63 resultaten

Muys | 1410~

Leenregister Culemborg fol 5v, 25v, 31, 32
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Flips bastaard van Culemborg ½ hoeve in Rijswiker maelschap, die Heinric Mus was (fol 5v); - Sweder van Voern 1 hofstede met een hoeve land en 3 ½ morgen voor de brug, behalve 4 morgen die Gijsbert van Blasenborch daaruit heeft, belend boven: die Doemdekens erfgenamen en Heinric Mus in de aftercoop en middelcoop, beneden: de heren van St Meerten (fol 25v); - Heinric Mus 11 morgen 1 ½ hont in de Enge en in de Zuevengerden in het maelscap van Mauderic, tussen het land van Dirc Doys van Avezaet en de straat, belend boven: Roelant Heymericsz, beneden: Roelant Saffentijnsz; - nog een morgen in de oude Weijde, die van Dirc van Duven was, belend boven en beneden: Geryt uten Werde (fol 31); - Henricus Mus 2 morgen op Sydervelt, belend boven: de kinderen van Jan van Assche, beneden: de kerk van Zidervelt (tevoren beleend Claes Hillincsz; Henric Mus draagt het over aan Jan Philipsz) (fol 32)

Coppier | 1410~

Leenregister Culemborg fol 18, 21, 38
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Henric van der Eme Jansz 7 morgen voor op Zogewijc, belend boven: Huge Heynmansz, beneden: Aernt Coppiers kinderen en Peter de Wilde; - Reyners Kocs erfnamen Reyner Kocshofstede met 8 morgen tussen de Ommloop en de vrouw van Jacob Fyenz en haar kinderen, en 1 strijp lands van anderhalf morgen, belend boven: Claes Neudenz, beneden: Lubbert Gijsbertsz, beleend aan jvr Katherine Reyners Kocsdochter te versterven op kinderen bij Elijaes van Broechusen, behalve Aleijde, haar dochter bij Aernt Copper; - Vrancke die Blote ⅓ deel van 6 morgen land op Parijs, onderdeelt met Hase, vrouw van Hughe Heynmansz en haar kinderen, belend boven: Ghijsbert Jacobsz en beneden: Willem Zurmont, kanunnik St Johan te Utrecht en Dirc Coppier Jacopsz; - Dierick Coppier Jacobsz (vervangen door Willem van der Lochte) ⅓ deel van 6 morgen op Parijs met Hase weduwe van Hughe Hermansz, geheten Wolfslant, belend boven: Henric Jacobsz en Jutte Coppers met haar kinderen, beneden: Henric van Duven

Weerde, uten | 1410~

Leenregister Culemborg
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Willem van Boechout 8 morgen in Ryswiker weert, 2 acker hiervan ontvangt Heinric uten Weerde (fol 11); - Dirc van Duven [Dunen ?] 1 hofstede tot Mauderic, belend boven: Heynric Roelantsz, beneden: de heer van Culemborg; - 1 oude weijde in de Aude Weyde te Mauderic, belend boven en beneden: Geryt uten Weerde (fol 12); - Ponsken Jansz 7 hont te Ryswijc, van de Wyfdijck tot de Sconencamp, belend boven: Roelof uten Weerde, benden: de vrouw van Gulick (fol 14); - Geryt de Monic Henrics Monicsz 9 morgen tot Mauderic in die Oude Weyden, belend boven: Jan van Ecke Willemsz, beneden: Geryt uten Weerde (fol 14v); - Hubert MElisz uten Weerde ⅛ deel van een halve hoeve op Sidervelt, samen met Ghysbert de bastaard van Culemborg en Heinric van Ryebeek; 1423: Jan uten Weerde Gysbertsz ⅛ deel van een halve hoeve, belend boven: Claes van Rondenburch, Volqwijn van Assche en de erfgenamen van Jacop van Assche mit gemengder voren, beneden: Claes Hollen erfgenamen (fol 17)

Botter | 1467-02-27

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 193v, 236
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: heer Henric van Tessel, prior van het Clooster van de Regulieren in de Birckt bij Amersfoort, verklaart dat een geprofesside broeder in zijn klooster, geheten broeder Goijert Botter Henricsz, van het klooster in leen houdt de helft van 2½ vierdel veen in Heserveen, oost: Willem Hangoedenz, west: jvr Lysbet van Wede; "van welken goede Henric geen dienst kon doen overmits hij professie gedaan had", en de abt verzoekt dat broeder Goijert een ander in zijn plaats mag aanwijzen, vervolgens doet Symon Sarasaen Jansz de eed; 1484-01-07: belening van Heynric Botter Heynricsz na dode van zijn broer heer Goert Botter Heijnricsz, belend oost: Willem Kuijck, west: jvr Lysbeth van Wede of erven, ende Dirc Aertsz nu ter tijd bruict

mannen: Alfer Ruysch, Henric van Duven; 1484: Claes Jacobsz, Aelbert Dier Petersz

Kaerman | 1451-03-03

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 186v, 185v, 187
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Willem van Huekellem oorkondt dat Lubbert Kaerman Claesz als gemachtigde van het Regulierenklooster in de Birckt belening verzoekt na dode van Henric Jansz, met 2 acker land gelegen in den kerspel van Zoes, strekkende van die brenck in die Eem, belend boven: Gysbert Dirck Willemsz.z, beneden: Deric Stevensz, en hij wordt namens dit klooster beleend; 1468-11-29: beleend met de goederen vermeld in 2 leenbrieven (dd 1449-07-29, 1451-03-03): heer Henric van Tessel, prior van de Regulieren in de Birckt, na dode van de sterfman Lubbert Kaerman, Jacob van Voerde doet hulde en eed voor het klooster; de goederen: 1) ½ van een stuk veen after Zoesenge, onderdeylt met Geryt Jansz, dat van Noijde Veenhamer was, strekkende van den Hardenlande tot aan Hezerveen toe, zuid: Jacob Godertsz, noord: Meeus Lubbertsz en Jan Claesz, 2) land in de Slage, zuid: Goede Banne erfgenamen, noord: Rutger Jacobsz en Jan Gerijtsz, oost: de heren van Abcoude, west: de Eem, 3) 2 acker land in het kerspel van Zoes, strekkende van de Brinck in de Eem

mannen: Jan van Huekelem, Huge Bull; 1468: Jan van Amerongen, Henric van Duven

Hamelenberge, van | 1453-12-17

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 464, 163v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Jacob van Poelgeest oorkondt dat Jan van Hamelenberge Dircsz zijn dochter Alijt die hij heeft bij zijn vrouw Korstijn Ghysbert Te[n]gnagelsdochter tot lijftocht maakt het ⅓ deel, onderdeelt van 4 kampen land gelegen tot Zoes bij den goede tot Hamelenberge: geheten Stockmaet, de Nyewe Camp, de Oude Weyde, de Homaet, na zijn dood de rechte nahand, en erven zullen op zijn dochter Alijt; 1460-08-16: Alyt Jansdochter van Hamelenberge, bij zijn vrouw Korstine Gysbert Tengnagelsdochter, met haar man Aernt Knoep, wordt na dode van haar vader Jan van Hamelenberg beleent met deze goederen, haar man doet hulde en eed

mannen: Ot Slingelant, Jacob van der Weteringhe; 1460: Henric van Duven, Tyman Mouwer van Heerssel

Hamersveld, van | 1469-05-17

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 188v, 205
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jan van Hamersvelt Gerijtsz wordt na dode van zijn broer Claes Hamersveld beleend met 8 dagmaet land gelegen in den gerecht van Zeldert, twee dachmaet belend west: Egbert die Beer, oost: Jacob Jansz, 6 dachmaet belend oost: Peter Lubbertsz, west: St Agatha te Amersfoort, aan het achtereinde: de Haersche Loedyck, zuid: Jacob Jansz; vervolgens maakt Jan Hamersveld dit leen tot lijftocht voor zijn vrouw Vrederic Bosschendochter; 1472-05-16: Geryt Hamertveld wordt beleend na dode van zijn ouders; verzuim wordt hem kwijtgescholden

mannen: Jan Brant, Henric van Duven; 1472: Jan van der Anxter, Tyman Mowuer van Heersel

Zuilen van Nyevelt, van | 1465-02-11

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 174, 190
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: de abt beleent Jacob van Zulen van Nyevelt na dode van zijn vader Steven van Zulen van Nyevelt, met het leengoed dat Steven tevoren aangekomen was van zijn broer Gysbert van Zulen, gelegen in de parochie van Zoes; vervolgens droeg Jacob dit leen over tbv zijn broer Geryt van Zulen van Nyevelt die ermee beleend wordt; 1469-05-28: Jacob van Zulen van Nyevelt na dode van zijn broer Geryt beleend met het leengoed in het kerspel van Zoes

mannen: Dirc van Zulen heer van der Zevender, Heinric van Duven; 1469: Tyman Mouwer van Heersell, Symon Sarasaen Jansz

Scadijc, van | 1460-06-06

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 86, 174v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: jvr Jut, vrouw van Goesen van Scadijc draagt over een stuk land van 2 campen, geheten de Lijescamp, gelegen in den Slage, en Goesen doet afstand van zijn lijftocht; vervolgens wordt zijn zoon Evert van Scadijc Goesenz beleend; 1465-04-11: Evert van Scadijc draagt dit leen op, en vervolgens wordt Heinric die Witte beleend tbv "der armen luden die beddevast lagen in Sinte Barbarengasthuus t Utrecht bi der plaetse ende St Louwerens gasthuijs daer t'eynden an"; de beide gasthuizen worden beleend

mannen: Gherijt van Lochorst ende van der Merwe, Henric van Duven; 1465: Jan van der Anxter, Tyman Mouwer van Heersell

Rijn, van | 1452-07-03

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 86, 86v, fol 90v, 91
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Jacob van Poelgeest oorkondt dat Zoude van den Rijn en zijn vrouw jvr Ave hem opdroegen de leenweer van een hoeve land aan de Oude Rijn in Langeraec in het kerspel van Vlueten, belend boven: Jacob Maesz, beneden: Aernt Gerytsz wijf was van der Mije, met haar kinderen, dat Tyman de Lange toebehoorde, en na zijn dood aan zijn zuster jvr Ave gekomen is; hun neef Otte van Slingelant wordt vervolgens beleend, behalve de lijftocht van Zoude van Rijn en zijn vrouw Ave aan dit goed; 1452-07-10: Otte Slingelant draagt dit leen op, en vervolgens wordt Geryt van Rijn Soudenz met deze hoeve beleend, Geryts ouders behouden hun lijftocht; 1462-04-14: Zoude van Rijn en zijn vrouw Ave droegen dit op tbv Geryt van Rijn Zoudenz, belend boven: Geryt Ricoutsz, Dirc Maesz erfgenamen, beneden: Jacob van der Horst, en voortyts Tymon de Lange plach toe te behoren en aan jvr Ave van haar broer Tyman aanbestorven was; "nu Heinrick van Duven per resignationem"; 1464: jvr Ave, weduwe van Zoude van Rijn draagt dit goed over aan hun zoon Geryt van den Rijn, die het tot lijftocht voor zijn vrouw Janna Jansdochter van Nijenrode maakt (fol 91)

mannen: Goeswijn van Scadijc, Henric Zael; 1462: Eerst van Drakenborch, Geryt Zoudenbalch, Goesen van Voerde, Volken van Baern, Jan van der Anster, Evert van Scadie; 1464: Goossen van den Voorde, Jan van der Anxster