20 resultaten

Slingeland, van | 1399

Oudste Stadsrekeningen Dordrecht p 109, 110, 105
Achternamenindex

Jan van Slingelant burgemeester; "tot Jan van Slingelants gehaelt 11 masten totten tenten ende van hout van 30 voeten coempt 1-3-; van tenten die gehaelt waren tot Otte van Slingelant 0-7-; Ot van Slingelant van vuren houten an de tenten verbesicht 7s"; "ontfang van den geleenden gelde ter laetster Vriescher reijsen, dat derde quartier: Otte van Slingelant 10£ gr, Jan van Slingelant 15£ gr"

Hol | 1355-04-21

A.R.A. Leenkamer 32 Copie fol 96/Reg EL 25 fol 61v, 62
Achternamenindex

brieven voor: Jan Hol (10 oude scilden), Willem Boffel Gheraerts Hugenz (10 scilden), Hughe Murre (5 scild), Willem Heynenz en zijn kinderen Heynkyn en Florys (20 oude scilden), Claes Willemsz, die de knecht van heer Philips Engebrechtsz was (5 oude scilde) en Jan Cuper (geen bedrag); "item hebben Boudyn Florysz 20 oude scilden, Claes Benthem 10 oude scilden, Jan Bengenaer 4 oude scilden en Pieter Cant 4 oude scilden gegeven in gereden gelde voor hun zoen"

Herlaer, van | 1351-09-29

A.R.A. Leenkamer 32 Copie fol 8/Reg EL 5 fol 4v
Achternamenindex

Philips Persoenresone krijgt het schoutambacht van Maselant, "overmits dat hi heren Gheryt van Harlair onsen trouwen ridder geruymt heeft t scoutambacht van Berckel, dair hij ons op gelenet hadde 70 £ Holl. Voert soe sal hi den scout van Maseland voldoen van sulken gelde als hi ons geleent heeft en dair of sal hi nemen sinen open brief van quitantien voir ons mede te reeckenen. Ende voirt van 20 schilden die hi Ghisen onsen backer van Delft gegeven heeft"

Raaphorst, van | 1406

Rek Rentmeester Kennemerland
Achternamenindex

Adriaen van Raephorst: (837 fol 14v) "item bij beveel myns liefs heren Rade opgheslaghen Adryaen van Raephorst in minrings sulker gelde als myn lieve here hem sculdich is ende hi staende heeft op dat rentmeesterscap voirs, ende hi ingehouden heeft ende sculdich was van Vroenlande op ten Coedyc van den jaere 1404, 51 £ 3sc 9d; item noch denselven Adriaen ofgeslagen bi beveel mijns liefs heren Rade in minring sulken gelde als voirs is ende Wouter over ghelevert wort van den jare 1404 op heren Florys van Alcmade, van de wissel en waghe tot Hoerne, dat here Floris zeit te bewisen dat hi heren Bertolmeus van Raephorst t gelt betaelt heeft, 96 £ 13sc 4d"; 1419: (849 fol 1, 3v) zijn wedde 54£ 17sc; 1419-1420: (850 fol 1, 8) wedde, 47 weken en 4 dagen, 68 £ 9sc 2d; 1420-1421: (851 fol8) idem 66£ 10sc 8d; 1422-1423: (852 fol 1) rentmeester, wedde van ½ jaar, 37£ 10sc; 1423 (853 fol 1) en 1423-1424 (854 fol 1 en 8): idem

Wijtmen, van | 1401

Maandrekening Zwolle
Achternamenindex

Jacob van Wytmen: van specke, 16 zyden speckes, wogen 502£, elke 20 pen voor 1 gld, maakt 25 gld 2 ½ pl (p 77); in de 10e maand had Jacob van Wijtmen verteert voir Groningen 1 gld 5 ½ pl (p 104); (p 121) Jacob van Wietmen is één van de 3 borgen voor Johan van Toerne die de wyntap van de stad pacht; de waag is gepacht door Henric de olde van Wye voor 195 gld en 11£ voor het wagenhuis (solvit 185 gld, mit Jacob van Wytmen en Roelofs gelde van Ittersum)

Nispen, van | 1329-10-18

Batavia Illustrata bl 1029
Achternamenindex

Albrecht van Nispen heer van Bergen op Zoom en zijn vrouw Machtelt belenen Claas van Nispen met wildernissen en heidevelden bij Nispen

mannen: Boudin Gillis, Janne met den Gelde, Jan Allartsz

Smit | 1526-10-21

O.R.A Hoorn Allerhande Schepenakten 4573 fol 350, 358
Achternamenindex

Pieter Janz de smit, op t oest, geeft zijn zoon Jan, bij zijn wijlen zijn vrouw Trijn Jans, 10 gld per jaar lijfrenten, gedurende zijn leven; wil Jan priester worden, dan zal hij hiervoor op andere wijze geld ontvangen "ende sal hem daertoe noch copen van zijnen gelde een eerlijcke nieuwe tabbert, ende de voirs Jan sal in Pieter Smit zijn vaders huijs komen eten ende drincken als dat ghebuert gelycken ander kynderen sonder get daervan te gheven. Gedaen in t bijwesen van Arijs Heijnsz van Winckel oem van de voors Jan Pietersz, die in t gunt voirs is geconsenteert heeft" [Berkhout ?]

Heemstede, van | 1443-09-06

Limburg Brouwer p 73/Mem Rosa dl VII-X no 209 p 181
Achternamenindex

bevel aan Jan van Heemstede, baljuw van Kennemerland en Westfriesland, om aan alle waarschappen uit de dorpen van West Friesland die krachtens bevel van de Raad moeten bijdragen in de aanleg van de Rijndijk in de duinen te Petten, mee te delen dat zij zulks vóór 16 september moeten doen. Indien één of meer dorpen de bijdrage weigert, dan moet de baljuw het geld fourneren en zal de Raad zorgen dat hij dit terugkrijgt "van den onwilligen tweescat an gelde of vierscat an pande". Ongeveer een jaar geleden was bevolen dat behalve de dorpen ook Haarlem, Beverwijk, de abt van Egmond en de onderdanen van de heer van Egmond aan de aanleg van de dijk zouden moeten bijdragen

Heukelom, van | 1409-09-18

Carth te Raamsdonk 1518 fol 52
Achternamenindex

schepenen in Hokelem oorkonden dat heer Jan van Zanen, als een procurator van de Sartroysen bij St Geerdenberg voor hen kwam "ende is metten rechten ghescat tot behoef des convents der Sartroysen te St Geerdenberg, 3 ½ morgen land voor 90 ½ nye gulden ende ene nbutdrager, in afkortingen van zulken gelde als Aleyt die Jan Louwen Jansz wijf was, is schuldig t gemeen convent voirs, in allen rechten alst gelegen is boven op Lonen [Loven ?] onderdeelt met Marie die Rutger s Monicx wijf was en haar gesellen, en d'een zijde: Jan Loef en zijn gesellen, d'ander: Claes Lodderpaep en zijn gesellen, streckende van der halver lantscheijding totter Marc toe " (vgl 1403-04-26, 1410-01-11)

schepenen in Heukelem: Claes Lodderpaep en Jan van der Heyde Vredericsz

Heukelom; Carth te Sint Geerdenberg

Bekesteyn, van | 1615-02-04

Ms Opstraeten v.d. Molen III fol 1125
Achternamenindex

ten versoecke van mijn neeff joncheer Cornelis van Beeckesteyn verclaere ick mr Herebert van der Wiele, out omtrent 74 jaeren, mij kennelijck ende wel indachtich te sijn, dat ick myn ouders ende mijn oud oom Wouter van Beeckesteijn sal. tot diversche reijsen hebbe horen seggen ende vermanen van de sware lasten daerinne sijn overgrootvader Jan van Beeckesteyn sal, gecomen was door dien hij van die van Haerlem gesonden was in t leger daer die van Haerlem ende Leyden gecampeert lagen tegen vrou Jacoba op te Goudsche sluijse, alwaar hij gevangen werden ende worden gerantsoenneert op de heft van sijn goederen daertoe hij staet ende inventaris moste leveren ende terstond de ½ van de waerde van dien in gereden gelde moste opbrengen, dat hij ut sijn eijgen coste betalen, alsoo hij in perikel van sijn leven was. Van welcke gevangenisse ende rantsoen hij noijt enige verseth en conde gecrijgen daerdoor hy ende sijn kinderen die hij wel tot acht ofte negen naliet hier gedecorasieert waren ende bleven omdat sij door dit verlies ende andere haer staet niet en mochten voeren sulcx haer moesten verminderen. Al het welck. Herbert Stalpert v.d. Wiel