37 resultaten

Vianen, van | 1410~

Leenregister Culemborch fol 1
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - de heer van Vyanen het huis te Vyanen met 14 morgen, dat de heer van Culenborch van de hertog van Gelre houdt; - de heer van Vyanen alle weerdtienden tussen Everdinghenresteghe en de Ameijden Sydwynde; - idem neder Boeijencoep, gerecht en tiende, die de kinderen van Sweder van Bloemensteijn van de heer van Vyanen houden; - Lakervelt, tweedeel tiende en gerecht, - de Rijppicherweert bij de Gheijne, - de wijndaes op de Nyevaert; heer Sweder van Vyanen "alsulke erfnisse als de here van Culenborch had": - in het gerecht van Langbroec bij het huis te Weerdensteijn, -in het gerecht van Coten, dat van Weerdensteijn was, - ½ hoeve land te Scalcwijc, de Gheere geheten, - een acker land te Honswijc, die Herman de Goijer bouwet, waarvan heer Sweder of zijn erfgenamen 10£ jaarlijks zullen betalen voor een altaar in St Jan te Utrecht; 1407: beleend heer Johan van Vyanen Swedersz

Buren, van | 1410~

Leenregister Culemborg: fol 83v, 36v, 37, 84, 105v
Achternamenindex

leenregister Culemborg: 1415 - Jan Ottenz, dat Gerit die Swerte opdroeg, 1 ½ morgen in Ravenswader mate, belend boven en beneden Gerit van Bueren; 1422: - Geryt Schade dat opgedragen heeft Geryt Heinrc Diedert Hermansz wijf 1 ½ morgen in Ravenswadermate, belend boven en beneden Gerit van Bueren; 1417: - Gerijt van den Zijle 1 akker land achter Water buesinchem in de Calvewert, belend boven: jonker Jan van Bueren en beneden: Otten Keijen erfnamen, dat Roelof die Goijer opdroeg. Dit zijn de eigen erven en land: - 2½ morgen, belend aan de overzijde Alaerts lande van Bueren en nederzijde: Willems lande van Rijn; -7 hont die heten die Stie acker, belend aan de overzijde: Alaerts lande van Bueren en nederzijde: Willems lande van den Rijn; - 1 morgen, belend aan de nederzijde: Alaerts lande van Bueren en overzijde: Eernst Gheenkijnsz (fol 105v); - 7 morgen in Weynmate, waarvan 3 ½ morgen belend aan de overzijde Alaerts lande van Bueren en nederzijde: het land van Johan van der Weijde

Trant | 1410~

Leenregister Culemborg
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Jan van Mauderic Geryt Transz [Cransz ?] 2 ½ morgen in de Rijnweert, belend boven: Jannes Scriver, beneden: Henric van Mauderic (later: Kerstans Heijmericsz) (fol 20v); - Gheryt Trant Willemsz 4 morgen 1 ½ hont op het Hornicsvelt, dat Gheryt de Keijmp en Heinric Sas opdroegen (fol 22); - Henric Trant Henricsz 3 acker land, buiten- en binnendijks mit hueren aenval in Wellincwijc in het gericht van Honswijc, belend boven: Geryt Aerntsz, beneden: Willam de Goijer Henricsz (fol 46v); na hem: - Eesse Heinric Trantsdochter vrouw van Jan van Ynghen, de voornoemde 3 acker land die Heinric Trant hield (fol 56v); tijns van Culemborg tot Mauderic op 11 november: - Baudeken van Avezeaet van 6 morgen in de Husmate, was van Geryt Trants, 2d; - Bor Deeukensz van land dat van Geryt Trant was, 2d (fol 108v); - Janne die Scriver van een hofstede die van Geryt Trant was, 2d (fol 109); - Herman van Hollant van een hofstede die van Gerijt Trant was, 2d (fol 109v)

Keij | 1410~

Leenregister Culemborg fol 54, 73v, 84
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Geryt Speyaert (later Ghysbert Speyaert) 2 morgen in het gerecht van Goije, en 1 hofstat met 1 morgen land in Goije tot Westerom, belend boven: Willem Kij, beneden: het Duitse Huis. - Johan Philipsz [van Culemborg] 2 ½ morgen in de Calvewert tot Waterbuesinchem, die Philips van Kulenborg de bastaard gekocht had van Wolter van den Velde, aan de middelste akker, belend boven: Otte Keije, beneden de heren van Culemborg. - Gerit van den Zijle dat Roelof die Goijer opdroeg 1 akker land achter Water Buesinchem in de Calvewert, belend boven: jonker Jan van Bueren en beneden: Otten Keijen erfgenamen. anno 1417 op den Yaersdach; - 4 morgen in Maldricker maelschap in de nijeweijden, Dirck Vrint Dircxz, dat Jan Jorden Alartsz opdroeg en van Gerefaes van Holland geweest was; waarvan 3 morgen belend boven oostwaarts: jhr Gerit van Kulenborg, west: de heer van Mere, van de Homoetse straat tot aan het leen van Gerrit van Kulenborg; waarvan 1 morgen belend boven: de heer van Mere, beneden: jhr Peter van Culemborg, van de Homeotse stege en jhr Gerrit van Culemborgs land

Voorn, van | 1410~

Leenregister Culemborg
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Henric Scout en Jan Scout ½ hoeve, belend boven: Henric Eeve, beneden: Voern van Vyanen (fol 27); - Goijer Ghijbenz ⅛ deel van een ½ hoeve op Sidervelt, onderdeeld met Willem Voernken (fol 28); - Gheryt van Voern 1 viertel in Splintershoeve (fol 29v); - Hubert van Bemmale, waarvan 3½ morgen voor Sweder van Voern (fol 31v); - Jan van STrowijc o.a. 3½ morgen in de Nyenslach, belend beneden: Geryt van Voern en Ulent vrouw van wijlen Beernt de Wilde (fol 34); - Jacob Voern 1 viertel die Hille Vlassenbaert te voren had (fol 36); - Voern 4½ morgen te Redinchem, belend boven: Jacob van Bueren, zijn zoon Reijner heeft de nahand (fol 43); - Wemner Voernsz 5 morgen waarvan 3 te Dwerdijc en 2 op Bloemwijc, zijn broer Reyner heeft de nahand (fol 43v); - Jan die Bunscher 1 viertel te Ghelikenesse, belend boven: Jacob Loefsz, beneden: Peter Voernsz (fol 46); - Peter Voernken 1 viertel in Ghelikenesse, belend boven: Jan die Buscher, beneden: Dirc die Rode (fol 46); - Dirc van Wyc 1 viertel te Achthoeven, belend west: Peter Voernken (fol 48v)

Dam, van den | 1410~

Leenregister Culemborg fol 6, 19v, 30, 49, 62, 72v, 80v
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Jacob van den Dam 1 viertel in het gerecht van Jaersvelt; hij draagt dit leen over tbv Willem van den Vliet; - Hubert Corstken Hubertszdochter, de vrouw van Egbert van den Dam, 1 viertel land ter Weijde, belend boven: Egbert van den Dam, beneden: Wenmer Wenmersz; hulde doet haar man Egbert van den Dam (fol 20); - Willemsz van den Dam een acker op Goodbertingervelt van 10 hont bij Pariserwech; - Jan van den Dam, 1 akker op Goodbertingervelt strekkende in de Lek, belend boven: oude Aernt, beneden: Staes; - dezelfde Jan 1 akker van 10 hont op Goodbertingen bij de Pariserwech, belend boven: Ghibe Jacobsz, beneden: Jacob van Wellincwijc; - Johan van Beesde 1 viertel, dat de vrouw van Hubert Egberts van den Damme opgedragen heeft, belend boven: Johan de Rode en Herman Claesz, beneden: Wemmer Wemmersz en het gasthuis van Culemborg; -Gerrit van den Dam 6 ½ hont land aan de Oude A, die Willem Meynaert opdroeg, belend boven: Willem Meynaert, beneden: Roelof Landmeters kinderen; - 1 hofstat van 1 hont en 12 roeden te Buesinchem, belend boven: Geryt van den Dam, beneden: Balthazar van Buren met leen van Vianen; - Henric van der Wade Lambertsz die hij had bij Henricsdochter van Riebeeck heeft ontvangen dat Roelof die Goijer Henricsz opdroeg, o.a. 1 akker in den Hout, belend boven: Jan die Vette, Alijt van Dorn, Claes van Dorn, Kerstken van der Mere, Alijt Zasse en Jutte van den Damme, beneden: Marienweerd

Rynesse van Reynouwen, van | 1472-07-17

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 94v, 95, 484, 485
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Johan Clauwert oorkondt dat Jan van Ryness heer Jansz van Rijnesse en van Reynouwen, ridder, met zijn vrouw jvr Mergriete Gerytsdochter van Culenborch aan Henric van Rijn overgedragen heeft in het gerecht van den Goeij en van Wulven: 1) ½ van 4 morgen land gelegen op de Grafte tot Wulven, waar de rosmolen stond, belend: Jan van Ryness, 2) ½ van 4 morgen aldaar, belend boven: Jan, beneden: erfgenamen van Folpert van Raephorst, 3) ½ van 10 morgen aldaar, boven: de H. Geest te Utrecht, beneden: het outaer dat Gerrit van Gruenenwoude toebehoort, 4) ½ van 4 morgen langs die stege tot Wulven, belend andere zijde: Jan van Rynes van Wulven met land dat hij houdt van de grafelijkheid van Holland, 5) ½ van 7 morgen gelegen op die Overmaet, boven: Tyman Deell [= Dedel], beneden: Jan Rynes van Wulven, met grafelijk leen, 6) ½ van 3 morgen gelegen an die hofstede het Oude Wulven, belend boven: Beernt Doemsz, beneden: Jan van Rynes van Wulven, met bisschoppelijk leen, 7) ½ van 9 morgen in het gerecht van Wulven, belend boven: de nonnen van St Servaes te Utrecht, beneden: de Goijer Wetering, 8) ½ van het land geheten "de hoge hofstede", boven: Wyer die Wit, beneden: de heren van St Marie te Utrecht; vervolgens wordt Johan van Rynes heer Johansz van Rynesse en van Reynouwen hiermee beleend, te komen op zijn kinderen; in de volgende akte maakt Jan dit leengoed tot lijftocht voor zijn vrouw jvr Mergriet

mannen: Geryt van Rijn, Pouwels van Malsen