Gerbrechtenesse, van | 1222-05-31<

De Fremery no 50

Achternamenindex

Wolfert heer van der Maelstede en Petrus de Scoude oorkonden de verkiezing van frater Gerardus de Hontenesse conversus de Dunis, Theodericus Hellebreker, Petrus de Scoude en Deinodus Corthals tot beslechting van de geschillen tussen de abdij van Dunen en Wolfardus, filius Wissonis de Burgh en de broers Dankardus en Hugo, zonen van Wilhelmus de Welle, die het land Wilmars Ward van de abdij gekocht hadden. Zij stelden als borg voor de betaling: o.a. de zoon van Petrus de Scoude, Baldwinus zoon van Wilhelmus de Welle en Willelmus Calvi de Gherbrechternesse

borgen: zijde van Wulfardus dominus Igelof, Petrus de Scoude, Hugheman de Gherbrechtenessse, Gerardus de Wemelburghe, Vanin filius Deinodi Corthals, Hugo judaeus; van de zijde Dankardus en Hugonis: Wolfardus filius Wissonis de Burgh, Wolfardus filius domini Wolfardi, Willesoete de Hontenesse, Merlinus de Vlake, Symon filius Dankardi, Dankardus filius domini Magni

Calvus | 1222-05-31<

Achternamenindex

Wilhelmus Calvus de Gherbrechtenesse in Zeeland; zie op: Gerbrechtenesse, van

Corthals | 1222-11-28

v.d. Bergh I no 278

Achternamenindex

graaf Floris IV verklaart dat Wulfardus de Burgh en Thankardus de Welle 500 marcas schuldig zijn aan de abdij van Duinen, "de terra sua Wulmarsward", en dat zij zich verbonden hebben deze schuld te voldoen op enkele voorwaarden; als zekerheid geven zij het land te Ward met alle tienden

borgen: Wulfardus dominus de Maelstede, Petrus de Scoude, Vanin filius Deinodi [Corthals], Arnoldus de Broke, Gerardus de Wemeldinge, Hugo cognomento Judaeus, Goparts filius Thankardi [de Welle], Wulfardus de Burch, Thankardus nepos Thankardi, Merlinus Joslovar (?) de Wale, Nicolaas filius Bubfels, Willasota, Hugeman, Merlinus de Vlake, Willesota de Hontenesse, Hugheman de Gerbrechtenesse; testes: dominus abbas de Thosan, Deinodo Corthals, Mande, Theodericus Hellebrekare

Hellebrekere | 1222-08-22

v.d. Bergh I no 278

Achternamenindex

graaf Floris IV verklaart dat Wulfardus de Burgh en Thankardus de Welle 500 marcas schuldig zijn aan de abdij van Duinen, "de terra sua Wulmarsward", en dat zij zich verbonden hebben deze schuld te voldoen op enkele voorwaarden; als zekerheid geven zij het land te Ward met alle tienden

borgen: Wulfardus dominus de Maelstede, Petrus de Scoude, Vanin filius Deinodi [Corthals], Arnoldus de Broke, Gerardus de Wemeldinge, Hugo cognomento Judaeus, Goparts filius Thankardi [de Welle], Wulfardus de Burch, Thankardus nepos Thankardi, Merlinus Joslovar (?) de Wale, Nicolaas filius Bubfels, Willasota, Hugeman, Merlinus de Vlake, Willesota de Hontenesse, Hugheman de Gerbrechtenesse; testes: dominus abbas de Thosan, Deinodo Corthals, Mande, Theodericus Hellebrekare