdenburg huwt met Elisabeth of Beatrix van Oyen. Hieruit o.a. Willem de Cock van Yzendoorn, gehuwd met Mabelia van Arckel. Hun zoon Willem was in 1318 nog minderjarig, in 1329 gerichtsman van Nederbetuwe, in 1330 nog geen ridder. Zegelt in 1340. En ook heer Jan de Cock [van Weerdenburg?], ridder, die huwde met Geertruid van Arckel, dochter van heer Gysbert van Arckel genaamd van Haeften [in de Kyfhoek?] heer van Haeften en Kyfhoek. De heerlijkheid Haeften kwam hierdoor in het geslacht Cock. Alard van Isendoorn heer van Yzendoorn zegelt in 1376 en stierf vóór 1414, hij trouwde met Folcwina van Druten, wier moeder een Arckel was. Verder genoemd: Mabelia van Arckel, waarschijnlijk een zuster van Arnt van Heukelom en van heer Otto van Asperen, en dus een dochter van Otto van Arckel. Willem (de Cock heer van Yzendoorn voornoemd) stierf in 1318 en zijn weduwe sloot 1318-11-13 een verdrag met Gerard van Weerdenberg heer van Puiflik aangaande de voogdij over haar minderjarige zoon Willem de Kock van Yzendoorn, ten overstaan van Otto heer van Asperen, Gysbert van Malsen, Arnoud van Hoekelom en Herbert van Hoekelom

aan deze brief hingen de zegels van Arckel en Yzendoorn

Dalem, van | 1371

Holl Leenkamer 111 fol 118v, fol 180v, no 46 fol 52, fol 43
Achternamenindex

Sophia van Dalem: wie haar vader is staat niet vast. Zij kan een dochter zijn van Jan van Dalem rentmeester van graaf Jan van Bloys, of een jongere zuster van deze Jan en dan een dochter van Floris van Dalem, heer van Dalen. Jan van Chatillon verwekte bij haar o.a. Margriet en Jan van Dorp. Sophia werd door Jan van Chatillon uitgehuwelijkt aan Jan Berwoutsz (van Zaenden) "onsen man" (zegt Jan van Chatillon) vóór zaterdag na Catharinendach 1371. Deze Jan Berwoutsz moet dood zijn vóór 1375, waarna Sophia hertrouwt met Gooswijn (de) Sloeijer. Zaterdag na Catharinadach 1371 wanneer graaf Jan, op verzoek van Jan Berwoutsz, Sophia van Dalem die nu zijn vrouw is, beleent met leengoed in Westzaenden; 1378-02-12: aan Sophia opgedragen. Jan Berwoutsz stierf kinderloos en Guy van Chatillon bevestigt de rechten der kinderen van Sophia en beleent Jan de bastaard, onsen neve, de zoon van Sophia (van Blois van Treslong) waarna Jan dit goed in onderleen geeft aan Goesijn de Sloeijer, nu gehuwd met Jans moeder. Zie ook rekening Jan Tolnaar 1373-1375 als rentmeester van Bloys waarin een post in de week ingaande 19 november 1375, waarin aan Fije Sloyers wijf 5 vaten hoppenbiers worden geschonken. M.i. dus Sophia van Dalem x 1. 1371 Jan Berwoutsz van Zaenden x 2. voor 1375 Goossen Hoijer. Zij leeft nog juni 1383