49 resultaten

Heye | 1424-07-28

R.A.H. Coll Aanw 56 fol 104, 261; dl 57 fol 364v en 365
Achternamenindex

hertog Jan oorkondt dat hij Vrijese Willem Heyenz beleend heeft met: - 7 morgen in Maesland in het zuidelijkste weer van de twee weren, belend zuid en west: de watering geheten die Gawech, roerende van de hofstad van Holland; leen van Arkel - 4 morgen in Maesland in de woning waar Ghise Vriesenz op woont, op de oostzijde van de weg tussen de Sluisvliet; ook 1430-12-13

Berkel, van~ | 1316

Rek Hen Huis I p 42, 43, 38, 40
Achternamenindex

ontvangsten renten in Pinackerambacht, in Catwijk: Dammaes Everwoutsz 24sc 11d (p 40), Everwout 4sc 6d (p 41); in Pinacker: Everond Ysebrantsz 10d (p 42); in Berkel: Everont 3 sc 7 ½d, Ghise Melysz 15 sc 4 d (p 43); in Delfgawech: Melys 8 sc 4d, Hughe Melysz 4 sc 6d (p 37, 38); ontvangen van landhuur in Pijnacker: Melis Goede Arntsz 2 sc 3d en Dirc Goede Arnoudsz 2sc 9 d (p 40)

Berkel, van | 1334

Rek Hen Huis I p 201 t/m 204
Achternamenindex

landhuur in Berkel: Melys van Berkel 21 d, verder nog: jonghe Melis 4 sc 2 d, Melys Alewynsz 15 sc 5½ d, Arind Melisz 16 d, Volprecht Melysz 7 sc 2 ½ d, Melis Volprechtsz 7 sc 10 d, Clais Melisz 6 sc negatur, Melys van Berkel 21d, Ghise Melysz 18 sc, Grote Melys 16 d; in die Leede: Melys Arindsz 13½ sc; in 's Gravesande, in het Nortland: Dieric Melysz 8sc 8d (p 30); afterstal landhuur in Hazerdswoude: Albaren Melis swagher 3 £ (p 77)

Bruijn, de | 1375-03-08 (1374)

R.G.P. Grote Serie 170 Rek Dom Putten II p 341, 342
Achternamenindex

leen van Putten: Floris Jan Bruynenz ontving: - de helft van 4 ½ gemeten 58 roeden in het kerspel van Spikenisse, - 1 ½ met aan den oprelschenweg gemeen met Ghise Moyaert, - 1 ½ met min 17 roeden tussen de oude dyc en de nieuwe op die wateringe aan de zuidzijde van Spikenisser sluse, recht erfleen waarvan zijn zoon Michiel de nahand heeft, als hij geen pape werd; Jan de Brune Florysz ontving de andere helft van de 4½ meten en 58 roeden, waarvan zijn vader Floris het andere deel heeft

Wilde, de~ | 1373-01-02

Inv Arch Abdij Egmond no 1 fol 79, no 2 fol 5v
Achternamenindex

Jan, abt van Egmond, oorkondt dat Gheryt Willem Aerntsz.z. met zijn consent verkocht heeft al het goed dat hij van hem in leen hield, gelegen binnen de parochie van Egmond, behalve een stuk land geheten Stevenscamp, dat hij nog in leen houdt, hiervoor heeft hij opgedragen: 1) 7 morgen in Maesland gemeen met Jan van Hodenpijl en jvr Margriete Claes Florisdochter, van de dijk tot aan de Middelwech; 2) 3½ morgen in Maesland, belend west: Willem van den Veen en Arnt van Delft, oost: Cralingerweteringe, strekkende van de wegtot aan de scede; 3) 4 morgen gemeen met Ghisbrecht Philipsz, tot aan de Borgerdycsenwec, belend west: Kerstant van Alkemade en Gysbrecht Philipsz, oost: Ghisbrecht voorn.; 4) 3½ morgen gemeen met Bartelmeus Claesz en Heynric Dircx, strekkende van de Lierwegh tot aan de Bordgesenwech; 5) 4 morgen in het ambacht van Rijswijk, belend zuid: de Canoniken van den Haghe, noord: het klooster van Rijnsburg, strekkende van de Delfweghe tot aan de Zytwinde; 6) in de Vryen Ban, 7 morgen gemeen met Ghise Bedronghen en met zijn broer Mathys, van de kerf tot aan de Dobben, belend zuid: de kinderen van Henric van Borssel, noord: Ghise Bedronghen en zijn broer Mathys; vervolgens wordt Gheryt Willem Arntsz door de abt ermee beleend, niet te versterven zolang er nog iemand van de maagschap leeft

Oosterwijk, van | 1354-12-28

R.A.H. Coll Aanw 50 fol 17
Achternamenindex

Jan van Beaumont geeft aan zijn knape Coen van Oesterwijc: - een halve hoeve land genaamd Blakenborch in Jaersvelt, strekkende van de Leck tot aan Lopik, tevoren leen van Philips Rotardsz, belend boven: Peter Emmeric, beneden: de kinderen van Jan van Zanten; - een halve viertel land, die Philips uit zijn eigen goed had opgedragen, in het gerecht van Lopik, strekkende zuid aan het gerecht van Jaersveld en noord aan Benscoper landscheiding, belend tussen Gherit Hugenz en Griet Hugen met haar kinderen; Coen draagt hem hiervoor op een halve viertel land die hij gekocht had van Poertenen Joriansz, gelegen in Lopic, belend tussen Jacob van den Damme, Ghise Vryer en Dijrc Scotelnoet

Visscher, de | 1337<~

Reg Rotterdam en Schieland no 466, 467/II no 308 ?/Arch Heren van Voorne regest 586, 587
Achternamenindex

leen van Voorne: Gillis van Cralingen houdt van Gerard van Voorne [stierf in 1337] het huis te Crooswijc in erfleen; Dirk de Visscher: zijn woning bij Croeswijc met hofstede en erf; Dieric de Visscher uit Scouden: het huis te Croeswijc met boomgaard en hofstede (no 586); later is Diederic doorgehaald en vervangen door Vrederic die Visscher; Dirk die Visscher houdt land en rente (stierf 11-11), thans op zijn zoons Jan, Vlaminc en Ghise; aantekening: Jan houdt nu 4 lijn te Capelle; no 587: Vrancke die Visscher: zijn woning bij Croeswyc met hofstede en erf; manne van Noordholland: no 615) Vranck de Visser item

Putten, van | 1330-07-01

Van Mieris II p 499
Achternamenindex

tal van personen zijn borg voor de heer van Putten geworden voor wat hij jegens de graaf misdaan heeft, na aanklacht van de heemraden van de Grote Waerd

Jan Allaerdsz, baljuw van het land van Putte en Striene, Jacob Gheraerdsz, rentmeester, Arnoud Boudynsz van Wieldrecht, Dieric Hughenz, Heyne Arnoudsz, Jan die Coper, Ghise Stevensz, Willem Willaemsz, Zoetman Gheraerdsz, Allard Gherydsz, Hughe Loef, Clais Claisz

Rijc, de | 1423-08-09

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 265v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Gheryt van Damassche oorkondt dat hij een brief gezien heeft met het zegel van wijlen abt Henric van Bouchout, waarbij deze in erftijns gaf een hoef land gelegen in der Duust, geheten die Kerchorst, "daer ½ van deser voirs hoef lang ofgedwaelt heeft overmits delinge en ghiften"; de abt geeft in tijns aan Coenraet Goesensz en Bronis Willem des Rikendochter: 2 acker land van den kerchove noordwaarts en ⅙ min van 2 acker land gelegen in de halve hoeve geheten Kerchorsthoeve van lande Peter Mense Gherijtsz en zijn broer Philips, die zes dachmaet land hebben in dezelfde hoeve, strekkende aan het land van Gelre, belend noord: Willam Jan Seibertsz erfgenamen en Claes Goedenz erfgenamen, zuid: Lambert Jacobsz en zijn vrouw Alyt; erftijns: 1⅙£ zwarte, te betalen jaarlijks in onsen hove tot Emmiclaer; "Dit heeft ontfangen Peter Ghise Petersz.z. (vint men over drie blade afterwert)", "Item dit heeft nu anno 1495 Jan Brant, borger te Amersfoort"; Lambert Jacobsz en zijn vrouw Alyt ontvangen op dezelfde dag ook de helft van de Kerchorst, ook tegen een tijns van 1⅙£ zwart; "Dit heeft t cloester St Barbara te Amersfoert anno 1485, ut infra fol 278"

tijnsgenoten: Jan van Amerongen, Jan Lambertsz