15 resultaten

Diemen, van | 1462-10-01 -1463-09-30

Rek Rentmeester land van Arkel 2182 fol 30v
Achternamenindex

uitgaven Heijnkin van der Cruce, bode van mijn heer, over een rijse gedaen ut laste van de voorn. Procureur, uter Hage tot Gorinchem om aldaer te verdagen: Gijsbrech Quekel de jonge, Sander Vredericsz, Gheerlof van Dijemen e.a. voor de Heren van de Raad in Holland, om de eis aan te horen

Haer, van der~ | 1462-10-01 - 1463-09-30

A.R.A. Grafelijke Rekenkamer Rek Rentmeester Land van Arkel no 2182 fol 30v
Achternamenindex

rentmeestersrekening land van Arkel: uitgaven: Heijnkin van der Cruce, bode van mijn heer, over een reis gedaan uit laste van de Procureur, uit den Hage naar Gorinchem om aldaar te verdachen Ghijsbrecht Quekel de jonge, Sander Vredericsz, Gheerlof van Dyemen, en meer anderen, om te komen om de eis van de procureur aan te horen

Visscher, de | 1393-12-17

Reg Rotterdam en Schieland no 1269, 1270
Achternamenindex

hertog Albrecht geeft aan Gheerlof Jan Dircszsz [van Vorenbroek ?] het schrijfambacht binnen de stad Rotterdamme, dat hij voor diens leven vergund heeft aan Jan die Visscher, om het na diens dood te aanvaarden, met verlof om het te mogen verpachten; idem de school binnen de stad Rotterdamme aan Willem Jan Dircszsz [van Vorenbroek ?], na de dood van Jan die Visscher te aanvaarden

Vorenbroek, van | 1420-12-22

Reg Rotterdam en Schieland no 2053
Achternamenindex

hertog Johan geeft in onderpand aan Gheerlof Jansz van Voerenbroec en Danel Jansz van Mattenes de brieven die heer Henric Nothaft Vit..dom in Neder-Beyeren had van zijnetwege op de stad Utrecht, betreffende een schuld van 17000 R gld met het opgelopen hoofdgeld, en belooft deze brieven niet terug te zullen vorderen, voordat hij hun het achterstallige op hun rekening heeft voldan

Boekel/Bokel | 1347-06-13

Reg Rotterdam en Schieland no 574; Van Mieris II p 739
Achternamenindex

Enghebrecht Aerntsz, Gheerlof Heinemansz en Pieter van den Berghe, schotzetters en gemene buren in Yselmonde in Jacob Bokels ambacht, verklaren nimmermeer van het goed dat de stad Rotterdamme in hun ambacht heeft liggen, schot te zullen heffen, noch het te zullen aanbrengen bij de rentmeester van Zuidholland, als dit tegen de rechten der stad strijdt, en verzoeken Berthelmeus, hun schout en voogd van Jacob Bokel, de ambachtsheer, Adaem Ottenz, Dieric van Munnickem en Willem Vinke het stuk voor hen te bezegelen, die dit hebben gedaan behalve Berthelmeus voor wie zijn broer Ghisebrecht Bokel zegelt, daar hij zelf geen zegel heeft