Hogendorp, van | 1319-04~

Van Mieris II p 210

Achternamenindex

zoen te Medemblik: uitspraak van Jacob bisschop van Zuden en andere raden van de graaf in een aantal geschillen in Westvriesland: 11) - Yeven en zijn vrouw, "die Lovetuyst neef anesprac, van der miede die daer af ghync", moet Dieric van Hoghendorpe de 5 £ teruggeven; - Vacke Tiedenz 15 sc; - Jan Heddinc 46 sc; - Lovetuyt Yeven voors 5 £, die deproost zou hebben voor zijn misdaad; - 17 sc die heer Willem Yeven Advocaat had, en Lovetid voor zijn misdaad en de schade en schande die hij Yeven en zijn vrouw gedaan heeft, te gijzeling moet komen in Hairlaem. "Voert want ons te voren ghecomen es, dat Dieric van den Hoghendorpe, Pieter van Enghuzen, Bonikaien die scout van Outdorpe, Thieman Reynaersz ende Huge Janssone, vele miede ghenomen hebben, so ombieden wie hem te Leyden te ghizel te varen ende niet van daen te sceyden, ten si bi mijns Here moetwille"

Gruijter, de | 1320-08-26

A.R.A. Copie Leenkamer 1 afd Amstelland fol 2v/EL 6 fol 1, EL 31 fol 1v/Reg Hann p 87/R.A.H. no 34 fol 3v

Achternamenindex

graaf Willem oorkondt, dat wij verstaen hebben dat Olivier den Lomberder gherecht ende ghepant was als over schout die Bont van Aemstelrevene hem schuldich was an Bonts huse voirs ende ane 3 acker landts in Aemstelrevene, die Bonts waren, bij Floris den Onledighen, die doe ter wilen van ons liever heren ons oems weghen Heeren Guij des bisschops van Utrecht Baelju was, ende dat Florijs voirs van rechts weghen at voirs huijs ende goedt ane naemde ende lossede tote ons oems behoeff als recht was. Welch huys ende landt Florijs vercoft hevet Meynerde den Gruter, ende dat ghelt dairoff onsen lieven here ende oem den bisschop voirs ghereekent alsoo als ons bij sire reeckeninghe ghetoghet es. Wairomme wij ombieden onsen Bailju ende allen onsen schouten Van onsen lande van Aemstelle"etc om Meynaerd in het bezit van huis en land te laten. Ghegheven te Haerlem

Spijk, van | 1534-01-15

R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Arkel fol 107-111

Achternamenindex

Walraven Roelofsz heer tot Spijck verkoopt aan mr Cornelis Barthout Jansz, griffier van den leenhove van Holland, een losrente van 100 gouden Kar gld, ter losse den penning 14, gelyk men gewoenliken es in den lande van Arkel te vercopen van 100 gouden Kar gld, losbaar met 1400 Kar gld,te betalen op 14 januari; Walraven verklaart zich voldaan en stelt als onderpand: - de heerlijkheid Spijck, hooge ende lage, aengaende van die Hoeve an die oostzijde, streckende westwaarts totter Linge toe; - het slot de Cloot met 10 hondt lands, - de tienden van Spijck, boven en beneden, uytgeseyt die tiende van de papelyke provende, zoals hij het als leen van Arkel in leen houdt; 1534-02-26: onderpand voor deze losrente 18 morgen land liggende op het nedereinde van Spijck, die hij gekocht had van Pieter Scoock en al zijn andere goederen; 1534-11-08: bevestigd door keizer Karel

schepenen in Spijck: Herman Aertsz Vos en Anthuenis Jansz Vervoorn; leenmannen van Holland: Willem Goudt, Raad des keizers en ontfanger v.d. beden en omslagen over Holland en Vriesland, Tomas Canchio Cachapyn, proc. post. voor den Hove van Holland, Pieter Willemsz